Categoriearchief: Bloemen en Planten

Wie kent de hoveniers Johannes Wilkes sr. (1799-1893) en Johannes Wilkes jr. (1832-1910)

Advertentie uit Haarlem’s Dagblad, dd. 25 n0v. 1905. Deze tuinbaas Johannes Wilkes (1832-1910) is de broer van onze (bet)overgootmoeder Maria Wilkes (Haarlem 21-09-1840). Ook zijn vader Johannes Wilkes (1799-1893) was tuinman. (mogelijk is hij op Nijenrode begonnen)

Op verzoek van mijn kleindochter die Toegepaste Biologie studeert, ben ik op zoek gegaan naar voorvaders en voormoeders van haar, die ook net als zij iets met biologie of plantkunde of zoölogie te maken hebben (gehad). Ik heb nu zes generaties doorgewerkt en in alle generaties van mijn familie zijn wel een of meer botanisch geïnteresseerden of gestudeerden te vinden. Deze personen ben ik nu verder voor haar aan het uitwerken.

De moeilijkste zijn natuurlijk de oudste, Johannes Wilkes sr. (*Breukelen  23-03-1799; gehuwd Breukelen-Nijenrode 05-11-1828 met Anna Catriena Kools (of Koole);  † 17-06-1893; ) en Johannes Wilkes jr. tuinier / tuinbaas (*Heemstede 12-03-1832 ; gehuwd met Gerritje van den Toorn; † 11-07-1910), resp. de vader en broer  van onze (bet)overgrootmoeder Maria. Beiden waren hovenier en Jr. heeft het volgens bovenstaand krantenbericht tot tuinbaas gebracht. De vader van Johannes Wilkes sr., (door mij Wilkes sr.sr. genoemd) was ook een tuinman Johannes Wilkes, gehuwd met Marretje Spier, maar voorlopig blijft hij even buiten beschouwing.

Johannes sr. en zijn vrouw Anna Catriena hadden behalve de oudste zoon Johannes,  nog 2 zonen die ook hovenier waren, Albertus en Roelof. Johannes jr., de boven beschreven tuinbaas van Casa Nuova, was in 1861 getrouwd met Gerritje van den Toorn, de ouders van onze (bet)overgrootmoeder Maria.

Bovenstaande advertentie kreeg ik toegestuurd van Hans Krol (van Librariana.com). Ik ben hem zeer erkentelijk want het is het eerste zwart-op-wit-bewijs dat is gevonden buiten de registers van de Burgelijke Stand en Doop- en Trouw-aankondigingen om. Hier staat heel duidelijk te lezen dat Johannes Wilkes jr.(BS 1832-1910) tuinbaas was op de buitenplaats Casa Nuova in Vogelenzang, dat toentertijd onder de gemeente Bennebroek viel en nu evenals Bennebroek in de gemeente Bloemendaal ligt.

Buitenplaats Casa Nuova, waar Johannes Wilkes jr. tuinbaas was. Foto Monumenten.nl

Buitenplaats Casa Nuova is in 1902 te koop aangeboden en is vanaf 1905 verbouwd door architect J.A.G. van der Steur. Tegenwoordig staat het bekend onder de naam Klooster Casa Carmeli (rijksmonument nr. 511135, Bekslaan 9) en is tot rijksmonument aangewezen samen met de tuinmanswoning (Vogelenzangseweg 53, gebouwd in 1870). en andere gebouwen. Zie redegevende omschrijving van rijksmonument in het Monumentenregister, nr.511137.

Pasted Graphic.tiffUit Het Nieuws van de Dag: Kleine Courant, 14-10 en 22-10-1902. Eveneens in Algemeen Handelsblad 8-09-1902; 17-10 en 22-10-1902 en in Nederlandschen Sport 25-10-1902.

Vogelenzangseweg 53. Tuinmanswoning 1870 gebouwd. Hier zal Johannes Wilkes jr. hebben gewoond.

En nu zijn we dus een stap verder, we hebben de tuinmanswoning gevonden waar tuinbaas Johannes Wilkes jr. met zijn gezin woonde, en waar zijn vader en zijn zuster, onze (bet)overgrootmoeder, ongetwijfeld vanuit hun woonplaats Heemstede vaak op bezoek zullen zijn geweest. Zijn vader en dus ook de vader van zijn zuster, onze (bet)overgrootmoeder, was in Breukelen geboren, maar in 1832, toen zoon Johannes geboren werd,  was hij al woonachtig te Heemstede. Hij heeft waarschijnlijk vanaf ca. 1830 ook als hovenier op een van de buitenplaatsen in Heemstede of Bennebroek / Vogelenzang gewerkt en gewoond.

Blijft over de vraag, zouden Zocher jr. en L.P.Zocher en J. Wilkes sr. en jr. elkaar gekend hebben? Ze werkten en woonden alle vier in Heemstede. Een fascinerende gedachte. We houden het in de gaten.

 

ZOCHER EN VOORHELM SCHNEEVOOGT

Bericht in Algemeen Handelsblad over de samenvoeging van de Boom- en Bloemkwekerij van Zocher jr. en de Bloemisterij van Georg Voorhelm Schneevoogt.

