Tuin – ontwerp bij het Internationale Hof van Justitie, 1977; E. en L. Canneman. oorden rechts. Coll. Vredespaleis.
Doorsnede van tuinontwerp bij Internationale Hof van Justitie, 1977. Ontwerp E. en L. Canneman.
Ik beloofde de curator te zoeken in de database van Tuinjournaals van de Nederlandse Tuinenstichting /NTs, in de database TUiN van de Bibliotheek WUR en in onze eigen database (niet openbaar). In de laatste waren de tekeningen opgeslagen die wij zelf hadden gefotografeerd (300×300 dpi). Dat was dus een aardige vangst, maar daarmee waren de originele tekeningen nog niet teruggevonden.
Waarschijnlijk zwerven ze toch ergens rond in het Vredespaleis, tussen alle schitterende kunstvoorwerpen uit de hele wereld. Kijk voor de aardigheid eens op You Tube naar de interieurs en kunstschatten.
Voor de beplanting van de Canneman-tuin zou ik het volgende boekje willen aanraden, getiteld De tuin van Elias en Liesbeth Canneman-Philipse in de tuin van het Vredespaleis, van de auteur Carla Romijn-Schütte, dat te bestellen is via info@tuinenstichting.nl. Ook in dit boekje is de plattegrond van de Vredespaleistuin afgebeeld met een referentie naar het “archief Carnegiestichting” (Vredespaleis).
En dan is er nog een heel nummer van het Tuinjournaal (Nederl. Tuinenstichting) aan Elias en Liesbeth Canneman gewijd,
Achterin dit nummer staat een plantenlijst van hun eigen tuin op de Walenburg, een ridderhofstad gelegen aan de Langbroekerwetering in Neerlangbroek. Daar woonden Elias en Liesbeth in de jaren zeventig en tachtig van de twintigste eeuw. Elias restaureerde het kasteel en Liesbeth legde een nieuwe tuin aan, die in grote lijnen langs geometrische patronen werd aangelegd en tegelijkertijd in de stijl van ‘wild garnering’ werd beplant.
De Vredespaleis-tuin was op een andere leest geschoeid. Hier overheerste de geometrie, in de vorm van hagen en zichtlijnen.
De boeken Decoratieve Tuinbeplanting (1913;1922), van de hortulanus van Amsterdam, A.J. van Laren en het boekDe Villatuin, (1929) van Th. J. Dinn geven wat soorten beplanting betreft wel een aardig beeld van de toegepaste beplantingen, vooral interessant omdat Liesbeth Canneman als jonge tuinierster in dienst is geweest van Dinn en daar veel geleerd heeft. Van Laren geeft ook beplantingsplannen, zodat duidelijk is welke soorten hij graag gebruikt en welke planten hij naast elkaar plant.
Beide boeken kunnen in de Bibliotheek WUR worden geleend.
Mocht iemand meer weten over de verblijfplaats van de beide ontwerpen van de tuin van Liesbeth Canneman achter het Vredespaleis, stuur dan een e-mail naar ons (oldenburgers2@gmail.com) of naar het Vredespaleis (j.wieringa@peacepalace.org)
(292) De laatste dagen nog wat puntjes op de i gezet in de nieuwe tuin (zie Tuin Rhenen Op De Schop 1 en 2, resp. 23 en 24 mei jl.). Dat hield in een klimopscherm verankeren, een hulstbosje en een krentenboompje snoeien, en vooral de nog zwarte aarde met Vinca major beplanten. Het enige dat nu nog moet gebeuren, is het bramenbos langs de Levendaalseweg verwijderen (hopelijk zal de eigenaar het Utrechts Landschap dat gaan doen, zodat er geen bramen als onkruid meer te verwachten zijn in de nieuwe tuin.
De volgende foto’s tonen de nu nog maagdelijke tuin. Als de border in volle wasdom is gekomen en de heesters wat opgeschoten zijn, volgen nieuwe foto’s. Nu spreken de hieronder geplaatst foto’s voor zich zelf. De plantenlijst is gegeven in “Tuin Rhenen Op De Schop nr. 2”. Zie terug 24 mei jl.
