Sjtsje ne vmerla Oekrajiny

(276) OEKRAÏNE IS NOG NIET VERGAAN.

De jeugd heeft de toekomst. Kind draagt Oekraïnse vlag op Onafhankelijkheidsdag (24 augustus). nl.freepik.com

Met het Oekraïense volkslied SJTSJE NE VMERLA OEKRAJINY, in het nederlands vertaald “Oekraïne is nog niet vergaan”, werden gisteren (6 maart 2022) in de hele wereld speciaal georganiseerde benefiet-concerten geopend, om geld op te halen voor de slachtoffers van de oorlog in Oekraïne. De tekst van dit lied werd in 1862 geschreven door een dichter uit Kyiv, Pavlo Tsjoebynsky en een jaar later zette Mychajlo Verbytsky deze tekst op muziek.

(zie https://www.youtube.com/watch?v=_pWKVJFF-Pc)

Op Internet is te zien dat de zalen overal in het blauw en geel verlicht waren en dat de musici uit respect voor de Oekrainers staand het volkslied ten gehore brachten. De zaal sloot zich daarbij aan en luisterde staand en respectvol naar de nog wat onwennige muziek. In Amsterdam organiseerden Oekraïnse en Russische musici een benefietconcert, de New York Philharmonic bracht deze hymne ten gehore, en overal in Europa klonk dit volkslied, o.a. in Amsterdam, Birmingham, Liverpool, Katowice (Polen), Stockholm, Hamburg (Elbphilharmonie), Lyon, Barcelona, Wenen en Gateshead (England).

SymfonieOrkest Nijmegen (SON). Benefietconcert Oekraïne (6 maart 2022) in Concertgebouw De Vereeniging in Nijmegen, met Orissa Oldenburger derde van links. Foto Omroep Gelderland

Maar ook Concertgebouw De Vereniging in Nijmegen had een prachtig muzikaal programma samengesteld met muziek van onder meer Bach, Beethoven, Pärt en de Oekraïense componisten Arkady Filippenko en Siergiej Bortkiewicz. Hun werken werden uitgevoerd door een keur aan regionale en landelijk bekende musici: SymfonieOrkest Nijmegen, Bachkoor Nijmegen, Trio Borromeo, bestaande uit strijkers van Phion, de Nijmeegse violiste Merel Vercammen en de pianisten Hanna Shybayeva en Christiaan Kuyvenhoven. Laatstgenoemde presenteerde de middag.

In Nijmegen werd door Concertgebouw De Vereniging samen met de Stadsschouwburg (met de voorstelling van Diederik Van Vleuten ‘Moedig Voorwaarts’) een bedrag van €25.000 opgehaald.

Lees verder.

Maandagavond 7 maart kun je bij de Nederlandse zenders NPO 1, RTL 4 en SBS6 kijken naar Samen in actie voor Oekraïne. In deze live-uitzending wordt geld ingezameld op Giro 555 voor de oorlogsslachtoffers van Oekraïne.

Park Dersaborg in Valkenburg

(275) In Valkenburg aan de Wehryweg, even ten zuiden van het NS-station (oudste rijksmonument 1853) ligt Park Dersaborg. De naam doet vermoeden dat het park in Groningen ligt, maar niets is minder waar.

Valkenburg. Villa Dersaborg, de oude villa van Johann Georg Wehry. Gebouwd 1881. Vlakbij het huis een parkvijver met zwanen. Prentbriefkaart

Villa Dersaborg is gebouwd in 1881 in opdracht van de zakenman Johann Georg Wehry (ook wel bekend onder de naam Jean George Wehry), die van 1891-1894 burgemeester van Valkenburg was. Het huis is gelegen in de hoek tussen de Wehryweg en Geneindestraat. Johann Georg Marie Wehry (*Dinklage / Nedersaksen, 8 maart 1817) was de zoon van Johann Bernard Wehry en Maria Elisabeth Bernardina Fetter. Hij trouwde 29 april 1847 met Johanna Maria Hermina Maseland (* Utrecht, 2 augustis 1826, overleden 26 juni 1881) en overleed in 1898 op 80-jarige leeftijd.

