Boombeplanting in Amsterdam

Boombeplanting

In alle beschrijvingen uit de 17e eeuw wordt Amsterdam geroemd om zijn bomen. Als één van de eerste Europese steden werd vanaf het einde van de 16e eeuw op grootschalige en systematische wijze de boomaanplant ter hand genomen. Om een dergelijke operatie in goede banen te leiden werden vanuit stadswege houtvesters en stadsgaardeniers in dienst genomen om erop toe te zien dat alles goed verliep.

Voordat men overging op de systematische beplanting stonden er her en der in de stad losse bomen. Daarnaast stonden er bomen in de talloze kloostertuinen. Deze gang van zaken veranderde met de eerste grote stadsuitbreiding aan het einde van de 16e eeuw. De buitenkade van de stadssingel (het tegenwoordige Singel) werd toen met ‘blaeuwe arduyn-steen beleydt, en de straten met loof-rijcke linde-boomen beplant’. Vanaf die tijd werden op de kades van nieuw aangelegde grachten steevast bomen geplant. Harman Barentsz werd in het begin van 1600 benoemd tot opzichter van de stadswallen. Zijn hoofdtaak was toezicht houden op het hout dat op de stadswallen was opgeslagen. Zo moest hij de ‘walhuur’ innen en erop toezien dat verkocht hout binnen 24 uur van de wallen was gehaald. In het laatste punt van zijn instructie werd hij ook geordonneerd om ‘goede opsicht te hebben op alle geplante boomen deser stede, aengaende dat se niet gequest ofte geschoffiert en werden, zoveel hem doenlijk is’.

In de kloostertuinen stonden bomen, in tegenstelling tot de rest van de stad (1544).

In de kloostertuinen stonden bomen, in tegenstelling tot de rest van de stad (1544).

Systematische boomaanplant tijdens de eerste uitleg. De toren linksonder is de Jan Rodenpoorttoren (1597).

Systematische boomaanplant tijdens de eerste uitleg. De toren linksonder is de Jan Rodenpoorttoren (1597).

Uit de stadsrekeningen valt op te maken dat de aanplant van bomen in het begin van de 17e eeuw in hoog tempo toenam. In 1610 werd 1817 gulden betaald voor de aanschaf van bomen en de kosten voor het planten. Het jaar daarop werd hier 573 gulden aan uitgegeven. Daarnaast werd in 1611 aan IJbrant Ben 300 gulden betaald voor de ‘coop ende tplanten van seckere boomen die montelbaensburchwall’ (Oude Schans). Gardenier Willem Jansz. kreeg ruim 42 gulden arbeidsloon voor het planten vande boomen op diversche plaetsen. Albert Lucasz. ontving 357 gulden voor het planten van bomen langs de ‘burchwallen dezer stede’. Bomen stonden niet als aparte rubriek in het stedelijk kasboek: de campagne om de stad te beplanten viel onder de ‘extraordinaris zaecken’. Pontanus beschreef in 1614 de bomen op de burgwallen als een betrekkelijk nieuw verschijnsel. De aanplant was nog jong: aan de grachten stonden ‘hier ende daer […] lustighe boomkens aen den cant van ’t water in bequame orden’, hetgeen leidde tot ‘groote vermakinge van den genen die daer voor by passeren’.

1625

De Nieuwmarkt en de Kloveniersburgwal waarbij de systematische boombeplanting goed te zien is (1625).