Zicht op de tuin vanaf het terras, in oostelijke richting. Foto Carla Oldenburger
Zicht op de tuin vanaf het terras, in westelijke richting. Foto Carla Oldenburger
(290) Onder: Houtsnipper-werkpad langs de nieuw ingeplante border. Het perk links van Bart wordt een heester- en bomenperk (nu Ilex, lijsterbes en krentenboompje te zien), met een bodembedekking van Vinca major. Daarvoor langs het terras een brede gemengde border (kleuren wit, blauw, paars, rose en rood).
Bart van Fa. Van Ginkel komt alle eer toe. Hij loopt nu op het werkpad, tussen het heesterperk en de border. Foto Bud Dulon Barre
Links van Venus (op de onderste foto) is een zithoekje gemaakt voor lunchen, koffie, lezen en mijmeren in de schaduw. Het terras ligt namelijk op het zuid-oosten (vooraan op de foto) en is flink heet in de zomer. Aan het terras grenst een flinke brede border. Op Dag 3 zal het brede middenperk met Vinca major worden beplant en het klimopscherm zal worden vastgezet. Hieronder volgt de lijst vaste planten die vandaag zijn geplant.
Houtsnipperpaadjes zijn bedoeld als werkpaadjes. De volgroeide planten zullen de scherpe randen verzachten. Foto Carla Oldenburger
Borderplanten Rhenen Van Abcoudehof 25; Ingeplant 24 -05-2022.
Tuin omgeven door Bos op Laarschenberg- Grebbeberg. Gemengd Eiken- beukenbos. Overgang van terras (zon) naar het bos (schaduw).
Ontwerp Bart Kelderman en Carla Oldenburger
Van Ginkel Veenendaal B.V.- Koninklijke Ginkel Groep
Blauw / Paars:
Campanula cochleariifolia, 20 cm.
Eryngium bourgatii, 30-40 cm.
Veronica austriaca ‘Royal Blue’, 30-40 cm.
Nepeta faassenii ‘Walker’s Low’, 40 cm.
Jasione laevis ‘Blaulicht’, 40 cm.
Salvia nemerosa ‘Ostfriesland’, 50 cm.
Veronica spicata, 50 cm.
Aquilegia vulgarism ‘Blue Barlow’, 60 cm.
Aster frikartii ‘Jungfrau’, 60 cm.
Kniphofia ‘Royal Castle’, 80 cm.
Molinia caerulea ‘Edith Dudszus’, 80-90 cm.
Phlox paniculata ‘Blue Paradise’, 100 cm.
Campanula lactiflora ‘Prichard’s Variety’, 100-140 cm.
Delphinium ‘King Arthur’, 120-180 cm.
Vinca major als bodembedekker, 50 cm.
Rose:
Scabiosa columbaria ‘Pink Mist’, 30 cm.
Stachys byzantina, 40 cm.
Sedum ‘Xenox’, 50-60 cm.
Anemone tomentosa ‘Robustissima’, 100-120 cm.
Veronicastrum virginicum ‘Roseum’, 120 cm.
Digitalis purpurea ‘Gloxinuaeflora’, 140 cm.
Wit:
Pennisetum alopecuroides ‘Littke Bunny’, 25 cm.
Helleborus ‘Mont Blanc Niger’, 30 cm.
Actaea ramosa ‘Brunette’, 90-120 cm.
Rood / Oranje:
Astrantia major ‘Claret’, 50-70 cm.
Persicaria amplexicaulis ‘J.S.Caliente’, 60-80 cm.
Papaver orientale ‘Patty’s Plum’, 60-80 cm.
Echinacea ‘Summer Cloud’, 70 cm.
Helenium ‘Moerheim Beauty’, 80 cm.
Salvia microphylla ‘Hot Lips’, 90-100 cm.