Gemeentehuis en Park Dersaborg. Luchtfoto Google Earth 2020. Noorden boven. De weg die links langs het park loopt is de Wehryweg

Park Dersaborg is vanaf 1881 aangelegd in late landschapsstijl, voor het nieuwe geeemntehuis op dezelfde locatie als de oude villa, met drie grote perken tussen het huis en de Geneindestraat. In 1938 werd ongeveer ter plaatse van het eerste perk achter het huis een grote vijver aangelegd en we zien een grote rondwandeling . In de jaren vijftig van de twintigste eeuw was de bedoeling dat de Dersaborg na verkoop als gemeentehuis zou gaan functioneren. Het huis werd om deze reden na het overlijden van de schoondochter van Johann Georg (de laatste bewoonster) in 1955 aan de gemeente verkocht, maar na lang wikken en wegen is het pas in 1964 afgebroken om plaats te maken voor een nieuw gemeentehuis. Dit is voor het eerst te zien op de topofrafische kaart van 1968. De vijver werd bij de afbraak gedempt (op de top. kaart is dit echter pas te zien in 1978???) en het park werd gereorganiseerd. De oorspronkelijke beplanting van omstreeks 1881 bestond onder andere uit een aantal exotische bomen in de randen van het park. Het gaat hier om twee mammoetbomen (Seqoiadendron giganteum), twee Zilverlindes (Tilia tomentosa) en één Ceder (Atlasceder of Libanon Ceder?).

Park Dersaborg. Foto Wikipedia.
Zicht vanuit het park op het gemeentehuis. Foto Barry Kerckhoffs, 2022
Ingang tot het Park Dersaborg, met het originele toegangshek met hekpijlers. Foto Barry Kerckhoffs, 2022

Een quickscan op Internet brengt ons de volgende geschiedenis: In 1881 liet de zakenman Johann Georg of Jean George Wehry (firmant van Wehry & Willie, later hoofdfirmant van Geo Wehry & Co., een handelshuis voornamelijk in tabak en later textiel, opgericht in 1867 in Batavia), in Valkenburg de Villa Dersaborg optrekken. In voorgaande jaren verbleef hij tijdens vakanties met zijn gezin in het toenmalig bekende hotel Croix de Bourgogne, maar helaas kwam zijn echtgenote plotseling te overlijden, waarna Jean George besloot in Valkenburg een eigen huis te laten bouwen, zodat hij het graf van zijn vrouw regelmatig kon bezoeken. Villa Dersaborg was dus het gevolg van een trieste gebeurtenis, maar Valkenburg kreeg daardoor een prachtige buitenplaats cadeau, voorzien van een rijk interieur (o.a. één van de eerste Steinway-vleugels) en omgeven door een park met vijver in de zichtas.

Villa en Park Desaborg in het midden van de kaart, rechts onder het woord Station. Situatie 1924. Hier het oude huis Dersaborg te zien (midden op de kaart) met daaronder drie grasperken met bomen. In het park langs de Wehryweg een groenstrook
Villa en Park Desaborg in het midden van de kaart, rechts onder het woord Station. Situatie 1938. Op deze kaart het oude huis Dersaborg te zien en daaronder een vijver en daaronder de parkweide, omzoomd door bomen. Langs de Wehryweg aan de parkzijde een toegangslaan

Wehry, die intussen tot Nederlander was genationaliseerd, was zeer geliefd in Valkenburg en werd in 1891 zelfs burgemeester, maar overleed al snel in 1894. Zijn zoon Ivan George, gehuwd met de Akense Leonie Cassalette, is na het overlijden van zijn vader het landgoed gaan bewonen. Hij overleed in 1936, zijn echtgenote in 1955, het jaar van overdracht van het huis aan de gemeente. Op de kaart van 1938 is te zien dat er veranderingen in het park zijn aangebracht. Achter het huis is een vijver gekomen en er is een rondwandeling aangebracht. Het nieuwe gemeentehuis, werd in 1966 gebouwd naar ontwerp van architect Theo Boosten.

Grafkelder Familie Wehry. begraafplaats Cauberg, Valkenburg

De Familie Wehry is nog steeds een bekende familienaam in Valkenburg. Hun grafkelder (Caveau de la Famille Wehry) op de begraafplaats Cauberg is een rijksmonument. Het is uitgehouwen uit mergelsteen op een helling van de Cauberg en dateert uit 1885. Vader en moeder en zeven kinderen liggen hier begraven in grafnissen.

Het is wellicht interessant de tuinarchitect van dit park te achterhalen. We zouden kunnen denken aan (tuin)architect Lambert Freiherr von Fisenne, professor aan de Hochschule te Aken. Hij heeft zich ook bemoeid met het Proosdijpark in Meerssen (ca. 1890), waarin ook een vijver en een aantal exotische bomen zijn opgenomen. Het klooster en de kloosterkerk van de Franciscanessen In Valkenburg zijn ook van zijn hand. We gaan dit verder onderzoeken.

Kasteel(Parkeer)Plein bij Kasteel Amerongen

Het deel van de laan dat uitkomt op de entree van Kasteel Amerongen, gekapt in de Tweede Wereldoorlog.
Foto Carla Oldenburger (februari 2022)

(274) In opdracht van de Stichting Kasteel Amerongen is door Debie & Verkuijl het plein voor Kasteel Amerongen, beter bekend als het Margaretha Turnorplein, gereorganiseerd. Hierdoor is duidelijk geworden dat de toegangslaan tot het kasteel (achter het toegangshek en over het bastion richting stallen) in verbinding staat met de laan die loopt van het toegangshek naar de kern van het dorp (Margaretha Turnorlaan). Deze laan en de Gasthuisstraat vormen samen met de twee delen Drostestraat een bepaald lanenpatroon, dat bekend staat als patte d’oie (ganzenvoet). Gezien vanuit de laan die naar de stallen loopt over het bastion, vormen de vier genoemde laandelen buiten het toegangshek vier vergezichten, in de 17de eeuwse tuinarchitectuur bekend als ganzenvoet. Het is een belangrijk verschijnsel dat de moeite waard is om behouden te blijven.

