(230) Deze diashow laat u de ontwikkeling van de Oude Hortus Utrecht zien, gelegen aan de Nieuwe Gracht en bereikbaar via het Universiteits-museum in de Lange Nieuwstraat. Het museum is thans wegens vernieuwing en verbouwing gesloten. Op de website van het museum vindt u een hortus quiz. Deze diashow kan u met de oplossing hiervan een beetje helpen.
Dit is de vierde diashow op rij. Eerdere shows hadden tot onderwerp ‘De Zochers’; ‘Clingendael’; en de ‘Cultuurhistorie van Buxus’. Elke week wordt er een nieuwe show aan toegevoegd, totdat alle 25 stuks erop staan. De shows zijn eigenlijk illustraties van lezingen die ons bureau heeft gehouden de laatste 20 jaar. Lang niet alle gegevens zijn dus letter voor letter op de dia’s te lezen. Wij vinden dit juist een aanbeveling om de shows te gaan zien. U wordt uitgedaagd ontbrekende namen of jaartallen zelf op te sporen of via de Contactknop aan ons te vragen.
(227) Op Internet-pagina Slideshare.net heb ik een aantal jaren geleden enige dia-voorstellingen geplaatst (nu samen 25 voorstellingen, bijna 800 dia’s). Het betreft lezingen die ik her en der in Nederland gehouden heb, voor gezelschappen van de Nederlandse Tuinenstichting; Kon. Mij. voor Tuinbouw en Plantkunde; Cascade Tuinhistorisch Genootschap; VVE Backershagen; Vrienden van Frederiksoord; verschillende Vrienden-stichtingen van diverse Kastelen/Buitenplaatsen/Botanische Tuinen; verschillende gemeentes; verschillende Historische Verenigingen etc.
ALS U DEZE VOORSTELLING LEUK VOND EN ER GRAAG MEER WILT ZIEN, GEEFT U DAT DAN EVEN HIER IN EEN WEBSITE-REACTIEAAN. BIJ VOLDOENDE BELANGSTELLING ZAL IK DAN IN DE KOMENDE BERICHTEN MEER VOORSTELLINGEN OPNEMEN.
Buitenplaatsen (9 x):
+Huis Clingendael Den Haag (44 dia’s); +Kasteel Staverden te Staverden (Ermelo) (23 dia’s); +Huis Backershagen Wassenaar (33 dia’s); +Twee Eeuwen Koninklijke Tuinen (29 dia’s); +Zocher, Petzold en Wentzel op landgoederen van prins Frederik en prinses Louise (54 dia’s). +’t Hof te Vlaardingen (29 dia’s); +Vredespaleis Den Haag (20 dia’s); +Wildrust Wassenaar 12 dia’s); +Sterrenbos Frederiksoord (14 dia’s).
Vele facetten van Historische Tuinarchitectuur (15 x):
+Overzicht Nederlandse Tuinarchitectuur (101 dia’s); +Tuinstijlen in Nederland en reflectie op boerentuinen (33 dia’s); +Hagen en heggen (49 dia’s); +Parkrestauratie in Nederland (22 dia’s); +Instandhouding van historische tuinen (22 dia’s); +De tuinarchitectuur van de Zochers (34 dia’s); +Geschiedenis van de Oude Hortus / Nieuwe Gracht Utrecht (21 dia’s); +Botanical Gardens and Cultural Heritage (31 dia’s); +Geschiedenis van tuinarchitectuur in Nederland aan de hand van historische kaartmaterialen (28 dia’s); +Buxus en andere randopsluitingen (34 dia’s); +Kloostertuinen Nederland (35 dia’s); +Kloostertuinen in Amsterdam vóór de Alteratie (15 dia’s); +Ontdekking van een ontwerp van A. Le Notre in Frankrijk en Zocher jr. in Duitsland (11 dia’s); +De voortuin van de Plantage-Hortus Amsterdam (22 dia’s); +Korte geschiedenis van stadstuinen.