Crocosmia ‘Lucifer’, 120-150 cm.
Struiken / Boompjes/Klimmers:
Hydrangea macrophylla ‘Endless Summer’ of ‘Bailmer’. Lichtblauw-rose (ligt aan de grond). 90-150 cm.
Rhododendron ‘Catawbiense Grandiflorum’, 200 cm. Rose
Amelanchier lamarckii, 250 cm.
Hedera hibernica, klimmer tegen scherm.
Campsis radicans, klimmer tegen huis.
(Ilex aquifolium, opschot, stond er al)
(Sorbus, Lijsterbes, opschot, stond er al)
(Rhododendron, Hydrangea en Appel zijn voorlopig in de strook van de buren blijven staan).
(289) Plaatjes zeggen genoeg. Dag 1 is de dag van spitten, schonen, egaliseren, composteren, uitzetten en daarna vooral rustig wachten op de dag van morgen en hopen dat het gaat regenen. Morgen boomschors op de bospaadjes, vaste planten en wat bijsnoeien.
23 mei, 7 uur ’s morgens. Tuinaarde wordt gebracht. Foto Carla OldenburgerSpitten en egaliseren. Foto Carla OldenburgerTuinaarde vermengd met compost is uitgestrooid. Foto Carla Oldenburger
(288) Onze tuin op de Laarschenberg gaat morgen (23 mei 2022) op de schop. We zullen op deze plaats daar kort verslag van doen.
Om te beginnen, waar ligt de tuin (locatie), beter gezegd het tuintje, hoe ziet de tuin er nu uit en waarom gaat hij op de schop? De locatie is in Rhenen, daar waar de Levendaalseweg overgaat in het bos van de Laarschenberg, eigendom van Het Utrechts Landschap.
Het begin van de beukenlaan, een fietspad genaamd Levendaalseweg, dat loopt over de Laarschenberg. Links hiervan ligt onze tuin. Foto Carla OldenburgerOldenburgers Tuin AnnoNu, overgaand in het bos van de Laarschenberg. Op het witte bord is te lezen dat de wandelaars en fietsers het bos van de Laarschenberg betreden en dat de eigenaar van het bos Het Utrechts Landschap is. Foto Carla Oldenburger
We maken een korte wandeling langs Oldenburgers Tuin over het bospad, genaamd de Levendaalseweg, en vervolgens nemen we het eerste bospad links. We krijgen dan een uitzicht richting de Gelderse Vallei en het dorpje Achterberg. Als we vervolgens hier tussen de korenvelden door rechtsom achter het groene hout ombuigen, leidt een weggetje ons langzaam weer terug naar de weg naar kasteel Levendaal, een buitenplaats die vroeger evenals het buiten Heimerstein was gelegen aan de voet van de Grebbeberg.
Korenvelden en bos op de Laarschenberg. Zicht richting Achterberg en Gelderse Vallei. Foto Carla Oldenburger
Waarom gaat de tuin op de schop? Omdat ik de wildgroei niet meer kan bijhouden. De struiken worden te hoog, zodat mijn uitzicht op het bos wordt belemmerd. Het gras wordt vervangen door een bodembedekker. Mijn uitgangspunt is altijd geweest dat de tuin een geleidelijke overgang moet zijn tussen ons terras (cultuur) en het bos (natuur). Op het terras wil ik genieten van een bloemetje en die bloemen moeten wel passen in het bos. Dat uitgangspunt blijft, maar de wilde planten zullen wel gedeeltelijk door lage bloemheesters vervangen worden om langere tijd van een kleurige uitstraling te kunnen genieten.
We zullen zien of mijn idee ‘overgang van cultuur naar natuur’ behouden kan blijven.
(286) In Bericht 283 werd al gewag gemaakt van het nieuwe plantsoentje op de plaats van de voormalige postzegelmarkt, aan de Nieuwezijds Voorburgwal. Dit Bericht concentreerde zich op de beplanting en het nieuwe ontwerp van de gemeente Amsterdam.