Plattegrond van de omgeving rond de toegang tot het kasteelterrein. Ganzenvoet gevormd door Gasthuisstraat, Margaretha Turnorlaan, Drostestraat in zuidwestelijke richting en Drostestraat in noordoostelijke richting. Bron: Apple Maps
Het eerste deel van de Margaretha Turnorlaan richting de dorpskern, met links te zien een rij fietsen-‘nietjes’. Ook rond de oude bomen boombeschermers. Foto Carla Oldenburger (februari 2022)

Veel bomen in de Margaretha Turnorlaan waren aan de kant van de toegang tot het kasteel in de Tweede Wereldoorlog gekapt voor brandhout, zodat juist dat eerste deel van de laan bijna niet meer herkenbaar was als laan.

Het overige deel van het plein was in de loop van de tijd een onoverzichtelijk samenstel van bomen op een plein geworden, alhoewel voor kenners er dus wel die ganzenvoet herkenbaar was. Dit wanordelijke plein stond sinds jaar en dag vol met geparkeerde auto’s van dorpsgenoten en bezoekers van het kasteel. Aangezien het plein officieel behoort tot Stichting Kasteel Amerongen was het al jaren de wens van deze stichting het plein op te knappen en de geschiedenis van dit plein sterker te accentueren. Hierbij waren er enige belangrijke punten om rekening mee te houden, namelijk de bomen beschermen, de laan verhelderen en aanvullen, de auto’s dwingen orderlijk te parkeren en ook fietsen een standplaats geven.

Margaretha Turnorplein aan de Drostestraat, met oude muur-afscheiding aan de zijkant van het plein. Duidelijk te zien de boombeschermende hekjes en de fietsen-‘nietjes’. Foto Carla Oldenburger (februari 2022)
Verbindingslaan richting kasteel Amerongen, fietsen-‘nietjes’ en boombeschermers. Foto Carla Oldenburger (februari 2022)
Boombeschermers rond de nieuwe bomen. Foto Carla Oldenburger (februari 2022)

Het plein is al met al enorm opgeknapt en ziet er nu verzorgd uit. Als de bladeren weer aan de bomen zitten en het plein weer vol auto’s staat zullen we nog eens gaan kijken. Het is natuurlijk de bedoeling dat ook dan de uitstraling van het plein positief zal opvallen en de voorbijgangers in auto, op de fiets of al wandelend eens zullen stil staan bij dit bijzondere en zeer oude plein.

Landgoed De Wielewaal te Eindhoven meer dan 100 jaar Particulier Eigendom en straks een openbaar park?

Poort en toegangslaan tot Landgoed De Wielewaal. Foto gemeente Eindhoven

(273) Deze week (2de week februari 2022) is bekend geworden dat de gemeente Eindhoven het landgoed De Wielewaal (tot 2017 eigendom van Frits Philips) gaat kopen om de te verwachten uitbreiding van de stad ’te verzachten’ met een mooi openbaar park. Nu is het hek nog dicht, maar dat zal niet lang meer duren.

Op Google Earth is het landgoed duidelijk te onderscheiden. Het is gelegen in het noordwesten van de stad, in stadsdeel Strijp en in de buurt Wielewaal. Verscheidene lanen zien we op de luchtfoto lopen en ook in het zuidelijk deel een sterrenbos.

In 1850 was dit gebied nog heide. In de 2e helft van de 19e eeuw werd het bebost. In 1912 kocht Anton Philips, de vader van Frits Philips,  het dennenbos en hij liet dit bos, genaamd ‘Het Zwarte Huis. als landgoed inrichten, maar Anton heeft er nooit gewoond. Een deel van het landgoed, ten noorden van de Oirschotsedijk, werd in 1920 geschonken aan de bevolking en staat sindsdien bekend als het Philips de Jongh Wandelpark. Het gebied ten zuiden van deze dijk is landgoed De Wielewaal waar Frits Philips in 1934 een huis liet bouwen door de vrij onbekende architect Frans Stam.

Landhuis De Wielewaal afgebeeld in het tijdschrift ‘Het landhuis’, jrg 30, 1935, no 16 (28-08-1935)

Midden op de luchtfoto hieronder zien we het grote huis en vanuit dit huis loopt een ‘tapis vert‘ (een brede grasloper omgrenst door hoog bos) schuin zuidwaarts naar een ‘rotonde’, die het middelpunt vormt van een sterrenbos.