(226) Hitte, droogte, meer neerslag en een hogere zeespiegel zullen de belangrijkste effecten van de klimaatverandering zijn. Hoe passen wij ons daar aan aan? Hoe houden we het klimaat in en rondom ons huis zo aangenaam mogelijk en helpen we de natuur tegelijkertijd? Door het toepassen van klimaatadaptatie, het sleutelwoord dat dezer dagen overal rondzoemt.
Ook ons bureau probeert bij onze werkzaamheden in historische tuinen en parken altijd duurzaamheid te propageren. Hoe doen wij dat?
Watertuin in Sevilla, Alcazar. Foto Carla Oldenburger
BUREAU BINNENSTAD & BUITENLEVEN ADVISEERT:
– zo min mogelijk verhardingen en bestratingen toe te passen in tuinen en parken. Paden worden half verhard uitgevoerd en verharde deeltuinen worden vergroend met bloemperken, gras of met bodembedekkers.
Bodembedekking met Vinca maior. Foto Carla Oldenburger
– passende waterreservoirs (voor waterberging) aanleggen in de vorm van omringende nieuw te graven of uit te diepen grachten (zoals op Brakestein op Texel) en vijvers en bassins (zoals in de tuin van Staverden), en zichtkanalen en visvijvers opnemen in nieuwe ontwerpen.
Brakestein. Texel. Zie het halfverharde pad en de 17de eeuwse gracht, die weer werd uitgediept. Foto Vibeke Roemer
– inheems hardhout gebruiken voor bruggen, hekwerken, berceaus, latwerken etc.
Brug naar ontwerp van L.A.Springer. Materiaal inheems hardhout. Landgoed Clingendael Den Haag. Foto Joost Gieskes
– toepassen van duurzame gewasbescherming, indien noodzakelijk.
– restauratie van historische lanen met jonge bomen, die op den duur beter aanslaan.
– gebruik van inheemse plantensoorten. Planten uit andere klimaatzones zullen snel verdwijnen of de inheemse soorten juist kunnen verstikken (bijv. de invasieve soorten Perzische Bereklauw en Japanse Duizendknoop).
Bostuin in Rhenen. Foto Carla Oldenburger
– door ziekte gevoelige plantensoorten vervangen door gelijkende alternatieve soorten, bijv. Ilex crenata i.p.v. Buxus sempervirens.
Huis Rozenburg Den Haag. Deze Buxus vervangen door Ilex crenata? Foto Carla Oldenburger
– werken met biologische compost.
– in voorkomende gevallen ontwerpen van groene daken, daktuinen en gevelbeplantingen, hoewel al deze groene tuinvarianten in combinatie met historische tuinen en parken weinig voorkomen.
(224) Vroeger in mijn functie als conservator van Wageningen Universiteit en Researchcentrum (Landbouwuniversiteit) moest ik altijd in januari een verslag / overzicht van projecten van het afgelopen jaar maken. Dat werd dan weer in het jaarverslag van de Bibliotheek Landbouwuniversiteit opgenomen en gepubliceerd. Sinds 2000 gebeurde dat als e-uitgave.
Een dergelijk jaarverslag is de afgelopen jaren soms wel en soms niet opgemaakt over de werkzaamheden van Bureau Binnenstad & Buitenleven (Oldenburgers.nl). Een verslag over dit afgelopen jaar willen wij weer eens graag aan onze lezers en klanten voorleggen.
2020-Projecten Oldenburgers Binnenstad en Buitenleven:
Wassenaar Backershagen ontwerp vroeg-20ste eeuwse tuin bij entree, in de geest van L.A. Springer. Afgeleverd en aanvaard). Part. Uitvoering wordt vervolgd.
Wieringerwaard, vóór-onderzoek en offerte voor 17de eeuws tuinontwerp bij Polderhuis. Part. Wordt vervolgd.
Hilversum Villa Kruisheide (rijksmonument). Tekst redengevende omschrijving tuin Villa Kruisheide opgesteld. Gem. Hilversum. Afgeleverd. Gevolgd door advisering.
Amsterdam Vondelpark. Cultuurhistorisch onderzoek (uitgevoerd door Walther Schoonenberg) naar de geschiedenis van Het Groot Melkhuis. 34 p. Via Rod’or Advies. Afgeleverd.