Hierbij aansluitend willen we nu nog iets verder op de historie van de locatie ingaan. In 2016 plaatsten we al een tekening van de bloemenmarkt van G. A. Berckheyde uit 1686. Toen de Nieuwezijds Voorburgwal in 1883 werd gedempt, moest de bloemenmarkt verhuizen naar de tegenwoordige plaats aan het Singel. Van de oude situatie op de St. Luciënswal (de locatie van de postzegelmarkt) kwamen we nu een gravure tegen van J. Cats (tek.) en J.P. Visser Bender (gravure) uit omstreeks 1800.
J. Cats (delin.) en J.P. Visser Bender (sculp.). Amsterdam, ca. 1800. Bloemenmarkt, later Postzegelmarkt, nog weer later Postzegelplantsoen. Coll. NHA.
De gracht is nog niet gedempt en boven de brug van de Paleisstraat zien we de achterkant van het stadhuis getekend, met Atlas die de wereldbol draagt, op het dak. Het huis waar we tegen aan kijken is het hoekhuis van de Wijdesteeg en de nering vindt plaats ongeveer ter hoogste van het Betty Asfaltcomplex. De belangrijkste informatie voor ons lezers van dit Bericht is dat we hier al twee rijen bomen zien, op regelmatige afstand van elkaar geplant, de linker, westelijke rij langs het tegenwoordige fietspad en de rechter, oostelijke rij langs de tegenwoordige trambaan. Daartussen bevindt zich nu het nieuwe postzegelplantsoen(tje).
De ingeburgerde Amsterdammers zullen weten dat aan de overkant van de trambaan, even ten noorden van de St.Luciënsteeg, een apart klein huisje staat. Het functioneert nu als koffie-afhaal-tentje, maar wat was de oorspronkelijke functie van dit gebouwtje?
Bouwtekening. Ontwerp Publieke Werken. Politiepost Nieuwezijds Voorburgwal, 1896. Type A (groot) en Type B (klein). Coll. Stadsarchief Amsterdam
Het huisje was oorspronkelijk bedoeld als politiepost, zoals de bouwtekening uit 1896 laat zien. Er waren verschillende modellen, de grootste stond op de Nieuwmarkt / hoek Zeedijk. Tussen 1915 en 1984 deed het dienst als toiletgebouw en tegenwoordig heeft het een horecafunctie. Het gebouwtje omvatte een wachtkamer voor agenten, een kamer voor de postcommandant, twee wc’s en een cel (het “suspecthok”).
Politiepost op de Nieuwezijds Voorburgwal, gebouwd in 1896.
Op de onderste linker plattegrond van de vier aangegeven locaties op de bouwtekening zien we de hoek St. Luciënsteeg / Nieuwezijds Voorburgwal aangegeven en de aangewezen locatie voor het politieposthuisje tegenover de twee rijen bomen ter hoogte van het tegenwoordige postzegelplantsoen.
Nu we de geschiedenis van dit stukje stad weer iets rijker hebben gemaakt, zal het ieder duidelijk zijn dat we zuinig op dit plantsoentje, en vooral zuinig op de bomen moeten zijn.
(284) Wij zijn met vakantie, maar willen onze trouwe lezers ook wel laten mee genieten met enkele mooie en interessante natuur en kunst die we zoal tegenkomen. Juliet reist in Italië (foto’s Paestum en Villa Oplontis) en Carla zit op het werkadres in Amsterdam (foto’s Rijksmuseumtuin en Tulpen ‘Museum’) Enige foto’s zeggen meer dan woorden.