Het landgoed (met in eerste instantie een pinetum, een sterrenbos, een rockery en een doolhof), werd tussen 1912 en 1920 aangelegd naar ontwerp van de bekende tuinarchitect Dirk Frederik Tersteeg (1876-1942). Over de laatste is te lezen in het boek ‘Nederlandse Tuinarchitectuur tussen 1850 en 1940, waard om beschermd te worden‘ (1986), door Bonica Zijlstra.

Grootste deel van het landgoed op Google Earth. Middenin de woning. Vanuit de woning schuin naar beneden een gras-laan (tapis vertelt) naar een rotonde, die het centrum van het sterrenbos vormt. Hier vandaag lopen 7 lanen door het bos.

Op het landgoed groeien veel monumentale bomen en rododendrons; bovendien gedijen er veel paddenstoelen en bijzondere planten. De bomen zijn grotendeels geplant in opdracht van Anton Philips, in de eerste twee decennia van de 20e eeuw. Tersteeg werkte op De Wielewaal in gemengde parkstijl, waarbij rechte lanen en natuurlijke vormen elkaar versterken.

Dirk Frederik Tersteeg’s werk op De Wielewaal werd algemeen gewaardeerd in Nederland. Dit is bekend omdat de Bond van Nederlandse Tuinarchitecten (BNT) in 1940 een foto (onderstaand) van het park opnam in haar reizende Foto-tentoonstelling. Ook zijn in de Bibliotheek WUR enige ontwerpen van Tersteeg terug te vinden, namelijk ontwerpen voor het sterrenbos, de rockery en het doolhof.

Eindhoven Pinetum Het Zwarte Huis. D.F. Tersteeg, ontwerp 1917-1919. Foto uit BNT-Tentoonstelling 1940. Bibliotheek WUR / Speciale Collecties
Eindhoven. Ontwerp Sterrenbos Het Zwarte Huis. D. F. Tersteeg, 1920. Aan de Postdijk, Kromme sloot, Wemschedijk. Bibliotheek WUR / Speciale Collecties 
Eindhoven. Ontwerp Rockery bij Het Zwarte Huis.. D. F. Tersteeg (1917-1919). Bibliotheek WUR / Speciale Collectie 
Eindhoven. Ontwerp Doolhof bij Het Zwarte Huis. D. F. Tersteeg, 1917 . Doolhof nog aanwezig. hoewel aan restauratie toe.
Bibliotheek WUR / Speciale Collectie 

Of al deze tuinonderdelen nog aanwezig zijn, is mij niet bekend. Het zou in ieder geval zeer de moeite waard zijn nader onderzoek naar dit historische landgoedpark te doen, omdat er nooit een publicatie over is verschenen en het zeer interessant zou zijn dit park met andere grote parken en in het licht van de Nederlandse tuinhistorie te plaatsen en te vergelijken.

Bezoek Belmonte Arboretum Wageningen

Hamamelis x intermedia of Toverhazelaar ‘Jelena’ in Belmonte Arboretum. Foto Carla Oldenburger

(272) Vorige week bezochten we in verband met een nieuwe ontwerp-opdracht een oriënterend bezoek aan het arboretum in Wageningen (Gen. Foulkesweg 94A).

Omstreeks 1800 kocht Frans Godard van Lynden van Hemmen deze gronden. Zijn schoonzoon T.J. baron de Constant Rebecque de Villars liet hier in 1843 een nieuw huis bouwen en daarbij een park aanleggen dat volgens overlevering door de tuinarchitect J.D. Zocher jr. werd ontworpen. Van ca. 1950 tot 2012 werd de plaats omgevormd tot een van de twee tuinen van de Hortus Botanicus / WUR, ontworpen door prof. J.T.P. Bijhouwer.

Hoewel er nog niet veel in bloei stond, het was tenslotte de laatste week van januari, vroeg deze roodgekleurde Toverhazelaar x intermedia ‘Jelena’ toch om een foto voor onze ‘Berichten’-pagina. Hamamelis x intermedia ‘Jelena’ is een cultivar genoemd naar Jelena De Belder, stichter en grondlegster van Arboretum Kalmthout. Meestal zijn de bloemen meer oranje gekleurd, deze roodgekleurde struik staat solitair en is daardoor des te opvallender van kleur.

