Categoriearchief: Lezingen
John James Audubon (1785-1851) Voorproefje

(241) Het originele werk Birds of America, het meesterwerk van John James Audubon (verschenen tussen 1827 en 1838 op dubbel-olifantsformaat) bevat 435 platen. De Wordsworth Edition geeft een schitterende herdruk van de platen, weliswaar in folio-formaat (daarom een plaatje van mijn boekenkast, zodat je kan zien hoe groot het boek ook nu nog is). Naast zijn tekeningen (plaatwerken) van de vogels schreef Audubon zijn waarnemingen over het gedrag van de vogels in een aparte uitgave getiteld ‘Ornithological Biography‘ (1831-1839).
Als student of net afgestudeerde biohistoricus maakten we met de staf van ons instituut een keer (eind jaren zestig zal het geweest zijn) een uitstapje naar Teylers Museum. Onze professor (Prof. dr. Frans Verdoorn) kende de staf van Teylers Museum goed en we werden dan ook gefêteerd op alle schatten van het museum. Toen zag ik voor het eerst de originele delen van de serie plaatwerken van Audubon, het enige exemplaar in Nederland. We waren wel wat gewend want Mevrouw Verdoorn was de gelukkige bezitster van de ‘Nederlandsche Vogelen’ van Sepp en Nozeman, het eerste Nederlandse Vogelboek (1770 -1829). En als je deze twee uitgaven vergelijkt, blijkt dat beide uitgaven uitblinken qua illustraties, maar dat Audubon de vogels heeft getracht in hun natuurlijke omgeving en in een natuurlijke houding weer te geven, en dat is helemaal fantastisch.

Gisteren (17 april 2021) was ik deelnemer aan een webinar georganiseerd door Teylers Museum. De onderwerpen die daar werden besproken waren een voorproefje op de komende activiteiten van het museum.
1) Tentoonstelling Vogelpracht, over het vogelboek van Audubon en andere vogelboeken en tekeningen uit Teylers collectie, die op 17 juli 2021 (als corona dat toelaat) zijn deuren opent;
2) Opening van het Teylers Huis (november 2021), en in verband daarmee sprak de stoelen-restaurator Poole over de restauratie van de stoelen uit het Teylers Huis;
3) Tentoonstelling ‘Italiaanse barok in Teylers’ n.a.v. het verschijnen van de nieuwe ‘Bestandscatalogus Italiaanse Tekeningen’ uit de zeventiende eeuw, samengesteld door Carel van Tuyll (opening 17 juli 2021). Getoond zullen worden o.a. de twee tekeningen van Bernini die onlangs als ‘herontdekking’ het nieuws haalden.
Na de opening van de diverse activiteiten zullen we op deze aankondiging in onze ‘Berichten’ terugkomen.
‘T HOF TE VLAARDINGEN: HISTORIE, ANALYSE, WAARDERING. DIASHOW
(253 x op Slideshare bekeken)
(240). Deze dia-show behoort bij een onderzoek over het stadspark/ voormalige buitenplaats ’t Hof te Vlaardingen, uitgevoerd in 2007. Het rapport is gedeponeerd in de Bibliotheek WUR (Wageningen UB).
Wat is een Sterrenbos? DIASHOW
(182 x op Slideshare bekeken)
(239) Een sterrenbos op een buitenplaats komt tamelijk veel voor. Men herkent het niet altijd, daarom deze uitleg. Een sterrenbos bestaat meestal uit twee lanen die elkaar kruisvormig kruisen en twee lanen die elkaar diagonaalsgewijs kruisen. Hun middelpunten vallen samen. Tussen de lanen liggen driehoekige bosvakken. Een sterrenbos heeft eigenlijk twee doelen. 1) het is een productiebos. De rechte lanen worden gevormd door beuken of eiken die de tussengelegen driehoekige vakken met hakhout afschermen. Het hakhout werd vroeger om de paar jaar gekapt en kon voor verschillende doeleinden gebruikt worden. 2) het is een jachtbos, speciaal voor kleinwild. De jager vatte met zijn geweer post op een van de lanen, terwijl de honden het wild moesten opjagen. Zodra de hazen, konijnen, fazanten, of zwijnen de laantjes overstaken, stond de jager met zijn geweer klaar om te vuren. Op onderstaande topografische kaart is te zien dat het middelpunt van een sterrenbos meestal uitkijkt over acht lanen.
Deze bossen zijn een cultuurhistorisch bosrelict uit vroeger tijden. Op oude topografische kaarten zijn ze makkelijk te onderscheiden.
DIASHOW: HAND-TAPIJTKNOPERIJ KINHEIM BEVERWIJK (1910-1973)
(884 x bekeken op Slideshare.nl)
(234) Gisteren (19 maart 2021) stond er in de dagelijkse Berichten van het tijdschrift MONUMENTAAL een artikeltje over Deventer Tapijten in Huis van Brienen (Herengracht 282, Amsterdam).