Zie ook het al eerdere geplaatste Bericht op 28 april, https://www.oldenburgers.nl/2022/04/28/tuin-van-de-hesperiden-in-de-villa-poppaea-villa-oplontis/
Juliet in Paestum. Foto Walther SchoonenbergVilla Oplontis in Oplontis. Pauw in aviarium. Foto Walther SchoonenbergVilla Oplontis in Oplontis. Foto Walther SchoonenbergTulpen voor de deur van het Tulpen ‘Museum’ op de Prinsengracht te Amsterdam. Foto Carla OldenburgerDeeltuin Rijksmuseum. Voorzijde links. Foto Carla OldenburgerDetail voorgaande foto
(283) Op de Nieuwezijds Voorburgwal, tussen de Wijdesteeg en de Rosmarijnsteeg, ongeveer op de plaats van de postzegelmarkt, is een plantsoentje verrezen. De voetgangers en fietsers hebben hierdoor (gescheiden) ruim baan gekregen, terwijl de weg voor de tram en de auto’s smaller is geworden. Het doel is uiteraard het snelverkeer in de binnenstad te beperken.
Plantsoentje op de Nieuwezijds Voorburgwal (westzijde) tussen de Wijdesteeg en de Rosmarijnsteeg. Gevarieerde beplanting in de perkjes. Ook is duidelijk dat de voetgangers hier graag wandelen.. Foto Carla Oldenburger
De beplanting werd 26 april aangebracht; half juni is de officiële opening. De bomen zijn gelukkig blijven staan, voor een groot deel zijn ze nu in groene nieuw beplante perken opgenomen. De bomen die meer geïsoleerd langs het fietspad staan hebben een nieuwe keurig afgeperkte boomspiegel gekregen. Helaas zijn de wilde planten die in de oude boomspiegels waren uitgezaaid en ingeplant door een van de bewoners, op dat deel van de Voorburgwal voor een groot deel verdwenen. Enkele forse exemplaren mochten (voorlopig?) blijven, maar voor het overgrote deel zijn de boomspiegels nu kaal. Tussen de bomen langs het fietspad zijn nieuwe banken en bloemenbakken geplaatst. Kroonlantaarns zorgen voor verlichting. De paden zijn bestraat met klinkers, je vraagt je af of een halfverharding niet meer de sfeer van een plantsoentje had opgeroepen. De mate van waterafvoer zal hier een belangrijke rol hebben gespeeld.
Het zuidelijke deel van het plantsoentje nabij de Rosmarijnsteeg. Hier is het brede wandelpad te zien tussen het groene parkgedeelte en de bomen met kale boomspiegels en banken. Foto Carla OldenburgerWorden deze boomspiegels nog voller beplant? Foto Carla OldenburgerNoordelijke deel van het postzegelplantsoentje op de hoek van de Wijdesteeg. Foto Carla OldenburgerBloembakken op het Noordelijke gedeelte van het plantsoentje, langs het fietspad ter hoogte van het Betty Asfalt Complex. Foto Carla Oldenburger
(281) Juliet is met vakantie in Zuid-Italië. Zij gaat o.a. de villa’s en tuinen en fresco’s in Pompeï, Herculaneum en Oplontis (tegenwoordige naam Torre Annunziata) bezoeken. Oplontis ligt tussen Herculaneum en Pompeï, aan de baai van Napels.
Zoals iedereen waarschijnlijk wel weet bevatten de fresco’s in de Pompejaanse villa’s schitterende dieren- en planten-afbeeldingen, maar die van Oplontis zijn minder bekend misschien, of ze worden in één adem genoemd met Pompeï, zodat men zich niet altijd realiseert dat het om meer locaties gaat. Zie hieronder op het kaartje de ligging van de Romeinse plaatsen aangegeven.
Het grijs aangegeven gebied waar de uitbarsting van de Vesuvius in 79 AD zijn sporen heeft nagelaten. Foto Wikipedia
De villa, die Juliet gisteren bezocht, heeft de naam Poppaea meegekregen, genoemd naar de tweede vrouw van Nero, Poppaea Sabina. Men denkt dat zij of haar familie de eigenaar van deze villa was. De villa is bekend door de fresco’s van de tweede en derde Pompejaanse stijl. Het huis bestaat uit een grote ontvangsthal, waarachter een peristylum (een centrale open hof door zuilen omgeven) en een atrium (overdekt woonvertrek) liggen. Grenzend hieraan ligt het caldarium (de baden). Annex liggen tuinen en een groot zwembad. Vanuit het zwembad kon men ook het viridarium (een tuin in de open lucht met een collectie levende bijzondere planten) zien.