Het Algemeen Handelsblad, d.d. 28 jan en 2 feb 1837 vermeldt dat G(eorge) Voorhelm Schneevoogt (1775-1850) van de Firma Voorhelm & Schneevoogt zijn Bloemisterij (aan de Kleine Houtweg) verlaat en dat hij alles overdraagt aan zijn oudste zoon C(arl) G(otfried) Voorhelm Schneevoogt (1802-1877), die op dat moment al associé is van de Firma J.D. Zocher & Comp. Hij hoopt door middel van deze advertentie dat de nieuwe firma het vertrouwen zal verdienen dat hij gedurende driekwart eeuw heeft ondervonden en betuigt dank daarvoor.

 

In dezelfde advertentie vermeldt de firma J.D. Zocher & Comp. dat hun firma van naam verandert door deze samenwerking en voortaan onder de naam J.D. Zocher & Voorhelm Schneevoogt verder gaat. De hoop wordt hierbij uitgesproken alles te zullen aanwenden door middel van hun Boom- en Bloemkwekerij om het boven vermelde vertrouwen te beantwoorden.
Hiernaast wordt nog opgemerkt dat de architectuur buiten de associatie valt en dat J(ohan) D(avid) Zocher (lid van het Koninklijk Nederlandsch Instituut van Wetenschappen, Letterkunde en Schoone Kunsten) hiervoor (zoals vroeger) alléén verantwoordelijk blijft.

 

C.G. Voorhelm Schneevoogt, 1870
Zowel Carl Gotfried als Johan David waren zeer succesvol in hun vakbeoefening en hebben veel geld verdiend. Van Carl Gotfried weten we dat hij een grote prentenverzameling van Haarlemse artiesten heeft opgebouwd. Nadat hij zijn bloemisterij in 1837 had verkocht aan Ernst Heinrich Krelage (1869-1956) is hij gaan rentenieren en werd hij directeur van Teylers Stichting. Zijn grote unieke prentenverzameling en het archief van de bloemisterij zijn te vinden in het Noord-Hollands Archief. De prentenverzameling is ontsloten in de Beeldbank van dit archief. Zie hieronder een afbeelding van een van zijn prenten, een gezicht in Duin en Daal te Bloemendaal.

 

F.A. Milatz. Gezicht bij buitenplaats Duin en Daal te Bloemendaal, 1804. Noord-Hollands Archief / Coll. Voorhelm Schneevoogt

Het is de moeite waard de hele prentencollectie van C.G. Voorhelm Schneevoogt in het Noord-Hollands Archief nog eens nader onder de loup te nemen. In de kerstvakantie?

Met dank aan Jan Holwerda voor de advertentie-aanlevering.

2023. Overzicht werkzaamheden Binnenstad & Buitenleven. Oldenburgers.nl

2023 BINNENSTAD & BUITENLEVEN. OLDENBURGERS.NL

Het is al weer bijna eind van het jaar, het moment waarop wij, oldenburgers.nl, onze lezers een lijstje werkzaamheden presenteren over het afgelopen jaar. We gaan er van uit dat zij, die ons een warm hart toedragen, het leuk vinden even te zien wat wij alzo dit jaar tot stand brachten. Onze aandacht ging begrijpelijk hoofdzakelijk uit naar groen erfgoed en gevelkleuring in de architectuur, maar ook de tentoonstellingen van de schilderijen van Gustav Klimt en Johannes Vermeer hebben ons dit jaar zeker gefascineerd en geïnspireerd. De kleuren van Klimt en de fijnzinnige pennenstreken van Vermeer bestudeerden  wij met bewondering.

       

Hieronder volgt nu het lijstje projecten en adviseringen van Bureau Binnenstad & Buitenleven over 2023, afgewisseld met enige foto’s van vermelde werken.

JULIET EN CARLA OLDENBURGER WENSEN U ALLEN EEN GELUKKIG, VREDIG EN GEZOND 2023.

Artikelen:
-Juliet Oldenburger en Walther Schoonenberg. Interview met Sjoerd Soeters – Pleidooi voor een humane stad. Binnenstad Jg. 57, nr. 312 (november 2023), p.34-37.
-Juliet Oldenburger. Behangsels Spiegelkamer Oude Kerk gerestaureerd. Binnenstad Jg. 57, nr. 311 (april-juni 2023), p. 27. 
-Carla en Juliet Oldenburger. De Zochers en het Frederiksplein. Binnenstad Jg. 57, nr.310  (jan. / maart 2023), p. 8-11. 
Carla en Juliet Oldenburger. De Zochers en het Frederikspark.
-Els Launspach. Tuinen van licht (roman). Gorredijk, Sterck & De Vreese, 2023. 352 p. Tuinhistorische adviezen Carla Oldenburger.
-Carla Oldenburger. Adriaan Johan van Laren (Tekst voor boek 100 jaar BNT van Uitgeverij Blauwdruk). Ingeleverd maart 2023.
-Carla Oldenburger. Begraafplaats Te Vraag: verwildering en menselijk ingrijpen gaan hand in hand. (Tekst voor Jaarboek Cuypersgenootschap 2023. Album Amicorum Jenny Bierenbroodspot). Ingeleverd november 2023.
Lezingen / Colleges:
-Carla Oldenburger. Kunst van de Zochers en de algemene begraafplaats in Heemstede. 15 april 2023. I.o.v. Ver. Terebinth, Locatie Algemene Begraafplaats Heemstede.
Familiegraf Van Vollenhoven. Algemene Begraafplaats Heemstede. Foto Carla Oldenburger
Onderzoek en waardestelling

-Buitenplaats Landgoed Vliek Ulestraten. Samenvattend onderzoek beekdal en waardestelling . Opdrachtgever gem. Meerssen en Waterschap Limburg.  