Deze tapijten werden in Deventer vervaardigd in de Koninklijke Deventer Tapijtfabriek (1797-1978). Maar er waren meer tapijtfabrieken, waaronder de Hand-tapijtknoperij Kinheim te Beverwijk (1910 tot 1973). De grootste collectie tapijten uit Beverwijk bevindt zich in Museum Kennemerland te Beverwijk. Op de website van dit museum staat onder meer te lezen:
“Hendrik Godefridus Polvliet startte volgens het handelsregister de Tapijtknoperij ‘Kinheim’ op 1 september 1910 aan de Zeestraat 104 te Beverwijk. Oorspronkelijk zat het bedrijf aan de Vondellaan in Beverwijk, toen nog Spargielaan geheten. Zijn vrouw, mevrouw C.M. Polvliet – Van Hoogstraaten (1883-1966), was daar al in 1909 gestart met de handtapijtknoperij ‘Kinheim’. Op kleine schaal werden hier met de hand tapijten geknoopt. Zie verder het hele document van het museum en bovenstaande diashow.
DIA-SHOW: GESCHIEDENIS VAN DE NEDERLANDSE TUINARCHITECTUUR AAN DE HAND VAN KAARTMATERIALEN
(386 x bekeken op Slideshare.nl)
(233) Historische kaartmaterialen zijn naast historische ontwerpen van tuinen, parken en landschappen een belangrijke bron voor het verkrijgen van een zicht op de ontwikkeling van de tuin- en landschapsarchitectuur. Ook topografische kaarten vanaf ca. 1850 (in de vorm van de Topografische Militaire Kaart van Nederland) kunnen een beeld verscherpen, alhoewel deze kaarten zelf meestal onnauwkeuriger zijn dan losse kaarten van één landgoed of regio.
DIASHOW HISTORISCHE STADSTUINEN renoveren of reconstrueren BIJ HUIZEN UIT DE 17DE / 18DE EEUW ?
(293 x bekeken op Slideshare.nl)
(232) De VRAAG die in deze diashow wordt uitgewerkt: Is de architectonische eenheid tussen huis en tuin nog bepalend voor een nieuw tuinontwerp in de 21ste eeuw?
N.a.v. drie rijksmonumenten (met tuin) in Amsterdam en één in Den Haag wordt voorlopig een eerste conclusie getrokken.
DIASHOW OUDE HORTUS UTRECHT EN HORTUS QUIZ
(394 x bekeken op Slideshare.nl)
(230) Deze diashow laat u de ontwikkeling van de Oude Hortus Utrecht zien, gelegen aan de Nieuwe Gracht en bereikbaar via het Universiteits-museum in de Lange Nieuwstraat. Het museum is thans wegens vernieuwing en verbouwing gesloten. Op de website van het museum vindt u een hortus quiz. Deze diashow kan u met de oplossing hiervan een beetje helpen.
Dit is de vierde diashow op rij. Eerdere shows hadden tot onderwerp ‘De Zochers’; ‘Clingendael’; en de ‘Cultuurhistorie van Buxus’. Elke week wordt er een nieuwe show aan toegevoegd, totdat alle 25 stuks erop staan. De shows zijn eigenlijk illustraties van lezingen die ons bureau heeft gehouden de laatste 20 jaar. Lang niet alle gegevens zijn dus letter voor letter op de dia’s te lezen. Wij vinden dit juist een aanbeveling om de shows te gaan zien. U wordt uitgedaagd ontbrekende namen of jaartallen zelf op te sporen of via de Contactknop aan ons te vragen.
Het doksaal van de cunerakerk in rhenen
15 november 2019 was een bijzondere dag voor historisch geïnteresseerden in Rhenen. De avond stond in het teken van de restauratie van het vroeg-renaissance-doksaal in de Cunerakerk en de aanbieding van een boek over dit onderwerp.