Oplontis. Villa Poppaea en annex–liggende tuinen. Foto Wikipedia
Waarom zijn de tuinen in de door lava bedolven stadjes aan de baai van Napels nu voor ons zo interessant? Omdat de Romeinse vorm van de tuinen en de ‘relatie van tuin tot huis’ in de geschiedenis van de tuinarchitectuur zo bepalend (uitgangspunt voor classicistische tuinen) is geweest en omdat we uit de muurschilderingen kunnen leren wat de Romeinen in die tijd in hun tuinen kweekten. Natuurlijk is daar ook archeologisch veldonderzoek voor nodig, maar de muurschilderingen geven ons zeker aanvullende resultaten.
Oplontis. Villa Poppaea. Heracles in de tuin van de Hesperiden. Foto Walther SchoonenbergOplontis. Villa Poppaea. Fresco met pauw in peristylum (?). Foto Walther Schoonenberg
Op bovenstaande foto’s ziet men Heracles afgebeeld in de tuin van de Hesperiden (met bomen met gouden appels). Deze schildering is in de zgn. Derde stijl of Decoratieve stijl (25 v.C. – 40 A.D.). De afbeelding van de boomstammen en het gebladerte is realistisch en modern voor die tijd, alhoewel de bomen niet op citrusbomen (gouden appels) lijken. In de late Middeleeuwen zijn de boomvormen van Giotto overheersend en bepaald niet realistisch. Pas in de renaissance, in de tijd van de Vlaamse Primitieven wordt de natuur weer realistischer afgebeeld. Op de tweede foto zien we een pauw. Of deze in een kooi of volière (aviarium) gehouden werd of los in het peristylum zich kon bewegen is niet duidelijk. Hier zien we misschien de zuilen rond het peristylum.
Op de laatste foto wijst Juliet in een villatuin in Oplontis naar een versteende stronk van een verbrande boom. Even dichter bij het huis staat een versteende boomstam.
Juliet wijst naar een versteende boomstronk in Oplontis. Foto Walther Schoonenberg
Tenslotte, n.a.v. deze Romeinse resten wil ik graag nog even op enkele oude boeken wijzen die terugwijzen naar de tuin van de Hesperiden en de tuin van George Clifford in Heemstede (De Hartekamp). In het boek van Commelyn worden alle bomen met gouden appels (limoenen en sinaasappels en citroenen) afgebeeld, genoemd en beschreven die in 1676 in Nederland bekend waren. Het boek van Linnaeus, het ViridariumCliffortianum beschrijft alle levende planten die in de tuin van George Clifford, op de buitenplaats De Hartekamp, werden gekweekt. in zijn boek Hortus Cliffortianus daarentegen worden veel méér planten beschreven, maar dat gaat alleen over herbarium-exemplaren.
(277) DE LENTE IS BEGONNEN EN VANDAAG GAAT DE KEUKENHOF OPEN. Vroeger vond ik (als bioloog) de Keukenhof-expositie altijd ’too much’, teveel cultuur, bijna anti-natuur. Nu ben ik toch de charme en de kunst er van beginnen in te zien. Ik ga er graag naar toe om het oude landgoed achter de bollenpracht weer te ervaren en ook vooral om te kijken welke nieuwe kweekproducten weer te bewonderen zijn. Maar de mooiste bollen-ervaring is voor mij toch nog steeds een bloeiend bollenveld ‘onderweg’ in Noord- of Zuid-Holland, zoals geschilderd door Vincent van Gogh in 1883.
Vincent van Gogh. Bollenvelden. 1883. Coll. en Foto National Gallery of Art in Washington D.C.