Buitenplaats ’t Vliek Ulestaten (Li.). Gezicht op Grote vijver en badhuis. Foto Carla Oldenburger
-Waardestelling Villatuin De Bijenschans Hilversum. Opdrachtgever Gem. Hilversum. 
Villa Bijenschans. Tuin D.F. Tersteeg. Foto Noord-Hollands Dagblad.
Adviezen i.o.v. diverse opdrachtgevers
-Advies reorganisatieplan De Brink, i.o.v. gem. Laren (NH); 
-Adviezen groenstructuurplan Edam, i.o.v. gem. Edam/Volendam. 
Adviezen i.o.v. Mooi Noord-Holland
In opdracht van St. Mooi-Noord-Holland brachten we adviezen uit over nieuwe deel-ontwerpen op rijksbeschermde buitenplaatsen, betreffende:
-de ‘eilanden’ van Buitenplaats Trompenburg ’s Graveland (Karres en Brands Landscape Architecture).
-Buitenplaats Velserbeek Velsen (SB4).
-Buitenplaats Marquette Heemskerk (boomgaard).
-Duin en Bosch Begraafplaats, Castricum (Albers Adviezen / Anja Guinée).
Kleuradviezen en -ontwerp:
Juliet Oldenburger in het kelder-atelier van het Aalsmeerder Veerhuis, waar de ontwerpen voor gevelkleuring worden gemaakt. Foto Walther Schoonenberg
-Kleuronderzoek, -ontwerp en -advies schilderwerk gevelwand Claes Claesz.Hofje Egelantierstraat Amsterdam.
Juliet Oldenburger. Kleurontwerp Gevelwand Claes Claesz.Hofje, Egelantiersstraat, Amsterdam, 2023. Foto Carla Oldenburger
-Kleuronderzoek, -ontwerp en -advies schilderwerk gevel Egelantiersgracht 15, Amsterdam.
Juliet Oldenburger. Kleurontwerp Woonhuis Egelantiersgracht 15. Met gevelsteen De Ionghe Timmerman.

-Kleur-onderzoek en -advies interieur schuilkerk Doopsgezinde Vermaning Middenbeemster.

-Restauratie, ontwerp en schilderwerk Uithangbord Doopsgezinde Singelkerk Amsterdam.

Juliet Oldenburger Nieuw ontwerp Uithangbord Doopsgezinde Singelkerk Amsterdam. Foto Walther Schoonenberg

Website Oldenburgers.nl:

Losse adviseringen / artikelen, uitgewerkt in 55 ’Berichten’ op de website oldenburgers.nl en in ‘Bijdragen’ op LinkedIn.com. Onder de knop ‘Berichten’ (2023) zijn verwijzingen geplaatst naar alle artikelen van Carla Oldenburger, die voorheen zijn verschenen in de tijdschriften GROEN en TUINJOURNAAL (tussen 1975 en 2017), en nu gedigitaliseerd aanwezig zijn in het e-depot van Bibliotheek WUR.

Orientatie-Onderzoeken, in de vorm van ‘Berichten’ op website verschenen
Orientatie-onderzoeken zijn korte oriënterende gedachten die we uitwerken om te zien of sommige studies de moeite waard zijn om door te zetten. Zoeken via zoekbalk op website.
-Visvijver in het park Scherpenzeel in de 18de eeuw?
-Is Villatuin Westersingel Rotterdam een Zocher-ontwerp? Vraag van de bewoner.
-Zocher of Van Lunteren tuinarchitect van De Doornburgh in Maarssen?
-Binnentuin Frans Halsmuseum Haarlem, n.a.v. reorganisatie.
-Moestuin Molenbosch Zeist, n.a.v. vraag op Linkedin.
-Nieuwe kruidentuin bij Kasteel Ammersoyen, in vergelijking met  ons eerdere eigen concept.
-Visvijvers Vliek Ulestraten. Vervolg: zie onder Onderzoek en waardestelling.
-Wijngaard in de zichtas van Buitenplaats De Tangh Rhenen. Wordt zichtas niet verstoord?
Buitenplaats De Tangh Rhenen. Aanplant wijngaard in zichtlijn. Foto Carla Oldenburger
– Vervolg groenadviezen in  Edam.
Tien onbekende of juist interessante begraafplaatsen in tien ‘Berichten’ (aangereikt aan Ver. Terebinth):
-Erebegraafplaats Bloemendaal/Overveen.
-Kerkhof St. Lambertuskerk Veghel.
-RK Begraafplaats Noordwijk en Maria Montessori.