We houden u komend jaar op de hoogte met meer mooie foto’s van alles wat groeit en bloeit op Belmonte,

Aantasting rijksmonument Tuin achter Raadhuis Eelde

J. Vroom jr. Ontwerp tuin achter Gemeentehuis Eelde, 1938. Gem. Arhief Tynaarlo, Kaartenverz. 1811-heden, mapnr. XVIII

(271) Wat is er aan de hand in Eelde bij het voormalig gemeentehuis aan de Pr. Irenestraat (gebouw en tuin beide rijksmonument)? Het huis zal worden verbouwd en ingericht als verzorgings/verpleeginstelling en in de achterliggende tuin (eveneens rijksmonument) zal een bijpassende bebouwing worden neergezet met dezelfde bestemming. De Rijksdienst Monumentenzorg heeft toestemming verleend en ook de gemeente ziet geen bezwaren. Er ligt, wat de tuin betreft, een schetsontwerp van tuin- en landschaps-architect Dijkstra, dat, aldus diens tekst, teruggrijpt op het oorspronkelijke ontwerp van Vroom. Dit is nu hierboven afgebeeld. Het cultuurhistorisch onderzoek dat is uitgevoerd, titel ‘Tuinhistorisch Onderzoek Voormalig Raadhuis Eelde’ (2015), is neergelegd in het rapport dat volgens de huidige regelgeving is samengesteld. 

Zondag 16 januari was er in de Nieuwsbrief van RTV Drenthe te lezen dat “Fieke Meindertsma, oprichter en eigenaar van Goedemorgen Paterswolde BV en huurder van het vroegere raadhuis, in een interview heeft gezegd: “De tuin wordt compleet nieuw aangelegd, Rijksmonument-waardig. Een landschapsarchitect heeft een prachtontwerp voor ons gemaakt”. Die landschapsarchitect is Dijkstra Buro voor landschapsgeschiedenis en landschapsontwerp. Het bericht gaat dan verder: “De tuin had al klaar moeten zijn voor de eerste bewoners kwamen, maar doordat een omwonende een gerechtelijke procedure heeft aangespannen, mogen wij in afwachting daarvan niets doen, behalve onderhoud. Echt heel erg jammer.”

Gemeentehuis Eelde in vroeger dagen. Zicht vanaf achterzijde vijver

Bond Heemschut en de Ned. Tuinenstichting hebben zich ook zorgen gemaakt. Op de website van de NTs is nu te lezen: “De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) heeft  positief over het plan geadviseerd”. In eerste instantie verbaasde dit de NTs; maar later (mei 2021) werd duidelijk waarom: de gemeente de adviesaanvraag over de tuin achterwege gelaten, namelijk omdat die ‘pas in fase 2’ zou worden aangepakt. Deze laatste aanvraag werd eind september (2021) gedaan. Het advies van de RCE dat daarop in oktober volgde verdeelde de komende tuinwerkzaamheden in twee delen: ‘onderhoud’, waarvoor geen, en ‘restauratie’ waarvoor wél een omgevingsvergunning zou moeten worden aangevraagd”. Tot tweemaal toe is een procedure die Heemschut aanspande tegen de projectontwikkelaar door de rechter stopgezet. De Vries van Bond Heemschut: “En dan zegt de rechter: nou, we wachten nog maar een half jaartje. Jullie zijn nog aan het stoeien met elkaar. Er wordt natuurlijk beweerd dat het best wel weer in orde komt, maar ik houd mijn hart vast. Het gaat echt veel geld kosten om die tuin weer helemaal terug te brengen in de monumentale staat en dan zal je zien dat het een sluitpost wordt.” De tuin is sinds 6 jaar verwaarloosd en niet meer onderhouden. Fieke Meindertsma van Goedemorgen Paterswolde BV blijft echter optimistisch “Het wordt prachtig”, zegt zij: “Ook de achterkant van de tuin wordt meegenomen in een ontwerp dat is geïnspireerd op het werk van landschapsarchitect Piet Oudolf. De heren van Heemschut zijn van harte uitgenodigd om hier nog eens te komen wandelen zodra alles klaar is. Ik denk dat ze dan heel erg blij zullen zijn.”

Voorlopig zijn wij, de Oldenburgers, nog niet echt blij. De combinatie Jan Vroom jr. en Piet Oudolf is natuurlijk in principe wel mogelijk, beplantingen van Piet Oudolf zullen best pasen in de borders die door Vroom op zijn ontwerp zijn aangegeven, maar als een tuin een rijksmonument is, in dit geval een monument uit 1938, dan hoort daar natuurlijk niet het sortiment van Piet Oudolf in te worden toegepast. Beplantingen à la mode van 1938 verschillen echt heel erg met Piet Oudolf beplantingen. En waar komt die nieuwe bebouwing in de achtertuin, half over die prachtige vijver? Erg veel ruimte is er niet. Wie verschaft ons duidelijker tekeningen om eens deskundig over dit nieuwe ontwerp te oordelen?

Essentie van inboeten en klimaatverandering

Wouter Johannes van Troostwijk. Vreugdenhof aan den Amsteldijk uit het huis te zien. 1805. Tekening zwart krijt gewassen in kleur. Geveild bij Christie’s 2014. Part. Collectie

(270) Op bovenstaande afbeelding is heel duidelijk een ingeboete boom te zien. De essentie van het begrip ‘inboeten’ is Het opnieuw inplanten op plaatsen waar andere planten zijn weggevallen, in dit geval dus een weggevallen boom.