Tijdens de derde uitleg, waarbij de grachtengordel en Jordaan werden aangelegd, vond de aanplant van bomen op grote schaal plaats. Niet alleen de luxe woongrachten werden van bomen voorzien maar ook de Jordaan. Daar werden alle grachten beplant behalve de Passeerder- en de Looiersgracht. Men zal op deze grachten af hebben gezien van beplanting gezien de beperkte levensvatbaarheid van de bomen door de verontreinigde industrie die aan beide grachten was gehuisvest. Ook de Goudsbloemgracht bleef boomloos door de zeer smalle kades die aan weerszijden van de gracht gelegen waren. Er was simpelweg niet genoeg ruimte om bomen te plaatsten. Niet alleen de nieuw gegraven grachten werden voorzien van bomen. Ook in de oude stad werd een inhaalslag gemaakt. Op de plattegrond van Balthazar Florisz van Berckenrode uit 1625 waren niet alleen de oude burgwallen beplant, ook de grachten in de Lastage en een deel van de kades op Uilenburg, Valkenburg en Rapenburg waren van bomen voorzien. Een opvallend verschijnsel is de beplanting op de Nieuwmarkt. De bomenrij markeert het oude tracé van de Sint-Anthonisbreestraat.

In 1621 werd Gerrit Gerritsz als nieuwe opzichter van de stadswallen aangesteld. Zijn instructie is exact dezelfde als de werkbeschrijving in 1600 voor Harman Barentsz., inclusief zijn naam. De schrijver was blijkbaar niet helemaal bij de les. In een keur van 1624 wordt gesproken over ‘twee commissarissen op ’t planten van bomen’. Onder het toezicht van deze commissarissen, ook wel houtvester genoemd, stond de stadsgaardenier. Op 16 januari 1627 werd een instructie opgesteld voor de stadsgardenier, Geurt Arentsz. genaamd. Hij had de zorg voor het planten, de instandhouding en verbetering van de stadsbomen, bijgestaan door zijn arbeiders. Daarnaast diende hij ervoor te zorgen dat de stadsstratenmaker op de hoogte werd gesteld als de gardenier ergens bomen zou gaan planten. De stratenmaker kon daarna ervoor zorgen dat ‘de straten terstont wederom aengevult ende gemaeckt worden’.

Het planten van bomen, Jan Luyken, 1660 - 1712

De stedelijke boomkwekerij bevond zich aan de Overtoom bij de Pestsloot. In het begin van de 17e eeuw werden voornamelijk linden geplant maar het aandeel van iepen werd in de loop van de 17e eeuw steeds groter. Iepen waren sterker, brachten meer schaduw teweeg en hadden een langere levensduur. Jonge bomen werden altijd voorzien van boomkokers of palen die de aanplant moest beschermen. Dit gold ook voor sommige volwassen bomen om ze te beschermen tegen aanrijdingen of vandalisme. Al die bomen diende niet alleen als sieraad voor de stad, er lagen ook praktische zaken aan ten grondslag. De boomwortels zorgden voor een stabiliserend effect op de kades. De grond tussen de wortels werd bijeen gehouden wat ervoor zorgde dat er minder materiaal wegspoelde. Dit verklaart tevens dat ook de Jordaan, waar esthetische overwegingen nimmer een rol hebben gespeeld in de stedelijke besluitvorming, van bomen werd voorzien. Daarnaast zorgden de bomen voor een aangenamer klimaat in de zomer. De bomen op het Singel waren geplant tot ciraat van de stad ende het schutten van de son. Op alle marktpleinen werden bomen geplant, niet alleen ten behoeve van het vee dat niet te lang in de zon kon staan, maar ook om bederfelijke producten uit de zon te houden. De marktmeester van de Reguliersmarkt (nu het Rembrandtplein) moest blijkens een keur van 24 juli 1669 erop toezien dat de marktkramers niet ‘de boomen aldaer staende te behangen, te besette of andersints […] te mishandelen’.

asdf

De kokers rondom de jonge bomen zijn duidelijk zichtbaar. In de gracht zwemmen twee stadszwanen, links is de hondenslager aan het werk.