Graf Maria Montessori (1870-1952) op de RK Begraafplaats te Noordwijk. Foto Marthy van Bohemen

-Algemene Begraafplaats Nieuw Valkeveen. Ontwerp D.F. Tersteeg, 1937. Foto Carla Oldenburger

-Algemene Begraafplaats Cauberg Valkenburg. 
-Algemene Begraafplaats Crooswijk Rotterdam.
-Nordfriedhof Düsseldorf.
-Begraafplaats Westerbork (Dr.).
-Oude Begraafplaats Zutphen. 
-Begraafplaats Zuilen in Breda.
Tenslotte nog een mooie foto van Pyrola rotundifolia, genomen tijdens een veldexcursie op Schiermonnikoog:
Pyrola rotundifolia. Schiermonnikoog Veldexcursie. Foto Carla Oldenburger

 

Bollen planten wanneer?

Wanneer is eigenlijk de ideale tijd om bollen te planten? Nou die tijd is een rekkelijk begrip. Van september tot december is de algemene regel, maar er is toch wel wat verschil.  Het bollenplantadvies van De Warande zegt er het volgende over:

“De bollenplanttijd in de herfst kan ook nog in twee periodes worden ingedeeld: kleine bollen (zoals de meeste verwilderingsbollen in ons assortiment) kunnen het beste vanaf eind augustus tot half oktober geplant worden, terwijl de grote bollen zoals narcissen (Narcissus), sieruien (Allium) en langstelige tulpen (Tulipa) het beste vanaf half oktober tot begin december geplant kunnen worden. Dit is echter geen harde regel, maar hou er wel rekening mee dat als je in september een grote bol geplant hebt, deze al voordat de winter invalt op kan komen. Ook is de kans op aantasting door schimmels bij langstelige tulpen bollen groter als de bodem nog relatief warm is: bij vroege inplant dus. Andersom kan een kleine bol die laat geplant wordt het eerste voorjaar ook later bloeien dan normaal.”

Kijk vooral eens op hun website, Trudie heeft veel verstand van bollen en stinsenplanten en geeft gorde adviezen.

Mijn bollen zijn in ieder geval geplant, een rustig idee, en nu maar wachten en dromen tot in maart volgend jaar.

Zocher, De Doornburgh en de KNOB

Onlangs werd Juliet gevraagd om op het komende KNOB symposium,  3 november 2023. in de Priorij Emmaus op de buitenplaats Doornburgh te Maarssen, te spreken over het werk van Zocher op de Doornburgh. Ook zal op die dag de architectuur en ideologie van de Bossche School, de herbestemming van het voormalige klooster en de post-65-architectuur ter sprake komen.

De vorm van de waterpartijen op het tegenwoordige Doornburg doet niet vermoeden dat het om het werk van Zocher sr. gaat (uit ca. 1813?).  Zie ook de wandelkaart onderaan dit Bericht.

Wij hebben nooit de aanwezigheid van een van de Zochers op de Doornburgh kunnen vaststellen, zodat de Doornburgh dan ook op onze Zochers-online pagina ontbreekt, behalve in de lijst projecten zonder primaire bronvermelding.

Toch  komen we tegenwoordig de naam van Zocher in veel secondaire literatuur over de Doornburgh tegen en zelfs in de redengevende omschrijving van het rijksbeschermde monument Doornburgh is dit het geval,  maar overal zonder verwijzingen naar bronnen. Daarom spreken we van een vermoeden en niet eens van een toeschrijving aan Zocher. Zoals gezegd we zijn nooit een verwijzing naar een Zocher op de Doornburgh tegen gekomen en wat veel belangrijker is, we herkennen ook helemaal geen typische Zocher-kenmerken op deze buitenplaats. In ieder geval doet de vorm van de vijverpartijen ons niet aan de Zochers denken. Mocht er een bekende tuinarchitect op de Doornburgh hebben gewerkt, dan zouden wij eerder aan Hendrik van Lunteren uit Utrecht denken, te meer omdat deze tuinarchitect omstreeks 1810 waarschijnlijk  verantwoordelijk was voor de uitbreiding van de nabij gelegen buitenplaats Groenhoven te Zuilen (vroeger gemeente Maarssen, nu Stichtse Vecht). Ook hier, net als op de Doornburgh, is een ‘landschappelijke’ scheidingssloot te vinden tussen een oud deel van de buitenplaats en een nieuw later aangekocht deel.

Ontwerp van uitbreiding park Groenhoven, tussen de Vecht (zij-arm) en de Daalseweg. Zie de scheidibgssloot tussen het park en de boomgaard/annex bouwland. Ca. 1810. Toegeschreven aan Hendrik van Lunteren. Archief Slot Zuylen/HUA

De meest nauwkeurige (secondaire) beschrijving van de buitenplaats Doornburgh is te vinden in het artikel van Petra Doeve (2010). In 1813 kocht Willem Huydecoper de grond van de voorplaats van Elsenburg (gedeelte aan de Diependaalsedijk). De grenssloot tussen Doornenburg en Elsenburg werd toen vergraven in een landschappelijke licht flauwe bochtige vorm, uitkomend in de Vecht. Tussen 1870 en 1912 werd naastgelegen buitenplaats Vechtleven aangekocht. Daar werd een slingervijver aangelegd en werd het terrein van bomen en bospartijen en een moestuin voorzien. Weer is niet bekend welke tuinarchitect hier plannen voor heeft gemaakt, hoewel L.P. Zocher wordt genoemd zonder verwijzingen.