Als planten wegvallen, is daar vaak niet één specifieke reden voor aan te wijzen. Bij het aanplanten is het belangrijk dat er gekeken wordt naar de situatie waar de planten komen te staan. Zo moet men rekening houden met de zonnestand , maar ook met hoe hard een plant groeit. Want planten hebben de ruimte nodig om goed te kunnen groeien. Daarnaast is het belangrijk dat de plant voldoende (regen)water krijgt, de grond een goede structuur heeft en dat de bodem voldoende voedingsstoffen bevat.

De veranderingen in het klimaat kunnen direct effect hebben op de plantengroei. Zo kunnen planten uitdrogen als het lang droog en warm is. Maar ook veel regen kan ervoor zorgen dat de wortels van de plant te weinig zuurstof krijgen en dat daardoor de plant dood gaat.

Het is belangrijk om de groei van een nieuw ingeplantte boom het eerste jaar nauwkeurig in de gaten te houden. Als de boom dreigt dood te gaan is z.s.m. inboeten van belang zodat een nieuwe boom in een laan nog met zijn ‘buren’ tegelijk op kan groeien.

Op de tekening zien we een boompje dat eigenlijk te laat is ingeboet terwijl het juist heel belangrijk is in de landschapsstijl dat lanen regelmatig beplant zijn en er dus geen gaten vallen in de plantenrij. Structuurelementen die de vroege landschapsstijl (eind 18de eeuw tot ca. 1815) bepalen zijn: kronkelende paden,vaak zonder duidelijk einddoel en op regelmatige afstand beplant met bomen. Zicht op een doel in de verte (hier langs de Amstel), om het park zelf groter te doen lijken, komt ook vaak voor. Let hier ook op het zandpad en de randbewerking tussen gras en pad. En het is belangrijk dat heesters niet te ver van het pad worden aangeplant, zodat de wandelaar in de bloeitijd optimaal van de bloemen kan genieten.

Joodse Begraafplaats in Muiderberg.

Muiderberg. Rechter bovenhoek het Echobos met padenpatroon. Rond middelste bos de uitbreiding Joodse begraafplaats met hoofdlaan en 2 zijlanen. Links midden het oude deel Joodse begraafplaats met duidelijke hoofdlaan. Google Maps

(269) De Hoogduitse Joodse begraafplaats te Muiderberg is de oudste begraafplaats van de Hoogduitse-Joden in Amsterdam. De Hoogduitse gemeente in Amsterdam werd in 1636 gesticht. Zij kochten in 1642 een terrein van ruim 17 ha. in Muiderberg, om hier hun begraafplaats aan te leggen. In 1660 kochten de Poolse joden, die in 1656 een eigen gemeente in Amsterdam hadden gesticht, een naastgelegen stuk grond. Bij de samenvoeging van de beide gemeenten werden ook de beide begraafplaatsen samengevoegd. Na uitbreidingen in 1738, 1780 en 1840 heeft het terrein thans een omvang van 21 hectare. Het noordelijk deel is aangelegd op de voormalige buitenplaats Hofrust met de overplaats Koggerbosch. Er liggen meer dan 6000 vrijwel aaneengesloten zerken.

Op de luchtfoto is te zien dat de begraafplaatsen nogal kaal zijn. Op het oudste deel (links van het midden) zien we een kale hoofdlaan en een met bomen beplante toegangslaan; op de ten noorden van dit oudste deel gelegen uitbreiding zijn solitaire bomen verspreid over de begraafplaats te zien naast ook weer een hoofdlaan en zijlanen daar loodrecht op. Eigenlijk zijn bomen niet toegestaan op een Joodse begraafplaats omdat ze onrein zouden zijn. De kohaniem (priesters) lopen over het hoofdpad en de zijpaden naar het metaheerhuisje (lijkenhuisje) en de graven. Deze laan en paden zijn meestal onbeplant zodat de kohaniem rein een graf kunnen bereiken.

Maar in Nederland is nogal eens afgeweken van die symbolische gedachtengang en ziet men toch her en der bomen aangeplant, misschien omdat op Nederlandse begraafplaatsen juist veel bomen, liefst coniferen te vinden zijn, die het eeuwige leven symboliseren.

Joodse begraafplaats (met metaheerhuisje), Nieuweweg 2, Dordrecht; bij de ingang rijkelijk met bomen beplant.

Hoe nu met deze Joodse rituelen en Nederlandse symbolen om te gaan? Hoe een Joodse begraafplaats te restaureren, waarop bomen niet thuis horen, maar waar ze toch een belangrijke plaats innemen. Dat is een belangrijke vraag bij het restaureren van het groen op deze begraafplaatsen.