ONTWERP GROOT MELKHUIS. OF BOERDERIJ, L.P. ZOCHER, 1874. COLLECTIE PANDENARCHIEF, STADSARCHIEF AMSTERDAM
Amsterdam begraafplaats St. Barbara. Ontwerp urnenmuur. In opdracht van Begraafplaats St. Barbara. I..s.m. Coen van der Heiden, architect. Oriëntatie, wordt vervolgd in 2021.
Amsterdam Claes Claesz.Hofje. Kleurontwerp schilderwerk Hofzijde, in opdracht van St. Diogenes. Het schilderen begint in januari 2021.
2020-Artikelen:
Artikel JO: ‘Der Garten als Spiegel der Welt’, in: ‘Historische Gärten und Gesellschaft. Kultur-Natur-Verantwortung’. p. 302-308. Berlin (Stiftung Preussische Schlösser und Gärten, Berlin Brandenburg, Schnell + Steiner), 2020. Eveneens engelse uitgave.
Artikel CO: ‘Over het Damplantsoen, zijn ontwerper en de ‘Oud-Hollandse stijl’. 13 p. Cascade Bulletin 2020, p. 33 t/m 44. (verschenen in nieuw format jan. 2021).
Artikel JO: ‘Iepen bedreigd door kademuurrenovatoe?’ Binnenstad 296 (jan./febr.2020), p. 8-10.
Losse relevante adviseringen, uitgewerkt in weblogs: 1) Kaart van de Hofstede Adrichem. Uitgewerkt in weblog: ‘Huis Adrichem, is dit een ontwerp van J.G. Michael?’; 2) Welke Zocher ligt begraven op Kerkhof NH Kerk te Bloemendaal? Uitgewerkt in weblog: ‘Zocher-grafsteen op het kerkhof in Bloemendaal’; 3) Tuinontwerpen in de Collectie Six? Uitgewerkt in weblog: ‘Ontwerp rond Huis Mereveld van Johannes Montsche (1734-1799)? 4) N.a.v. een toegezonden notaris-advertentie omtrent Zocher en de buitenplaats Rosorum. Uitgewerkt in weblog: ‘Nieuwe Zocher (J.D. en L.P.) gedetecteerd’. 5a) Vraag over de aanwezigheid van een historisch doolhof-patroon op Texel. Uitgewerkt in weblog: ‘Het Bosch van Engelsteen op het eiland Texel’; en 5b) ‘Het Bosch van Engelsteen of ’t Bossie heden ten dage (2). 6) N.a.v. de vraag welke tuin bedoeld zou kunnen zijn met een prent genoemd Angiers (in de salon van Brakestein), genoemd in de boedelscheiding van 1711? Uitgewerkt in weblog: ‘Prenten in de salon van Buitenplaats Brakestein te Texel’. 7) N.a.v. een vraag van de ‘St. Historische Behangsels en Wanddecoraties’, een artikeltje voor hun Nieuwsbrief over ‘bloemschilderen’.
Binnentuin Teylers Hof en het neoclassicistische toegangsgebouw met Dorische zuilen. Ontwerp Leendert H. Viervant. Naast de woonhuisjes en het toegangsgebouw is ook de hardstenen pomp in het centrum van de tuin een rijksmonument
(223) Het Teylers Hofje aan de Koudenhorn in Haarlem (24 huisjes rond een binnentuin) is 29 december 2020 verkocht aan de Ver. Hendrick de Keyser. Deze vereniging heeft tot doel rijksmonumenten, zoals dit hofje, voor de eeuwigheid in hun meest oorspronkelijke staat te behouden.
Het Hof is gebouwd tussen 1780 en 1784 en is gefinancierd uit de nalatenschap van Pieter Teyler van der Hulst, evenals het Teylers Museum aan het Spaarne en het Teylers Fundatiehuis om de hoek in de Damstraat. De gebouwen zijn rijksmonument, echter niet de tuin, omdat deze naar we aannemen uit de tweede helft van de 20ste eeuw dateert.