Tekening van architect Jan de Jong (Bossche School). Omstreeks 1965. De pandhof was in zijn ontwerp leeg, zoals dat hoort te zijn, soms met één boom of fontein in het midden. Ruimte, rust en stilte speelden de hoofdrol voor de zusters.

De pandhof in de Priorij Doornenburg heden ten dage. Ontwerp van de hoftuin is van Karin Blom van Assendelft. In plaats van rust en stilte spelen nu afwisseling en veelkleurigheid een hoofdrol. Zie ook het ontwerp van Karin hieronder.

De bouw van de Priorij op de buitenplaats omstreeks 1965-’66 (door Jan de Jong, een leerling van Dom Hans van der Laan en architect van de Bossche School), is de laatste grote verandering geweest die de buitenplaats qua indeling en aanzien heeft veranderd. Een modern kloostergebouw met pandhof in de stijl van de Bossche School werd toegevoegd (plus tennisbaan en moestuin) omdat het historische huis te klein werd voor de zusters en hun gasten en cursisten.

Sinds 2016 is de plaats eigendom van de Stichting MeyerBergman Erfgoed Groep en sinds ca. 2018 spreekt men van een ‘buitenplaats voor kunst en wetenschap’. De functie van de buitenplaats is geheel veranderd, Het 18de eeuwse hoofdhuis en de priorij staan nu open voor lezingen, tentoonstellingen, concerten, theatervoorstellingen, recepties, symposia etc.

Het park is openbaar toegangkelijk.

Karin Blom van Assendelft. Nieuwe invulling (beplantingsplan) van de pandhof of binnenhof van de Priorij Doornburgh, ca. 2018. Ontwerp  overgenomen van de website van De Doornburgh

Wandelkaart van de tegenwoordige buitenplaats Doornburgh, in de loop der eeuwen verenigd met aangekochte delen van de buitenplaatsen Elsenburg (NW-deel) en Vechtleven (Oostelijk deel ). De priorij is gebouwd op de voormalige moestuin, de parkeerplaats ligt op de voormalige tennisbaan. Het oostelijk en westelijk deel van de plaats worden gescheiden door een ‘landschappelijke’ scheidingssloot. Ontwerp  overgenomen van de website van De Doornburgh

Literatuur.

Albers Adviezen. Rapportage De buitenplaats Elsenburg. 2001

Petra Doeve. Tuingeschiedenis van de buitenplaats Doornburgh en de verdwenen buitens Elsenburg, Somerbergen en Vechtleven te Maarssen. Jaarboekje Nifterlaken Oudheidkundig Genootschap 2010.p. 49-68..

Website Doornburgh:

Toeschrijving park Groenhoven aan Hendrik van Lunteren door Tineke Barneveld,

Aankondiging KNOB-symposium 2023:

De Bijenschans Hilversum en andere vh. Provinciale Monumenten

(gedeeltelijk overgenomen van Monumentaal Magazine)

“”De karakteristieke Villa De Bijenschans in Hilversum dreigt te worden gesloopt. Erfgoedvereniging Heemschut heeft de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) opgeroepen om niet alleen de villa zelf, maar ook de tuin, te beschermen als rijksmonumentaal ensemble.

Ontwerp Tuin Bijenschans door D.F. Tersteeg, 1918. Coll. Bibl. WUR

Provinciaal monument

De Bijenschans Hilversum. Foto Monumentaal Magazine

Villa De Bijenschans, in 1917 ontworpen door architect A.H. Wegerif, was ooit al een provinciaal monument. Ook de bijbehorende Engelse landschapstuin, ontworpen door D.F. Tersteeg, was onder deze status beschermd. Bij afstoting van de provinciale monumenten is De Bijenschans niet omgezet naar een gemeentelijk- of rijksmonument.

Zo dreigt De Bijenschans nu door gebrek aan bescherming te worden gesloopt. Ook de omliggende tuin komt daarmee in gevaar. “Uiterst zonde en onnodig”, vindt Heemschut. “Deze prachtige villa en tuin werden voorheen immers al het bewaren waard geacht”.

Bijenkorven

Verder Villa De Bijenschans is gebouwd in opdracht van mevrouw De Kruijff-Gobius. Het woonhuis werd vernoemd naar de bijenkorven die aan de rand van de heide stonden opgesteld. In de decoratieve elementen van de villa zijn ook verwijzingen naar de bij te vinden. Het huis heeft een brede voorgevel met opvallend boogvormige ingang. Ook binnen is de boogvorm terug te vinden en zijn de doorgangen versierd met glas-in-lood. De Engelse landschapstuin is ontworpen in eenheid met het huis.””