Joodse begraafplaatsen langs de Belgische grens

(268) Als je in Joodse begraafplaatsen geïnteresseerd bent, o.a. in verband met de subsidie die als een soort laatste goede daad door Minister van Engelshoven in het vooruitzicht is gesteld en je wilt weten waar die begraafplaatsen dan zijn omdat je er eens wilt gaan kijken en mogelijk aan het herstel op een of andere manier kunt bijdragen, dan is de algemene website van Joodse begraafplaatsen in Nederland een goed vertrekpunt.

Putte, gemeente Woensdrecht. 2 Joodse begraafplaatsen ten noorden van de Noordweg; de derde Joodse begraafplaats in de punt tussen de Putseweg en de Krommere. NB. Rechthoekige grafvelden. Google Maps

We willen de meest opvallende er eerst maar eens uitlichten. Een vluchtige blik over alle lijsten leert direct dat één plaats direct opvalt qua aantallen graven, en dat zijn de drie begraafplaatsen in Putte (gemeente Woensdrecht). 

Het gaat hier allereerst om de begraafplaats van de Frechie stichting aan de Noordweg; de tweede is de Machsike Hadass ook aan de Noordweg en de derde is de Shomre Hadass aan de Putseweg, alle drie met een geschat aantal graven van meer dan 10.000, dus samen ca. 30.000 graven. Ter vergelijking, de beroemde begraafplaats in Ouderkerk, de oudste Joodse begraafplaats Beth Haim, telt ca. 28.000 graven. Vele van de graven op alle drie de begraafplaatsen zijn weggezakt in de grond en niet meer zichtbaar.

Wat is hier in Putte aan de hand? De plaats Putte is een onderdeel van de gemeente Woensdrecht vlakbij de Belgische grens. Omdat de Belgische wet de ruiming van graven niet uitsluit en de graven op een Israelitische begraafplaats nu juist altijd moeten kunnen blijven liggen, hebben veel Joodse Antwerpenaren even over de grens hun laatste rustplaats gekozen.

De oudste werd in 1910 aangelegd door de Israelitische Begrafenis Vereniging Antwerpen. De allee die het hele terrein van noord naar zuid doorsnijdt, het middenpad waarop de kohaniem (priester) dient te lopen, is beplant met linden. Het ontvangsthuis is ontworpen door G. Fierens. De plaats werd in 1931 uitgebreid, met onder meer een toegangspoort aan de Noordweg. Een van de oudste graven is het graf van de familie Horowitz uit ca. 1910. Dit graf ligt in het verlengde van de linden-allee.

Naast deze begraafplaats werd in 1913 een tweede begraafplaats gesticht voor orthodoxe joden, genaamd ‘Chevra Kadishé Machsike Hadass’. Hier werd volgens de Russisch-Poolse traditie begraven.

De derde begraafplaats is bestemd voor arme joden, ‘Shomre Hadass’, werd in 1920 aangelegd aan de Putseweg. Ook hier is duidelijk een beplante hoofdlaan te zien.

Ook op Joodse begraafplaatsen van Bergen op Zoom en Eijsden zijn veel Belgische Joden begraven. 

De meeste Joodse begraafplaatsen hebben een rechtlijnige indeling, in vierkante en rechthoekige velden en met een duidelijke beplante hoofdlaan. In Ouderkerk is echter een combinatie van een rechtlijnig veld met een landschappelijke aanleg te zien. 

In Nederland zijn ongeveer 230 Joodse begraafplaatsen te vinden waarvan er 29 een beschermende monumentenstatus hebben.

Jan Ebbers: 1912 vijftig jaar apotheker in Heemstede en 1915 vijftig jaar getrouwd

(267) Naar aanleiding van het vinden van de diner-menu-kaart van het vijftigjarig bruiloftsfeest van onze (bet)overgrootouders kwamen de volgende feiten boven water.

Onze (bet)overgrootvader Jan Ebbers (1842 -1923), 20 september 1865 getrouwd met Maria Wilkes (1841-1929) was in zijn tijd een bekende persoonlijkheid in Heemstede. In 1912 vierde hij volgens een bericht in het Haarlemsch Dagblad dat hij vijftig jaar apotheker was in Heemstede en korte krantenberichten en de bewuste menukaart (1890, 1905 en 1915) onthullen dat hij vijfentwintig, veertig en vijftig jaar gehuwd was met Maria Wilkes. Zie onderstaand artikeltje en advertenties en foto’s van de menukaart.