Binnentuin Teylers Hof met pomp en uitzicht op de karakteristieke Bakenesserkerk (voor de reformatie de Onze Lieve Vrouwekapel op Bakenesse)
Omdat de Vereniging Hendrick de Keyser er naar streeft haar monumenten te behouden in een zo oorspronkelijk mogelijke staat en daarbij ook de samenhang tussen huis en tuin optimaal wil laten uitkomen (denk aan de tuin achter Museum-Huis Bartolotti aan de Herengracht of aan de samenhang tussen het Huis Ramswoerthe en het originele park van H. Copijn en Zn. daarachter) èn omdat de originele ontwerpen van Leendert Viervant behouden zijn gebleven, is het in principe mogelijk de originele tuin weer te reconstrueren. De tuin die er nu ligt ziet er prima uit, maar origineel is hij niet. De stijl van de huidige tuin past niet bij de stijl van de gebouwen, dat is heel duidelijk te constateren als we naar het originele ontwerp van Viervant kijken (hieronder afgebeeld).
Ontwerp van Leendert Viervant van de binnentuin van Teylers Hofje, ca. 1785
Het binnenste centrale deel van de tuin bestaat uit langgerekte grasstroken afgewisseld met witte (?) marmerslag, met een ronde cirkel in het midden (mogelijk de plaats van de pomp). De vier zijperken zijn elk gevuld met drie kleine bloemvakken, verbonden door slingerpaadjes. Dit zijn vroege verwijzingen naar de laat-18de eeuwse landschapsstijl. In de voorste twee zijperken zijn langs het pad kleine boompjes geplant en zijn de ruimtes aan beiden zijden van de slingerpaadjes ingevuld met andere planten dan die in de vakken. Er is een kleine draaïng in de middenas waarneembaar om de aansluiting op het middelpunt van de dwarsas (voor en achter) te vervolmaken.
Ons bureau heeft de vereniging Hendrick de Keyser aangeboden eens te komen brainstormen over dit tuinontwerp uit de beginperiode van de landschapsstijl.
Ver. Hendrick de Keyser heeft bovenstaande beschrijving van het ontwerp enthousiast ontvangen. We gaan nadenken over een vervolg!
(221) Een aantal jaren geleden maakte ons bureau in opdracht van de Amsterdamse Hortus een herontwerp voor de voortuin van deze hortus. ‘De meeste mensen lopen of fietsen hier met oogkleppen op aan voorbij en kunnen ook vaak de ingang van de hortus niet vinden’, klaagde de directie. Hier moest toch iets aan gedaan kunnen worden. In bovenstaande presentatie is te zien hoe wij tot het nieuwe ontwerp van de voortuin zijn gekomen. Het advies dat we deden om een kunstwerk te plaatsen nabij de ingangspoort is helaas niet gerealiseerd.
(220) Tussen 1968 en 1972 deed mijn man Feddo H.F. Oldenburger (1937-2017) in opdracht van ZWO (later NWO)-WOTRO (stichting Wetenschappelijk Onderzoek van de Tropen) onderzoek naar de flora en vegetatie van het Sipaliwini-savannelandschap in Zuid-Suriname. Hiertoe verzamelde hij tijdens een expeditie planten voor het ‘Botanisch Museum en Herbarium’ van de Universiteit Utrecht. In 2008 werd het Utrechts Herbarium gesloten en overgedragen aan Naturalis, vanaf 2010 Naturalis Biodiversity Center.
Naturalis Biodiversity Center, Leiden, 2019
In 2010 ontving Naturalis Biodiversity Center 13 miljoen euro om de collectie te digitaliseren. Hiermee is in 2011 begonnen. Het project is medio 2015 succesvol afgerond. Zeven miljoen objecten (waaronder het Nationaal Herbarium Nederland) zijn gedigitaliseerd en opgeslagen in een database die voor iedereen online beschikbaar is, zodat onderzoek op afstand mogelijk is. Digitalisering van oude collecties vindt naar behoefte plaats.