D.F. Tersteeg landschapsarchitect gevestigd te Naarden

Deze laatste zin, waarvan de tekst werd overgenomen uit Monumentaal Magazine, is zeer verwarrend. Men denkt al gauw dat er een Engels park, oftewel een (19de eeuws) landschappelijk park (in tegenstelling tot een tuin in geometrische vormgeving) achter de villa ligt, maar het is een tuin in de zgn. Nieuwe Architectonische Tuinstijl, zo kenmerkend voor de landschapsarchitect Dirk Frederik Tersteeg. Deze tuinen kenmerken zich door terrassen, trappartijen van het ene naar het andere terras, muurtjes met bloembakken, geometrisch gevormde bloembedden en een symmetrische opbouw langs een of twee assen.

De tuin is op initiatief van de Nederlandse Tuinenstichting in de jaren tachtig met een aantal andere villatuinen voorgedragen als Provinciaal Monument (Noord-Holland). In Hilversum waren dat de ensembles (villa’s met bijbehorende tuin of park) de Bijenschans en Uitwijk. Ook elders in Noord-Holland werden nog enige tuinen aangewezen. Wellicht heeft het zin om deze ensembles ook eens nader te beschouwen en ze eventueel op de gemeentelijke of rijksmonumentenlijst te plaatsen.

10. Erebegraafplaats Bloemendaal / Overveen aan de Zeeweg

10. Erebegraafplaats aan de Zeeweg te Bloemendaal / Overveen. Ontwerpers Gerard Holte en Auke Komter

Dit is de laatste begraafplaats die ik bespreek uit de serie van 10 beschrijvingen, gemaakt om de aandacht van lezers te trekken, in verband met een groot bestuursleden-tekort bij de Ver. Terebinth. Hopelijk zullen enige mensen na deze serie de gelederen van Terebinth willen gaan versterken.

Plattegrond (boven) en vogelvlucht (beneden) van Erebegraafplaats Bloemendaal / Overveen

Aan de Zeeweg -naar ontwerp van de tuinarchitect Leonard Springer-, in de duinen van Bloemendaal, ligt een stemmingsvolle begraafplaats met 373 graven van verzetsmensen uit de Tweede Wereldoorlog. De vlakke plattegrond van de begraafplaats golft niet mee met het duinlandschap, maar lijkt als het ware hierin uitgehouwen te zijn. Het ontwerp is van de architecten Gerard H.M. Holt en Auke Komter. Beiden behoren tot de moderne stroming in de architectuur. Komter was onder anderen leerling van Le Corbusier. De gedenkstenen liggen in ongelijke vierkante of langgerekte vakken met lage beplanting, die zijn omzoomd door een natuurstenen bestrating. De gehele begraafplaats is ommuurd met een lage muur. Als steensoort werd Maulbronner zandsteen gebruikt, harmoniërend met de zachtgele kleur van de duinen. De partij was afkomstig van het niet-gebouwde museum dat op de Hoge Veluwe, het landgoed van het echtpaar Kröller-Müller, gebouwd zou worden. Alle stenen zijn liggend en gelijkvormig. Nergens zijn ornamenten aangebracht. Men heeft hiermee tot uitdrukking gebracht dat in het verzet allen hetzelfde doel nastreefden en dat de dood ten slotte ook allen gelijkmaakt. In een bronzen urn, ontworpen door L.O. Wenckenbach bevindt zich as van de stoffelijke overschotten van gefusilleerden, afkomstig uit het crematorium te Driehuis-Westerveld en uit de verbrandingsoven van het concentratiekamp Vught.

Als adviseur voor de beplantingen, traden Jan Thijs Pieter Bijhouwer en Lous van Koolwijk – van Weydom Claterbos op. Men vulde de vakken met voornamelijk laagblijvende beplanting van bodenbedekkers en andere vaste planten en grassen, zoveel mogelijk afgestemd op de schrale duingrond. Deze beplanting werd echter verwaarloosd en in 1967 werd de Erebegraafplaats geheel opnieuw beplant door de Heidemij.

De luidklok dateert uit het jaar 1647 en is afkomstig van het voormalige Bloemendaalse raadhuis te Overveen. De tekst op de in 1953 onthulde herdenkingsplaten is van de verzetsstrijder H.M. van Randwijk. In de duinen zijn nog vijf belangrijke vindplaatsen van gefusilleerden gemarkeerd. Bekende verzetsstrijders, die hier begraven werden, zijn: Jannetje Johanna Schaft ‘Het meisje met het rode haar’, de enige vrouw die door de Duitsers werd geëxecuteerd en Gerrit Jan van der Veen.

Voor meer beschrijvingen van begraafplaatsen en kerkhoven in Nederland, zie ook:

Gids voor de Nederlandse Tuin- en Landschapsarchitectuur, 4 delen, Rotterdam 1995-2000 / Carla Oldenburger-Ebbers e.a.

 

Wat betekent dat: “Natuurherstelwet aangenomen door Europees Parlement”?