Het eerste exemplaar van het boek, getiteld Het doksaal van de Cunerakerk in Rhenen en geschreven door Anton van Run (uitgave Stichting Matrijs, Utrecht) werd aangeboden aan wethouder Hans Boerkamp. Het boek ziet er prachtig verzorgd uit, met vele foto’s en uitleg van alle reliëfs, beelden en ornamenten.

Anton van Run hield een voordracht voordat het boek overhandigd werd. Hij ging in op de betekenis van het doksaal als scheidingswand tussen het priesterkoor en het schip van de kerk en gaf uitleg over de betekenis van de reliëfs. Hieronder is op de volgende foto goed te zien dat het doksaal een scheidingswand is .
Doorkijk vanuit schip van de kerk naar priesterkoor
Duo Dolce Vita (Maurice Bonnemayers, piano en Lanneke Lie, dwarsfluit) verzorgde de muziek met intermezzi van J.S. Bach, Franz Schubert, Camilie Saint-Saëns en eigen werk van Maurice Bonnemayers.U kunt de restauratie van het doksaal steunen door onder meer lid te worden van de Vrienden van de Cunerakerk.

Dit natuurstenen doksaal is uniek zowel voor Rhenen als voor Nederland. Uiteraard is het een rijksmonument, zoals de hele kerk. Erfgoed van wereldformaat dat wij in Rhenen mogen beheren.
Ook simpele adviezen kunnen nieuws opleveren 1-3
Het geven van groen-erfgoed-adviezen is ook een belangrijke taak binnen onze werkzaamheden. Dat kunnen adviezen zijn in de vorm van degelijke rapporten, soms in samen werking met een tuinarchitectenbureau, maar het kunnen ook heel simpele adviezen zijn, die wij zelf nauwelijks als advies beschouwen. Toch is het interessant hier eens te melden waar die kleine adviezen over kunnen gaan en waarom die ook zowel voor de adviesaanvrager als voor ons eigen bureau belangrijk kunnen zijn. Ik geef hier een paar vragen die ons de afgelopen maand werden gesteld.
- Jorn en Lia Copijn vroegen of wij intermediair wilden zijn bij het zoeken naar een goede bestemming voor hun Copijn-ontwerpen. We hebben daar een hele middag over gepraat en alle voors en tegens tegen elkaar afgewogen. Het gesprek eindigde in een advies waarmee ze verder konden en ook wij hielden er iets leuks aan over, namelijk prachtige foto’s die we vast wel eens kunnen gebruiken van een wand en een deur met cementrustiek versierd, in hun serre in Groenekan, al minstens 100 tot 150 jaar oud. We kenden al zo’n wand op buitenplaats De Treek; jammergenoeg schijnt deze nu achter een houten wand te zijn weggewerkt. De huidige eigenaren zagen kennelijk de waarde er niet van in.
Serre-wand op De Treek enige jaren geleden Serre-wand Groenekan Deurversiering met cementrustiek Groenekan
2. Een tweede adviesje betreft de vraag van een lid van de Historische Vereniging Oud-Rhenen, die de historische stad Rhenen digitaal aan het herbouwen is. De vraag luidde: “Heb je nog tijd kunnen vinden om na te denken over de beplanting van de Koningstuin? Bijgaande schets heb ik gebruikt om deze tuin te reconstrueren op de Veerwei.”