Na deze gigantische operatie wil ik wel eens weten hoe het met Feddo’s planten staat in Leiden. De herbarium-collectie van Naturalis is te raadplegen via bioportal.naturalis.nl. Ik zoek eerst maar eens heel eenvoudig (niet het uitgebreide formulier). Ik vul alleen een plantennaam in, namelijk Oxandra krukoffii, omdat ik weet dat deze soort een paar jaar geleden is gereviseerd door een jaargenoot-bioloog van mijn man, Prof. Paul Maas e.a. Zie: L. Junikka, P.J.M. Maas, H. Maas-van de Kamer en L.Y.Th. Westra. Revision of Oxandra (Annonaceae). Blumea 61 (2016), p. 215-266 (Oxandra krukoffii p. 229-233).
Oxandra krukoffii R. E. Fr. Dit exemplaar werd verzameld door F.H.F. Oldenburger, R.Norde en J.P. Schulz, dd. 29-11-1968 . Coll. Naturalis Biodiversity Center
Dit is niet een erg zeldzame soort, maar de collectie ON (Oldenburger / Norde) is wel de enige collectie van die soort uit de 3 Guiana’s en dat is dus best weer wel bijzonder. Ik kom uit bij een stuk of twintig Oxandra krukoffii-exemplaren, maar slechts één uit het zuiden van Suriname, nl. registratienummer U.1610309. Dit exemplaar werd verzameld tijdens een expeditie waar F.H.F. Oldenburger, R. Norde en J.P. Schulz aan deelnamen. De verzameldatum staat op 29-11-1968. Daarnaast is de locatie precies aangegeven op het etiket (zoom uit) met “N. of ‘4-Gebroeders’ Mts., in ‘Sea-horse’ forest”.
Sipaliwini Savanna is groene vlekje op kaart, op de Zuid-grens van Suriname en Brazilië
Ook is het mogelijk uitgebreid te zoeken, bijvoorbeeld door de naam van de plant in te tikken en dan te combineren met de naam van verzamelaar Oldenburger. Het resultaat voor Oxandra krukoffii is dan dat inderdaad 1 ex. is gevonden door Oldenburger e.a. En dan volgt de vraag, hoeveel plantensoorten zijn in Zuid-Suriname verzameld door Oldenburger? Typ dan alleen achter Verzamelaar Oldenburger in, en het blijken er 1277 te zijn, die alle met naam en toenaam en locatie worden beschreven. De meeste van deze vondsten zijn niet alleen door Oldenburger verzameld, maar in gezelschap van R.Norde en J.P. Schulz. In 1975 werd ook in de buurt van de stad Brasilia (Brazil) door Oldenburger verzameld, maar dit gebeurde in opdracht van de Universiteit van Brasilia en deze planten zijn dus niet als herbarium-exemplaren voor Naturalis B.C. bestemd geweest.
Feddo’s nalatenschap betreffende de Sipaliwini-savanne, in de vorm van boeken, rapporten, documenten, manuscripten, (lucht)foto’s, vegetatiekaarten en dia’s is 5 januari 2018 deels overgedragen aan en opgenomen in Naturalis Biodiversity Center Leiden en deels aan Universiteit van Utrecht / Copernicus Instituut.
Ik heb contact opgenomen met de Stichting Historische Behangsels en Wanddecoraties en werd verwezen naar enige deskundigen. Hans van Herwijnen, die bekend staat als kenner van de geschiedenis van decoratieschilders in de 19de eeuw en een proefschrift voorbereidt over de decoratieschilder Willem Adrianus Fabri, heeft gereageerd op mijn vraag of hij naar aanleiding van het vorige Bericht over ‘Bloemschilderen ca. 1850’ wilde reageren. Hij antwoordde mij het volgende:
“Ik heb je interessante blog gelezen. Het klopt wat je schrijft over de betrekkelijk hoge inkomsten die vermeld worden in de rekening. Ik vermoed dat je betovergrootvader, overgrootvader en grootvader decoratief schilderwerk verrichtten. Je grootvader was bedreven in het ‘marmeren’ een typische klus voor een decoratieschilder of huisschilder die daarnaast decoratief schilderwerk uitvoerde. Dat je betovergrootvader en overgrootvader zich hadden gespecialiseerd in het bloemschilderen ligt zeer voor de hand, temeer daar zij kamerbehangsels vervaardigden. Die werden doorgaans versierd. Ik beschouw het overigens wel als een ambachtelijke kunstvorm. Sommige boeketten zijn fraai geschilderd. Er waren Nederlandse decoratieschilders die goed bedreven waren in deze vorm van kunstnijverheid. Ik denk bijvoorbeeld aan Hendrik Bakker die vanaf circa 1860 actief was in Rotterdam. Zie bijgaand voorbeeld.
