Kaart van eiland Schiermonnikoog. Tekening Lune Moonen, Foto Carla OldenburgerJuliet in de vogelhut op Schier. Foto Walther Schoonenberg
Kleindochter Lune als toekomstig bioloog. Foto Carla Oldenburger
We waren met de familie afgelopen week op Schiermonnikoog. Het eiland is de kleinste gemeente van Nederland en in 1989 als geheel tot Nationaal Park verklaard. Het staat bekend om zijn brede strand, het breedste van Nederland en wordt geroemd om zijn rust en natuur. Twee jaar geleden hebben we ons o.a. gericht op de historie van de buitenplaats Rijsbergen in het dorp Schiermonnikoog, terwijl we nu druk bezig waren met determineren van de duinplanten en de vogels en de schelpen. Juliet is goed bekend met de duinflora, Lune was een uitstekende vogelaar en samen bestudeerden ze nu met behulp van de Schelpengids de gevonden schelpen.
De storm Poly dwong ons 5 juli binnen te blijven. In de middag (15.00 -16.00 uur) werden hier sterke windvlagen (15-16 m. p/s.) verwacht. Maar het viel erg mee. Het binnenzitten heeft ook zijn charme. Lezen, schrijven, genieten van het bijzondere vertrouwde hotel (Van der Werff). Hieronder bijpassende foto’s, de mooiste en meest bijzondere vondsten van afgelopen dagen: Parnassia; Pyrola of Rond Wintergroen; Grauwe Vliegenvanger; Kleine Plevier; een kijkje in het prachtige schelpenmuseum van Thijs de Boer; en enkele historische relicten in Hotel van der Werff. Juliet en Lune hebben alle vondsten in hun flora en vogelgids en schelpengids genoteerd.
Parnassia palustris in vochtige duinvalleien. Foto Walther Schoonenberg
Pyrola rotundifolia in vochtige duinen. Foto Walther Schoonenberg
Grauwe vliegenvanger. Foto Wikipedia
Kleine Plevier. Foto Wikipedia
Boven en onder: Twee gezichten in het Schelpenmuseum. Foto Carla Oldenburger
Prehistorische Stekelhoren. Foto Walther Schoonenberg
Oude foto van Hotel van der Werff. In de gang van het hotel. Foto Carla Oldenburger
Andere documenten in een vitrinekast van het hotel. Foto Carla Oldenburger
Wapensteen van de familie Stachouwer, destijds eigenaar van het eiland. De steen sierde in de 17de eeuw hun kasteel Binnendijken, al waar recht gesproken werd. Na de stormvloed (ca. 1700) verhuisde de steen naar het nieuwe rechthuis (= Hotel van der Werff). Foto Carla Oldenburger
Ook fungeerde het hotel later als wachtlokaal. Foto Carla Oldenburger
Juliet in de lounge/salon van het hotel tijdens de storm Poly. Foto Carla Oldenburger
Heel informatief en mooi geïllustreerd. Het ‘schier’ van de naam betekent ‘grijs’ . Op het eiland zaten niet de paters maar de broeders, en die hadden grijze pijen. De paters hadden geloof ik zwart/wit.
Dank voor je compliment Joost. Ik begrijp niet echt wat je bedoelt te zeggen Joost. In de middeleeuwen zaten op Schier ‘schiermonniken’ (destijds monniken gekleed in grijze pijen) van de orde van de Cisteziencers. Dat is lang geleden. Nu wonen er weer Cisterciënzer monniken (om precies te zijn broeders) , die tot dezelfde orde behoren en traditioneel gekleed gaan, maar niet in het grijs. Zij zijn gekleed in een witte pij, een zwarte scapulier (een schouderkleed) en een bruine riem. Broeders en paters zijn naar ik aanneem gekleed in dezelfde kleren. Vooral tegenwoordig in onze tijd legt men niet meer zo’n nadruk op het verschil tussen fraters en paters (broeders en priesters).
De eerste monniken droegen kleding van ongeverfde schapenwol, zowel de priesters als de lekenbroeders. Aan dat ‘grauw’ hebben ze hun reputatie te danken.
Dit is al lang niet meer zo, en ook de lekenbroeders bestaan niet meer.
De kleding is thans een zwart scapulier en een wit habijt. De kovel is wit.
Bron: monnik Alberic Schiermonnikoog