Het antwoord dat door ons gegeven werd: De plattegrond langs de Veerweg is duidelijk ingedeeld in 2 delen, bovenste deel bomen en onderste deel grote tuinbedden. De ‘boomgaard’ kun je natuurlijk makkelijk ook in 4 of 8 delen opsplitsen en dan beplanten met vruchtbomen: appels (Malus domestica), peren (Pyrus communis), kersen (Prunis cerasifera), pruimen (Prunus domestica), walnoten (Juglans regia). Ook vijg (Ficus carica).
Maar je zou ook voor andere bomen kunnen kiezen, die om welke reden dan ook (brandhout, timmerhout, landbouwhout, tuinhout, siertuinen) gebruikt werden. Wilg (Salix alba); Westerse plataan (Platanus occidentalis), Es (Fraxinus excelsior), Sneeuwbal (Viburnum lantana), Gelderse Roos (Viburnum opulus).
En dan voor de nuttige planten in de groenten- en kruidenbedden een keuze uit: selderij, asperge, andijvie, meloenen, peterselie, wortelen, venkel, sla, munt, mirte, tabak, marjolein, pastinaak, bonen (Phaseolus), erwten (Pisum), kruisbes, rozemarijn, meekrap (verfplant), tomaten, aardappel, misschien een vakje tulpen voor de potten in de tuin (Duc van Tol), veldsla.
Je kunt in Google gewoon de bomen of planten met nederlandse of latijnse naam intikken en dan eens zoeken naar geschikte plaatjes.
Voor de zekerheid doe ik als Bijlage de lijst planten erbij die in 1594 in de Leidse Hortus werden gekweekt (deze voorlopige lijst was ook nieuw voor mij en is nog niet gepubliceerd) èn een prachtig gidsje (dat ik nog niet kende!) dat een overzicht geeft van de activiteiten in de Leidse Hortus gedurende de 16de tot de 21ste eeuw.

3. Op Palmpaaszaterdag verzorgde ik een lezing op het Symposium van het Tuinhistorisch Genootschap Cascade, getiteld ‘Overwegingen bij het herstellen van Stadstuinen uit de barok, gezien door de ogen van een 21ste eeuwer’. De voorlopige conclusie van de lezing kwam er op neer dat historische stadstuinen in de 17de/18de eeuw werden ontworpen op basis van de architectuurstijl van het bijbehorende huis en dat restauratie- of renovatie-ontwerpers van die tuinen nu veel eerder kijken naar de functie van het huis. Kortom vorm volgt functie. Een mooi voorbeeld is de tuin van het Huis van Staat of Johan de Witthuis in Den Haag. Op een kadasterkaart uit 1820 is te zien dat op de grens van de achtertuin van het Johan de Witthuis met het stallengenbouw achterin de tuin, op de middenas een achthoek is te zien. Dit zal zeker een uitbouw van het stalgebouw (met woning op de eerste etage voor de koetsier) voorstellen, in de vorm van een achthoekige koepel. Tot voor kort was er ook op die plaats achterin de tuin een achthoekig plateau’tje waarop een tuinbeeld was geplaatst, duidelijk een verwijzing naar de 18de of 19de eeuwse achthoekige koepel, maar door niemand meer begrepen na 200 jaar. Dat plateau’tje is nu verdwenen, maar voor ons was de kadasterkaart met die aanduiding een ontdekking, waardoor weer eens duidelijk werd dat kadasterkaarten ontwerpgeheimen kunnen bevatten. De nieuwe ontwerpers (Delva Tuinarchitecten) waren niet meer op zoek naar historische resten in de tuin, maar waren geconcentreerd op heel andere zaken.
Het Rijksvastgoedbedrijf schrijft hierover:
“Deze nieuwe klassieke klimaat-adaptieve tuin bij het Johan de Witthuis in Den Haag presenteert het verhaal van Nederland. In de ‘Hortus Fabulae’, de tuin van het verhaal, is het huis onlosmakelijk verbonden met zijn buitenruimte. Een tuin die reflecteert op de innovatieve gedachten van De Witt en het verhaal vertelt van Nederland in de Gouden Eeuw. De tuin toont de topografie van Nederland in een reeks stalen elementen, verwerkt in een zee van bolvormige bloemen. Het ontwerp wordt gerealiseerd met een scherp oog voor detail en duurzaamheid in materialen. Op deze manier staat de tuin voor Nederlands vakmanschap”.
Het is een tuin geworden die refereert aan groepen mensen die in de tuin samenkomen en vergaderen (zitjes) en een tuin die staat voor Nederlands vakmanschap en duurzaamheid. De middenstrook van de tuin stelt het Nederlandse landschap voor van West naar Oost, van de `Noordzee, over de Veluwe naar de Sallandse Heuvelrug. De vijver aan de kant van het huis vangt het regenwater op en door middel van capillaire werking wordt de strook beplanting erachter vanzelf gevoed en vochtig gehouden.

Ontwerp Delva Tuinarchitecten.
WORDT VERVOLGD met nog enkele kleine opdrachten en adviezen.
*Plantencatalogus Medische Tuin Haarlem, 1784;
*Brakestein Texel;
*Beschermd Dorpsgezicht Nederhemert
*Folder over de tuinarchitect Leonard Springer