Hendrik Bakker. Wandschildering behangsel met bloemboeketten en kasteel. Ca. 1860.
Een andere bekende decoratieschilder die hierin gespecialiseerd was, was de Belg Michel Hendrickx (Amsterdam e.o.). Er zijn nog de nodige specimina op locatie in ons land te vinden. Van de meeste is helaas (nog) niet bekend wie ze geschilderd heeft. Ik ben zelf bezig met een onderzoek in een woonhuis waarbij omstreeks 1908 bloemboeketten werden geschilderd op behangsels in de vestibule. Ik ken ook een voorbeeld uit een rookkamer. Ik vermoed dat dergelijke behangsels met bloemboeketten ook voor salons en eetkamers geschilderd werden. In het Franse tijdschrift ‘Manuel de Peintures’ onder meer bedoeld voor decoratieschilders (ook te onzent geraadpleegd) komen diverse proeven voor. Zie bijgaand voorbeeld (ontwerp) van de Franse decoratieschilder Petit uit 1853.
Bloementoef geschilderd door Petit. Uit Manuel de Peintures. 1853.
Het klopt fotodecors werden ook door decoratieschilders gepenseeld. Of dat altijd het geval was durf ik niet te zeggen, maar ik vermoed de meeste wel. Ik heb zelf onderzoek gedaan naar W.A. Fabri (1853-1925) en aan hem worden twee beschilderde fotodecors (zij het zonder bloemen) van omstreeks 1914 in het v.m. paleis Het Loo toegeschreven.”
Op de website Librariana van Hans Krol is het nog volgende te lezen over de buitenplaatsen (met annex een koepel en een woonhuis/atelier) van mijn betovergrootouders, Welgelegen en Weg- en Landzicht: “J.W.G. van Doorn zocht uit dat oorspronkelijk feitelijk sprake was van twee buitenverblijfjes onder één dak, ‘Welgelegen’ en ‘Weg- en Landzicht’. ‘Het zijn twee aparte percelen, compleet gescheiden zoals ook aan het pleisterwerk duidelijk te zien is. [zie foto’s op vorige Bericht]. In 1698 bouwde de uit Leidschendam afkomstige timmerman Huibert van Meurs op de hoek van de Herenweg en het Koediefsvaartje, op erfpachtgrond van het Elizabeths of Grote gasthuis te Haarlem zijn woonhuis en timmermanswerkplaats. (…) In 1850 werden Welgelegen en Weg- en Landzicht “met derzelver herenhuizingen, tuinen en beplantingen nevens de hofstede Kennemeroord aan de Heren- of Straatweg op de hoek van de Koediefslaan, met de koepel in deze laan, behorende tot Weg- en Landzicht”, verkocht aan de zadelmaker/kamerbehanger Willem Frederik Amse, die hier, zoals in latere akten wordt beschreven “na enige vertimmeringen en veranderingen” zijn zadelmakerswinkel begon.’ (…) Na het overlijden van Willem Amse sr. te Meppel hebben de erven in 1859 Welgelegen, met erf en tuin, en de oorspronkelijk bij Weg- en Landzicht behorende koepel verkocht aan Cornelis van Lennep, burgemeester van Heemstede. Weg- en Landzicht, met bijbehorende zadelmakerswinkel, schuur en bleekveld was bij legaat toegewezen aan de inmiddels negen jaar oude Willem Amse jr.“
Ik haal dit aan om aan te geven dat er een kans bestaat dat in het interieur van Welgelegen mogelijk nog bloemschilderingen aanwezig zijn, vervaardigd door W.F. Amse. Mijn grootvader vertelde eens dat hij een tijdlang in een koepel had gewoond in zijn jonge jaren. Dat was waarschijnlijk de koepel van Welgelegen aan de Koediefslaan. De familie Amse had goede relaties in Heemstede. Jhr. Jean-Baptiste van Merlen (wonende op Bosbeek) en Mw. van Boetzelaar (wonende op Ipenrode) komen ook in het genoemde archiefstuk voor. Mogelijk zijn er op het dichtbijzijnde Huis Berkenrode ook bloemschilderingen van de hand van W.F. Amse aanwezig geweest, zoals we ook kunnen denken aan andere buitenplaatsen in Heemstede, bijvoorbeeld op Gliphoeve (ooit een paar jaar in bezit van meestertimmerman en familielid Gerrit Munk jr.), Meerenberg, De Hartekamp, Oud-Berkenroede, Manpad, etc.