Bericht 50 jarig dienstverband als apotheker. Haarlemsch Dagblad 3 april 1912
Bericht over de ophanden zijnde 25 jarige bruiloft. Oprechte Haarlemsche Courant 6 sept. 1890
Dankbetuiging 40-jarig huwelijk. Haarlem’s Dagblad 25 september 1905

Volgens gegevens gevonden in het Noord-Hollands Archief was Jan op zijn huwelijksdag 23 jaar oud, geboren in Ede en apothecarsleerling (sic). Sinds 1862 was hij in opleiding op de apothekersschool in Haarlem. Maria was 24 jaar en geboren in Haarlem. De ouders van de bruidegom resp. bruid waren Frans Willem Ebbers (kleermaker) getrouwd met Aaltje Roelofs en Johannes Wilkes (koopman, geboren 1799 te Breukelen) getrouwd met Anna Catharina Kools.

Jan Ebbers en Maria Wilkes 50 jaar getrouwd (1865-1915). Menukaart. Part. Collectie
Achterzijde Menukaart 50 jarige bruiloft Jan Ebbers en Maria Wilkes 1915

Helaas staat de locatie van het bruiloftsdiner op bovenstaande menukaart niet vermeld, maar naar wij mogen aannemen is dat in Heemstede geweest. De meest voor de hand liggende adressen zijn Hotel Restaurant ‘Het wapen van Amsterdam’ (tegenwoordig adres Fonteinlaan 11 Haarlem) of ‘Het Wapen van Heemstede’ (adres Wilhelminaplein Heemstede, sinds 2013 in eigendom van de Mij. Stadsherstel Amsterdam en verbouwd tot 9 woningen).

Hotel Café Restaurant ‘Het Wapen van Amsterdam’, ca. 1900. Fonteinlaan nabij de Meester Lottelaan
Restaurant ‘Het Wapen van Heemstede’ (rechts met serre), ca. 1900. Sinds 2013 eigenaar Mij. Stadsherstel Amsterdam

Jan en Maria hebben deels op de Binnenweg (nr.11) in het dokters-en apothekershuis en deels in het winkelpand Raadhuisstraat (nr.92) gewoond. Het pand in de Raadhuisstraat (bij de IJzeren brug) stond bekend als het oudst bekende adres voor levensmiddelen, op naam van Jan Ebbers, maar de winkel werd gedreven door drie van zijn dochters, Wilhelmina, Maria en Jeanette, samen met hun jongste broer Gustaaf Adolf. Het was meer dan een kruidenierswinkel, zoals ook duidelijk omschreven in de hieronder geplaatste advertentie uit 1934 , waarin ook de verkoop van Delicatessen, Boter, Kaas en Comestibles (tegenwoordig zouden we zeggen een Deli-winkel of traiteur) werd aangeprezen.

Advertentie uit Ons Blad’, 1934. Raadhuisstraat 92, Heemstede.

Tenslotte nu een overzicht van het gezin van apotheker Jan Ebbers, omdat de kinderen ook worden vermeld als ‘Hunne dankbare kinderen’. Onze (over)grootvader Jan Ebbers, de eerste zoon en het vierde kind van de apotheker, heeft in 1899 Heemstede verlaten en is vertrokken naar Amsterdam om daar een zelfde winkel te beginnen met Kruidenierswaren, Comestibles en Delicatessen. Deze was gevestigd in de splinternieuwe Kinkerbuurt, in de Da Costastraat (35) / hoek Potgieterstraat. Zij bleven hier wonen tot 29-08-1924, de dag dat zij verhuisden naar de Pieter Langedijkstraat (42 III).

Gezin van Jan Ebbers en Maria Wilkes:

Jan Ebbers (apotheker), *31-05-1842 te Ede

X Maria Wilkes, *21-09-1841 te Haarlem

Kinderen (cursief de kinderen die de winkel in de Raadhuisstraat beheerden):

  1. Wilhelmina Alida Ebbers (1861-1953), *16-11-1867 te Heemstede, tante Mina.
  2. Anna Wilhelmina Ebbers (1866-Utrecht 1924), *05-01-1866 te Heemstede X (1910) Hendrikus ten Raa (Kampen 1860 – Driebergen-Rijsenburg 1946).
  3. Maria Jeanette Ebbers (1873-1952), *11-01-1873 te Heemstede, tante Marie.
  4. Jan Ebbers (1874-1954), *14-03-1874 te Heemstede X Carolina Sophia Vogelesang (1872-1954), (over)grootouders van Juliet Oldenburger en Carla Oldenburger-Ebbers.
  5. Johan Wilhelm Ebbers (1876-1946), *18-05-1876 te Heemstede, oom Willem X Hilligje de Boer (Avereest 1867- Heemstede 1957), tante Hilda.
  6. Jeanette Everdina Ebbers (1879-1962), *07-07-1879 te Heemstede, tante Net.
  7. Gustaaf Adolf Ebbers (1881-1943), *12-04-1881 te Heemstede, oom Dolf X Johanna Granneman (1884-1949).
  8. Everdina Ebbers (1883-1938), *04-01-1883 te Heemstede, tante Eef X Gerlof Hendrik Hospes (1887-1927).