 


Vervuiling vanuit de Noordzee

De inhoud van de EU-regels voor natuurherstel ziet er in het kort als volgt uit:

Vooruitstrevend Nederland heeft de (toegegeven, wel enigszins afgezwakte) wet met gejuich ontvangen -men spreekt in deze kringen van een groene en gezonde toekomst -; Conservatief Nederland noemt de EU-regels voor natuurherstel nog steeds te star, te eenzijdig en te ingrijpend. Hun mening is dat veel gebieden op slot zullen gaan, ten koste van voedselproductie, woningbouw en zelfs verkeersveiligheid.”

De mens zal bewuster met de natuur moeten gaan samenleven. De wet vraagt 30% van de gedegradeerde ecosystemen te herstellen tegen het jaar 2030 (denk aan schonere energiebronnen, schonere uitstoot van fabrieken en auto- en vliegverkeer, schonere uitstoot in de land- en tuinbouw); 10 % van de steden groener te maken (vooral meer bomen, waterberging, stadsparken, gevel en dakvergroening,  en minder verhardingen tegen 2050); (zie verder onder foto)

Aeres Hogeschool te Almere. Gevelbeplanting. Uitvoering Van Ginkel Groep

rivieren vrijer te laten stromen (denk aan de wateroverlast in Limburg); bijen- en vlinderpopulaties weer op pijl te brengen (is dat in 2030 gelukt door toename van biodiversiteit); 30% van drooggelegde veengronden weer te herstellen (te verlaten) tegen 2030 (70 % tegen 2050), zodat minder broeikasgassen vrijkomen; en bossen robuuster te maken door bossen te verbinden en te doen herleven, door meer dood hout te laten liggen en te streven naar een verantwoorde mix van jonge en oude bomen, om zo meer koolstof vast te leggen.

Als ons dat gaat lukken, en we beginnen toch allemaal heel langzaam aan van deze wet doordrongen te raken, zal een schone en gezonde toekomst voor de generaties die na ons komen gloren aan de horizon.

Ons bureau ‘Oldenburgers Binnenstad en Buitenleven’ probeert zich al jaren aan deze regels voor natuurherstel en samenleving met de natuur te houden. Een mooi voorbeeld is het project waarmee we nu bezig zijn: Waardestelling van Kasteel Vliek te Ulestraten, waar de ‘Vliekerwaterlossing’ de hoofdrol speelt. (Rapport nog niet verschenen). Zie verder ook Bericht 26 januari 2021: ‘Duurzaamheid voorop, ook bij renovatie van historische tuinen’.

Nu de natuurherstelwet is aangenomen zie ik opeens veel helderder de relatie tussen duurzaamheid, milieu, inheemse beplantingen en groen erfgoed en tussen historie en ecologie (genius of the place). De wet vraagt ons in ieder geval bij elke (ontwerp)beslissing goed na te denken over de gevolgen  in het kader van herstel van de natuur. Daarbij zal ook gepaste creativiteit een belangrijker plaats gaan innemen in onze planvorming.

Schiermonnikoog en de storm Poly

Kaart van eiland Schiermonnikoog. Tekening  Lune Moonen, Foto Carla OldenburgerJuliet in de vogelhut op Schier. Foto Walther Schoonenberg

Kleindochter Lune als toekomstig bioloog. Foto Carla Oldenburger

We waren met de familie afgelopen week op Schiermonnikoog. Het eiland is de kleinste gemeente van Nederland en in 1989 als geheel tot Nationaal Park verklaard. Het staat bekend om zijn brede strand, het breedste van Nederland en wordt geroemd om zijn rust en natuur. Twee jaar geleden hebben we ons o.a. gericht op de historie van de buitenplaats Rijsbergen in het dorp Schiermonnikoog, terwijl we nu druk bezig waren met determineren van de duinplanten  en de vogels en de schelpen. Juliet is goed bekend met de duinflora, Lune was een uitstekende vogelaar en samen bestudeerden ze nu met behulp van de Schelpengids de gevonden schelpen.

De storm Poly dwong ons 5 juli binnen te blijven. In de middag (15.00 -16.00 uur) werden hier sterke windvlagen (15-16 m. p/s.) verwacht. Maar het viel erg mee. Het binnenzitten heeft ook zijn charme.  Lezen, schrijven, genieten van het bijzondere vertrouwde hotel (Van der Werff). Hieronder bijpassende foto’s, de mooiste en meest bijzondere  vondsten van afgelopen dagen: Parnassia; Pyrola of Rond Wintergroen; Grauwe Vliegenvanger; Kleine Plevier; een kijkje in het prachtige schelpenmuseum van Thijs de Boer; en enkele historische relicten in Hotel van der Werff. Juliet en Lune hebben alle vondsten in hun flora en vogelgids en schelpengids genoteerd.