Chris Schut. Koepel van Berkenrode te Heemstede aan de Herenweg. Ca. 1990.
(Zijn de illustraties, door dit artikeltje heen gestrooid, voorbeelden van ‘bloemschilderen’ ?)
In de hier voorgaande weblog van 10 oktober 2020, sprak ik o.a. over familiegrond in Heemstede en over mijn voorouders van de familie Amse, waar mijn grootvader van moeders kant toe behoorde. Zijn grootouders Amse overleden beiden in 1852, terwijl zijn vader Willem Amse (*1851) nog een baby was. Na het overlijden van Willem Frederik Amse, de vader van Willem, kwam de laatste onder voogdij te staan. De Heer Dirk Wolbers, in 1853 tot gemeente-ontvanger benoemd van Heemstede en Bennebroek, was voordat Willem Amse meerderjarig werd (25 december 1874) administrateur “over de boedel in den nalatenschap van wijlenW.F. Amse in der Zadelmakers en Kamerbehangers Affaire onder de Firma ‘de Erve W.F. Amse’ te Heemstede”. In deze firma werkte sinds 1848 ook als meesterknecht/bedrijfsleider Johannes Bartholomeus van Gaart, die uiteindelijk na ontbinding van de Fa. de Erve W.F. Amse de zaak heeft overgenomen.
Wolbers noteert over het jaar 1852 de volgende Activa:
Koningin Wilhelmina als twaalfjarige in Fries kostuum, 27 april 1893. Koninklijke Verzamelingen. Foto C.B. Broersma, Leeuwarden
Aan meubelen en huisraad”………………………………………518,73
Aan koopmansschappen, goederen, enz……………….1169,60
Aan in te vorderen bloemschilderen over het lopende dienstjaar 1852 tot 17 October …………………………………………….3180,62
Aan dito dito over vroegere jaren…………………………….682,88
Aan gelden op 19 October 1852 in kas…………………..277,25
Eene Heerenhuizing genaamd “Welgelegen” mitsgaders eene huizing genaamd “Weg- en Landzicht” met annexe Zadelmakerswinkel met erve, koepel en verdere getimmerten alles aan elkander gelegen, staande aan den Haagschen Straatweg, op de hoek van de Koediefslaan in de gemeente Heemstede. …………………………………………………………Totaal Actief F. 5829,0
Wat betreft de genoemde buitenplaatsjes annex koepel en winkel, zie het vorige bericht.
Wat verder opvalt is dat het bloemschilderen aardig wat geld in het la’tje bracht. Wie vóór de dood van W. F. Amse het bloemschilderen voor zijn rekening nam, Amse zelf of de meesterknecht Johannes B. van Gaart of beiden, is niet bekend. Wel is duidelijk dat de firma, in ieder geval vanaf de dood van W.F. Amse in 1852, draaiende werd gehouden door Van Gaart en dat Willem Amse vanaf ongeveer zijn vijftiende van Van Gaart het vak geleerd zal hebben. We hebben al gezien (vorig bericht) dat Van Gaart de zaak vanaf 1 sept 1879 officieel heeft overgenomen.
MAAR WAT IS BLOEMSCHILDEREN EIGENLIJK?