Toch gaan we nu even naar het tentoonstellingsterrein en laat ik u als lezer direct k. Keukenhof is, zeker buiten ons land, het bekendste park van Nederland. Vele honderdduizenden bezoekers komen hier elk voorjaar de bloembollen bezichtigen.
In de middeleeuwen werd een deel van de duinstrook ten zuiden van de huidige Stationsweg in Lisse het ‘Keukenduin van Teylingen’ genoemd. De opbrengst van deze duinen was bestemd voor de huishouding op Slot Teylingen, dat in de eerste helft van de vijftiende eeuw soms door Jacoba van Beieren werd bewoond.
In 1604 begon men Keukenduin af te graven en in 1641werd het huis Keukenhof gebouwd door Adriaen Maartensz. Block, die zijn fortuin in de Oost had verdiend. Op een schilderij uit ca. 1700 (dat zich in het kasteel bevindt) is het huis afgebeeld met een toegangslaan loodrecht op het huis en een voorplein met twee muurpaviljoens. Het terrein binnen de omringende singels is aan weerszijden van de toegangslaan met boomgaarden ingevuld. Omstreeks 1720 verfraaide Henry van Heemskerck de tuinen van Keukenhof naar de mode van de tijd. Enkele tuinbeelden uit deze tijd zijn inmiddels verhuisd naar andere tuinen: de schaking van Proserpina door J.C. de Cock staat op de buitenplaats Oostermeer; twee beeldengroepen Voorjaar en Najaar door J.C. de Cock staan in de tuin van Teyler’s Stichting en twee sfinxbeelden bevinden zich op de buitenplaats de Wildenborch.
Foto Patrick van Zundert.
In 1772 werd een stuk duin van Keukenhof – het huidige tentoonstellingsterrein – gekocht door de buurman van Keukenhof, Baron Du Tour van Zandvliet. Du Tour liet op dit stuk duin een Engelse tuin aanleggen. Hier begint eigenlijk de tuingeschiedenis van het expositieterrein Keukenhof. Aan het eind van de achttiende eeuw liet ook de eigenaar van Keukenhof zijn terrein in landschapsstijl veranderen. Het is echter niet bekend wie de tuinarchitect van dit deel toen is geweest. Vader en zoon Zocher (J.D. Zocher jr. en L.P. Zocher) stelden in 1857 een reorganisatieplan op voor een nieuwe landschappelijke aanleg op Keukenhof en de overplaats Zandvliet. Volgens de plannen van de Zochers werden op Zandvliet grote vijvers gegraven en bospartijen op glooiend terrein aangelegd. Het ontwerp vertoont vele afwisselende wandelingen en mooie doorzichten vanuit het huis op de vijver. De huidige vijverpartij op het expositieterrein Keukenhof vormde het centrale deel van deze aanleg. In de vijver ontwierpen zij een eiland dat bereikbaar was via een gietijzeren brug. Ook het zogenaamde ‘Oosterse plantsoen’ met aanplant van onder andere rododendrons, Japanse bamboe en Japanse Funkia is in de tijd van de Zochers ontstaan, op hun ontwerp te zien als gekleurde heesterpartijen. In 1861 begon de verbouwing van het huis tot neogotisch kasteel naar ontwerp van E. Saraber.
In 1949 werd de Stichting Keukenhof opgericht. De tuinarchitect W. van der Lee (1906-1984) maakte de indeling van het tentoonstellingsterrein. Jaarlijks worden er circa zes miljoen bollen geplant. Tulpen, hyacinten en narcissen, trekken vroeg in het voorjaar vele gasten uit binnen- en buitenland. In het park zijn bovendien paviljoens en kassen aanwezig met een totale oppervlakte van meer dan 10.000 vierkante meter. Vanuit de molen kan men genieten van een uitzicht over de bollenvelden. Ieder jaar is er een beeldententoonstelling op het tentoonstellingsterrein. Tegenoverhet tentoonstellingsterrein ligt het landgoed Keukenhof met het kasteel. Dit is een wandel- en rustgebied met een gevarieerde vogelpopulatie.