Parnassia palustris in vochtige duinvalleien. Foto Walther Schoonenberg

Pyrola rotundifolia in vochtige duinen. Foto Walther Schoonenberg

Grauwe vliegenvanger. Foto Wikipedia

Kleine Plevier. Foto Wikipedia

Boven en onder: Twee gezichten in het Schelpenmuseum. Foto Carla Oldenburger

Prehistorische Stekelhoren. Foto Walther Schoonenberg

Oude foto van Hotel van der Werff. In de gang van het hotel. Foto Carla Oldenburger

Andere documenten in een vitrinekast van het hotel. Foto Carla Oldenburger

Wapensteen van de familie Stachouwer, destijds eigenaar van het eiland. De steen sierde in de 17de eeuw hun kasteel Binnendijken, al waar recht gesproken werd. Na de stormvloed (ca. 1700) verhuisde de steen naar het nieuwe rechthuis (= Hotel van der Werff). Foto Carla Oldenburger

Ook fungeerde het hotel later als wachtlokaal. Foto Carla Oldenburger

Juliet in de lounge/salon van het hotel tijdens de storm Poly. Foto Carla Oldenburger

Kennismaking met ‘het groen’ van Edam.

We bezochten deze week (27 juni 2023) met een delegatie van de Ver. Oud-Edam een oriëntatiebezoek aan ‘het groen’ van Edam. Dit stadje is natuurlijk beroemd geworden door de Edammer Kaas, maar betekent voor ons vooral een unieke monumentenstad.

De ‘groene monumenten’ (zoals begraafplaatsen, openbaar groen, vestingwerken) in Edam zijn slechts zeer summier beschreven en bieden daardoor geen optimale bescherming.

De redengevende omschrijving van de rijksbeschermde vestingwerken luidt: “Overblijfselen van de stadswallen: Wester-, Noordervesting, Klundert, Oosterkade, Baander- en Zuidervesting”. De ondergrondse muurwerken zijn hiermee wel beschermd, maar de bomen op de wallen zijn niet afzonderlijk beschermd.

De kleine Joodse begraafplaats langs het Oorgat is een gemeentelijk monument; maar het kerkhof gelegen rondom de Grote Kerk wordt in de monumentenbeschrijving van de kerk niet nader genoemd en krijgt  in de beschrijving van het Beschermd Stadsgezicht Edam alleen het bijvoeglijk naamwoord ‘kenmerkend’ mee, terwijl op de stadskaart uit 1743 dit kerkhof als ruimte al nauwkeurig staat aangegeven. Het kerkhof is met twee hoofdlanen kruisvormig ingedeeld en ligt voor een groot deel  langs de Noordervesting, die ter hoogte van de kerk geheel beplant is met bomen.

In de beschrijving van het Beschermd Stadsgezicht worden de bomen langs de havens (Achterhaven, Voorhaven, Nieuwe Haven) en op de rijksbeschermde vestingwallen (die ontstaan zijn tussen 1690 en 1718) wèl kort genoemd. Er wordt gesproken over twee rijen bomen (aan beiden zijden van de havens),  maar over de soorten en onderlinge afstanden wordt helaas niets naders gezegd.

In de Lijst monumentale en/of waardevolle bomen van Edam zijn tien jaar geleden 594 bomen genoteerd, waarvan 553 van de gemeente en 41 van derden. Anno 2023 zullen er wel enkelen verdwenen zijn.

Kaart behorend bij Beschermd Stadsgezicht. Edam, 1977

De kernstructuur van de stad wordt gevormd door de oude havens, van noord naar zuid de Achterhaven, de Voorhaven en de Nieuwe Haven, en daar weer ten zuiden van de Schuttersgracht. De havens zijn beplant met -aan beide zijden- bomen. Omdat de wallen rond de stad tussen 1690 en 1718 opgeworpen zijn,  is voor nadere bestudering een duidelijke stadskaart uit die periode of iets later als referentie te gebruiken, en dat is dan in dit geval de kaart van Isaak Tirion uit 1743. Daar staan ook de bomen op ingetekend, maar voor het verkrijgen van nadere gegevens (zoals bijvoorbeeld de destijds gebruikte onderlinge afstanden) is het aan te bevelen andere bronnen te raadplegen, zoals het handboek Den Nederlandsen Hovenier uit 1669.

Behalve ‘het groen’ kwamen we tijdens onze wandeling natuurlijk ook andere cultuurhistorische hoogstandjes tegen, zoals twee tuinkoepels langs de Nieuwe Haven en de oudste scheepswerf van Nederland, met een Wieringer Aak.

Deze koepels liggen in het kerngebied van het beschermd stadsgezicht, in achtertuinen van huizen aan de Lingerzijde. Ze zijn voorzover wij nu weten niet beschermd als rijks- of gemeentelijk monument, maar maken wel deel uit van het beschermde stadsgezicht, evenals een historische scheepswerf. Dit was een onverwachte interessante afsluiting van het bezoek.

Tuinhuis aan de Nieuwe Haven. Lingerzijde 33. Gebouwd als namaak-‘Turkse Tent’. Opdrachtgever William Pont, 1844. Foto Carla Oldenburger

Tuinhuis aan de Nieuwe Haven, Lingerzijde 39. Opdrachtgever William Pont, 1845. Foto Carla Oldenburger

Bovenstaande tuinhuizen  in de achtertuinen van huizen aan de Lingerzijde, langs het westelijk deel van de Nieuwe Haven. Foto Carla Oldenburger

Scheepswerf Groot.  Oudste historische scheepswerf van Nederland. In het water (Nieuwe Haven), ten oosten van de Kwakelbrug, ligt de Wieringer Aak 167. Foto Carla Oldenburger