Foto van onbekend huwelijkspaar, vöör een met bloemen beschilderde wandMrs James Brown Potter (1857-1936). Bekende Amerikaanse actrice, gefotografeerd door Falk New York
Voorzover ik weet was mijn betovergrootvader geen beeldend kunstenaar, maar aannemelijk is dat het bloemschilderen iets te maken heeft met zijn Kamerbehangers Affaire. Ik proef in het woord ‘bloemschilderen’ ook een vakterm, een ambacht. Schilderde Willem Frederik Amse bloemen op behang, zoals je wel eens ziet op oude familiefoto’s en cartes de visite uit de tweede helft van de 19de eeuw? Bij het zoeken naar dergelijke voorbeelden uit die tijd kom ik bij huwelijksfoto’s terecht, bij bruidsparen die vóór een nis of vóór een wand staan versierd met bloemen-guirlandes of bloemboeketten. Ook zijn er voorbeelden van landschappen op behang, waar bomen en/of ruïnes en tempels een belangrijke plaats innemen. Deze zijn als hele slappe aftreksels van de bekende 18de-eeuwse behangschilderingen van Jurriaan Andriessen te beschouwen. Zie onderstaande foto van President Grant en familie.
Foto van Ulysses Simpson Grant (1822–1885), 18de President van USA. Hier tegen een achtergrond met een geschilderd landschap
Veel Nederlandse voorbeelden van wandschilderingen (op papier of linnen?) met uitsluitend bloemen zijn er niet. Wel voorbeelden van portretten van bekende dames en heren uit Engeland, Amerika, Canada en Australië. Voor de duidelijkheid dan toch maar een buitenlands voorbeeld hier nog bijgevoegd.
Het mooiste voorbeeld is natuurlijk de huwelijksfoto van mijn eigen grootouders Amse. Het behang kan niet door Willem Frederik of door zijn zoon Willem zelf geschilderd zijn voor hun (klein)zoon. Zij waren allang dood in 1903 toen mijn grootouders trouwden. De firma bestond echter nog wel, onder leiding van genoemde Van Gaart. Toeval dan? Dat denk ik ook weer niet helemaal. Mogelijk wel door hemzelf geschilderd, want ook hij was huisschilder en ik weet dat hij de kunst (techniek) van het‘marmeren’ verstond.
Voorbeeld van gemarmerd paneel
Laten we het houden op ‘voor de gelegenheid met zorg gekozen foto-achtergrond’. Na mijn ontdekking van het woord ‘bloemschilderen’ in de rekening en verantwoording van de ‘Affaire’ van Willem Frederik Amse, is dit voorbeeld van bloemschilderen natuurlijk een pareltje.
Huwelijk Johan Carel Willem Amse en Anna Jacoba Vetter. 1903. Vöör een geschilderde boognis. Fotograaf W.G. Kuijer & ZonenCarte de visite. W. G. Kuijer & Zonen. Hofphotographen Amsterdam. Zie vorige foto
Ik ben nieuwsgierig geworden naar het fenomeen ‘bloemschilderen’. Wellicht is er meer bekend bij de Stichting Historische Behangsels en kunnen zij mij verder helpen? Zie resultaten van mijn verdere speurtocht in volgend blog.
Feddo en Carla Oldenburger, ca. 1975. Gefotografeerd in foto-atelier van Hans Schiet, Spijk. Part. Coll.
Maar nu over naar onze tijd, 2020. De mode van het bloemschilderen (op behang, zoals ik me heb voorgesteld dat mijn betovergrootvader deed, omdat hij zelf een ‘Kamerbehangsel-Affaire’ had), is voorbij. Toch zullen er nog wel enkele fotografen in Nederland zijn die een mooie achtergrond voor het poseren hebben in een hoekje van hun atelier. De enige foto die ik ken en heb, is gemaakt in het atelier van de fotograaf Hans Schiet, aan de Zuiderlingedijk in Spijk. Hij gaf een feest, waar mijn man Feddo en ik waren uitgenodigd, en de opdracht was daar te verschijnen in kledij die een 19de-eeuwse uitstraling had. Zelf had hij zijn atelier een à la 19de eeuwse touch gegeven. Hier werden al zijn vrienden door hem gefotografeerd. Ik moet zeggen, deze foto is wel een bewijs dat onder fotografen het decoreren van een wand in het atelier met o.a. bloemen toen nog een bekend verschijnsel was.