Dat de overheid van Amsterdam van oudsher zeer gesteld was op haar bomen blijkt uit de lange lijst van keuren die opgesteld werden ter bescherming van de bomen. Op 12 april 1454 werd eenieder die ‘bomen opte vesten quest, scillet of scoffiert’ door het gerecht gevonnist met het verlies van de rechterhand of 20 pond boete. Op 11 april 1525 werd degene die ‘bomen ande veste oft anderssins binnen deser stede oft buyten inden vrijheyt staende queste, schilde off schoffierde’ openbaar gegeseld of moest een boete van zes pond betalen. Daarnaast klommen kwajongens in de bomen en smeerden de takken met vogellijm in om uilen en vogels te vangen. De kokers die om de jonge bomen werden geplaatst waren ook niet veilig voor enkele onverlaten in de stad. In een keur van 1631 werd de straf op het beschadigen of wegnemen van deze kokers verhoogd. Daarnaast werd de gardenier gemachtigd om boetes uit te delen. Blijkbaar hielp dit keur niet aangezien op 7 maart 1679 de straf opnieuw werd verhoogd. De heren van de Gerechte besloten dat ‘niemand sig hebben te vervorderen […] de kokers vande boomen af te rucken en weg te dragen op pene, […] sonder eenige verschooninge opentlick met geesselinge aenden lijve sullen werden gestraft’. Een geseling was geen pretje, toch werd op 2 juni 1684 een nieuwe keur uitgevaardigd om de bomenschenders aan te pakken:
‘Alsoo mijne heeren van den Gerechte der stad Amsterdam in ervaringe komen, dat, niet tegenstaende bij verscheide willekeuren, voor desen expresselijk ten dien eijnde gemaekt, verboden is eenige boomen te scheuren, ofte schenden, eger nog dagelijx veel menschen sig niet en ontsien de boomen soo in de nieuwe plantagie, als op andere plaetsen binnen deze stad ende de vrijheid van dien, te beschadigen ofte te verderven, t welk is streckende niet alleen tot vilipendie van de voorseide keuren, maer ook tot merkelijke ontcieringe ende nadeel vande stad’.

Iemand die het toch waagde om de stadsbomen ’t sij met schillen, snijden, afhouden, schudden, uittrecken, afbreken van de kokers ofte andersins moetwilliglijk te schenden ofte beschadigen’ liep het risico om zijn rechterhand kwijt te raken, openbaar gegeseld te worden of uit de stad verbannen te worden. Daarnaast werd in de keur een probleem aangehaald dat tegenwoordig ook nog steeds veel overlast veroorzaakt. ‘Ende dewijl de experientie leert, dat door de scherpheit van het water ofte pissen, de boomen seer beschadigt werden, en eijndelijk komen te versterven en uijt te gaen. Soo werd een iegelijk verboden sijn water tegen ofte aen eenige boomen te maken, op een boete van dertig stuijvers’.

Jan Wijnants 1660

In Amsterdam staan tegenwoordig ruim 75.000 iepen. Nergens anders in een andere Europese stad staan zoveel iepen als in Amsterdam. Hoewel de iepenziekte op de loer ligt, is de stad er alles aan gelegen om deze monumentale boom te behouden voor de stad. Het kan niet anders dat de grote waardering voor deze boomsoort ontsproten is uit de grootschalige boomaanplant in de 17e eeuw.

Bronnen uit het Stadsarchief Amsterdam:

5023.2.205 (1600)

5023.2.205 (1600)

5023.2.206 (1600)

5023.2.206 (1600)

5023.3.51 (16-1-1627)

5023.3.51 (16-1-1627)

5023.3.52 (16-1-1627)

5023.3.52 (16-1-1627)

5020.18.69 (2-6-1684)

5020.18.69 (2-6-1684)

5020.18.70 (2-6-1684)

5020.18.70 (2-6-1684)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Literatuur:

  • J.E. Abrahamse, De grote uitleg van Amsterdam, 2010.
  • L. van Nierop, ‘De houtvesterij’ in: Amstelodamum jrg. 48 (1961).(overgenomen van en met dank aan amsterdamsverleden.nl – Ilja Mostert).
  • Zie ook het bericht Gekokerde bomen, geplaatst op de Cascade weblog (cascade1987.nl/weblog) 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *