In het kader van de inzamelingsactie ten behoeve van het plaatsen van een bronzen beeld van de heer Leonard Anthony Springer op De Nieuwe Ooster kunt u zich inschrijven voor een unieke Springer Roadtrip.
L.A. Springer ontwierp in Amsterdam-Oost twee bekende groenprojecten, namelijk De Nieuwe Ooster (Begraafplaats) en het Oosterpark. Ook de buitenplaats Frankendael was voor hem vertrouwd terrein, omdat hij daar op de bekende tuinbouwschool ‘Linnaeus’ had gezeten, van 1871-1874. In 1873 maakte hij een gedetailleerde plattegrond van die buitenplaats. Lees meer….
Op 2 november (en eventuele volgende nog bekend te maken data) wordt u per (9-pers) bus vervoerd vanaf De Nieuwe Ooster naar diverse locaties in Noord Holland, die naar tuinen, parken of begraafplaatsen leiden die Springer heeft ontworpen en aangelegd. In ieder geval bezoeken we ook de begraafplaats in Bloemendaal.. Behalve dat hij deze begraafplaats heeft ontworpen heeft hij hier ook zijn laatste rustplaats. Onderweg krijgt u informatie en wordt u koffie/thee met wat lekkers en een lunch aangeboden. Aan het eind van de middag wordt u weer keurig naar De Nieuwe Ooster gebracht.
Deze geheel verzorgde dag wordt u aangeboden voor het sponsorbedrag van € 100,- De eerst tripdatum is gesteld op zaterdag 2 november. We vertrekken om 9.30 uur vanaf de parkeerplaats van De Nieuwe Ooster aan de Rozenburglaan en hopen rond 16.00 uur weer terug te zijn. Aan de hand van de hoeveelheid aanmeldingen kunnen meerdere trips ingeroosterd worden. U kunt uw sponsorbedrag overmaken op rekening NL76 INGB 0003 6991 05 t.n.v. stichting Arboretum De Nieuwe Ooster.
Verder is op woensdag 9 oktober in de aula van De Nieuwe Ooster een bijeenkomst vanwege het 125 jaar bestaan van het park. Op die middag wordt een boekje uitgereikt met interviews over de mensen van D(e) N(nieuwe) O(oster). Het kleibeeld van Springer wordt dan ook tentoongesteld met een verwijzing naar onze geldinzamelings-acties.
FOTOGRAFIE WORDT KUNST is de titel van een nieuwe tentoonstelling in het Fotomuseum Den Haag (Stadhouderskade 43, naast het Gemeentemuseum). Duur t/m 8 december.
KUNSTFOTOGRAFIE
Voorbeeld van een ‘picturalistische’ kunstfoto: Achtergrond Vredespaleis. Coll. Fotomuseum Den Haag
De tekst die het museum op Internet erbij levert legt uit wat Picturalisme in de fotografie betekent en waar het vandaan komt: “Al snel na de uitvinding van de fotografie in de 19e eeuw ontstaat bij de fotografen de drang om niet slechts de werkelijkheid vast te leggen, maar de concurrentie aan te gaan met de beeldende kunst. In Nederland nemen de zogenaamde picturalisten de thematiek en composities over van de schilderkunst. Zij keken zowel naar de zeventiende-eeuwse genrekunst als naar de landschappen van de Haagse School. Het is dit picturalisme waartegen Piet Zwart zich later met zijn Nieuwe Fotografie afzet. Maar de scheidslijn tussen de beide stromingen in Nederland is niet zo scherp als lang wordt gedacht. De typische kenmerken van de Nieuwe Fotografie, zoals verrassende uitsnedes, geometrische composities en bewegingsonscherpte werden al eerder door kunstfotografen toegepast. De tentoonstelling Fotografie wordt Kunst. Photo-Secession in Holland vertelt het verhaal van deze vroege Nederlandse kunstfotografie en laat zien dat het onderscheid tussen picturalisme en Nieuwe Fotografie geen harde grens is, maar een graduele overgang.”
De aankondiging van deze tentoonstelling maakte bij mij een gevoel van vertrouwdheid wakker. Het geval wil dat een van de hobbies van mijn vader (Jan Ebbers jr. 1906-1977) was fotograferen, liefst geen kiekjes, ook al werd hij door de familie daar juist toe aangespoord, maar kunstfoto’s. Hij heeft er niet veel gemaakt, want hij werd al gauw te veel in beslag genomen door zijn andere hobbies, zoals botanie en ornithologie, oftewel planten verzamelen (in zijn botaniseer-trommel) en vogels spotten, vaak in een bootje op een van de plassen rond Amsterdam (Loosdrechtse Plassen, Maarsseveense Plassen, Vinkeveen, Kortenhoef, Naardermeer, Nieuwe Meer).
Jan op de fiets op weg naar Loosdrecht/Maarsseveen. Fotograaf onbekend, Ca. 1930Blikken Botaniseertrommel om verzamelde planten mee naar huis te nemen voor onderzoek
Een foto-album (aangeschaft bij zijn fotozaak DE AMATEUR, P.C. Hooftstraat 66, Amsterdam) bevat naast de familie-kiekjes 10 geselecteerde kunstfoto’s, waar hij bijzonder trots op moet zijn geweest. Waarom? Omdat, als je goed kijkt, al deze foto’s op de hoeken punaise-gaatjes vertonen en hij ze dus waarschijnlijk thuis aanvankelijk ergens had tentoongesteld.
Hieronder volgen eerst de 10 geselecteerde landschapsfoto’s. Ik heb ze niet bewerkt en ik houd de volgorde aan zoals ze in het album zijn ingeplakt. Schrik niet, het lijkt soms of ze een beetje bewogen zijn, maar het beeld moet juist een beetje impressionistisch lijken.
1. Plassen-landschap met boerderij, 2 hooimijten en bruggetje. Foto Jan Ebbers, ca. 19302. Paard in weiland. Foto Jan Ebbers, ca. 1930. Jan Ebbers werkte later (vqnqf 1945) bij een Paarden- en Rundvee-Verzekeringsmaatschappij. Was dit een voorbode, liefde voor paarden en koeien? Zie ook volgende foto. Bovenaan foto de punaise-gaatjes3. Zondagochtend bij Maarsseveen. Dit is de enige foto met ondertiteling. Foto Jan Ebbers, ca. 1930. Zie opmerking bij vorige foto4. Vondelpark Amsterdam? Foto Jan Ebbers, ca. 1930. Zie op de vier hoeken de punaise-gaatjes5. Melkbussen op een steiger. Kortenhoef? Foto Jan Ebbers, ca. 19306. Steigertje aan grote plas. Loosdrecht? Foto Jan Ebbers, ca. 19307. Waterkant aan grote plas. Foto Jan Ebbers, ca. 1930. Zie ook hier de punaise-gaatjes8. Koeien weiden aan een plas. Molen op de achtergrond. Foto Jan Ebbers, ca. 19309. Gezicht over riet en waterlelies. Foto Jan Ebbers, ca. 193010. Waterranonkel of Ranunculus aquatilis. Foto Jan Ebbers, ca. 1930
Welke foto vind ik nu de mooiste? Moeilijk kiezen. De meest impressionistische is misschien nr. 8, Koeien weiden aan een plas. Ook nr. 3 Zondagochtend bij Maarsseveen geeft door de afdruk in chamois een impressionistisch dromerig beeld. Ik moet bij deze koeienfoto’s ook direct aan Willem Maris denken, een oudoom van mijn vader.
Het moge duidelijk zijn, Jan Ebbers was meer een romanticus en een dromer dan een realist. Iedere keer een wonder dat iemands karakter zo in de kunst tot uiting kan komen.
Tot slot 2 foto’s uit 1929 waar hij met dezelfde uitgangspunten mijn moeder (Maria Catharina Jeanette Amse, 1908-1978) heeft gefotografeerd. Deze foto’s zitten in een ander album en horen duidelijk niet tot de voorgaande landschapsreeks.
Maria C. J. Amse (21 jaar) in jurkje van Hirsch & Cie., haar lievelingswinkel? Foto Jan Ebbers, tijdens vacantie in Castricum, augustus 1929Maria C.J. Amse (21 jaar). Foto Jan Ebbers, tijdens vacantie in Castricum, augustus 1929
Al met al een mooie serie foto’s die ik ontdekte dankzij de zojuist geopende fototentoonstelling in het Fotomuseum Den Haag.
Het weer was vandaag (5 sept.) zeer geschikt voor een bezoek aan Tentoonstelling ‘Weer en Wind’ in het Singer Museum Laren. Dreigende luchten die de kleur van bloemen opstookten en temperden en die de bezoeker naar buiten lokten naar de tuin van Piet Oudolf en ook weer naar binnen riepen om de tentoonstellingen bij dit wisselende licht te bekijken. Hoewel wij het tuinontwerp van 1910, gemaakt door Leonard Springer, maar al te goed kennen en misschien ook wel liefst dat plan aangepast en gereconstrueerd hadden willen zien, omdat de eenheid tussen huis en tuin dan misschien scherper tot uiting was gekomen, constateren wij toch dat de tuin van Piet Oudolf zeer geslaagd is.
Eenmaal binnen bezochten we eerst de tentoonstelling ‘Weer en Wind’. Omdat er direct om 11 uur al veel bezoekers waren liep ik direct door naar de laatste zaal met tekeningen en grafisch werk. En daar ontmoette ik direct werk van Charles Donker, zo geliefd in onze familie. Zie hieronder de ets op de tentoonstelling en onze eigen ets waarvan we al heel veel jaren genieten,
Charles Donker. Landschap bij Rhijnauwen. April 2015. Ets. Pat. collectie. Foto Carla Oldenburger
Charles Donker. ‘Rhijnauwen met vogelnamen’ (in het Rijks-prentenkabinet aanwezig onder de titel Kromme Rijnlandschap, 1972). Part. Collectie. Foto Carla Oldenburger
De tentoonstelling ‘Weer en Wind’ is opgebouwd in weertypen. Stormen op zee en land, opkomend onweer, dijkdoorbraken, noodweer dat onrust baart, besneeuwde landschappen, avondrood en poëtische mistbanken, vastgelegd door kunstenaars als Hendrick Avercamp, Jan van Goyen, Piet Mondriaan, George Hendrik Breitner, Hendrik Johannes Weissenbruch, Jan Sluijters, Maurits Cornelis Escher en Carel Willink. Kortom schitterende kunst, samen met gedichten uit de publicatie Weer en wind – 100 gedichten en 100 gezichten, samengesteld door Nicolaas Matsier, Helmi Goudswaard en Boudewijn Bakker. Beeldende kunst en poëzie, wat een unieke combinatie! Wat de mooiste schilderijen zijn, is voor iedereen anders. Enkele die mij troffen heb ik gefotografeerd en beeld ik hieronder af.
Jan van Kessel (1641-1680). Het Spui en de Nieuwezijds Voorburgwal in de winter. Ca. 1655-1675. Links op de hoek staat nu Boekhandel Athenaeum. Amsterdam Museum. Foto Carla Oldenburger.
Opvallend op schilderij van Jan van Kessel hierboven is de houten boombescherming (rechts). Het onderwerp 17de eeuwse boombescherming komt ook ter sprake op de Cascade-weblog.
Dirk Nijland (1881-1955). Wilgen, 1941. Groninger Museum, bruikleen van het J.B. Scholtenfonds. Foto Carla Oldenburger
Zelf hebben we ook een landschapschildering met een dreigende lucht, zo bijzonder, vinden wij zelf, dat het best ook op deze tentoonstelling had gepast. Een landschap met wilgen en dreigende lucht. Het is een olieverf op doek van de schilder Bartholomeus Boogaerdt ’t Hooft (1874- 1943) uit 1915. Hij was lid van Ver. St. Lukas in Amsterdam en heeft een paar maal in het Stedelijk Museum geëxposeerd. Onze grootvader / overgootvader Ebbers heeft dit schilderij waarschijnlijk op een veiling in Amsterdam gekocht.
Na de tentoonstelling ‘Weer en Wind’ viel er nog heel veel meer te genieten, de tentoonstellingen ‘Vrouwenportretten’ en ‘The White Blouse’. De Vrouwenportretten die in deze tentoonstelling hangen zijn voor een deel verzameld door Anna Singer zelf. Alle portretten bevinden zich in de Singer Collectie, ze zijn gedateerd eind 19de eeuw tot eerste helft 20ste eeuw. U ontmoet karakteristieke vrouwen in felle kleuren, geschilderd door de “ultramodernen” Jan Sluijters, Leo Gestel en Kees van Dongen. Verder o.a. Isaac Israels, Albert Neuhuys, Carolus-Duran en Gustave Jean Jacquet.
Ik beeld hieronder een portret af van Isaac israels’ Vrouw op Parijs balkon’, vervaardigd tussen 1903-1934, gevolgd door een schilderij van Jacob Maris, dat ook een vrouw op balkon in Montmartre / Parijs voorstelt, namelijk onze eigen (bet)overgrootmoeder Johanna Hendrika Maris (1852-1924), nicht van Jacob, die volgens de verhalen van mijn grootmoeder (dochter van Johanna Hendrika) hiervoor model heeft gestaan.
Isaac Israels. Vrouw op Parijs balkon, begin 20ste eeuw. Singer Collectie Laren. Foto Carla OldenburgerJacob Maris. Het Breistertje, of Vrouw op balkon in Parijs. 1869. Zijn nicht Johanna Hendrika Maris heeft hiervoor model gestaan. Collectie Kunstmuseum Den Haag. Foto Kunstmuseum Den Haag.
Ik eindig met een vrouwenportret uit onze eigen verzameling, dat ik heel graag nog eens nader onderzocht zou willen hebben, een vrouwenportret uit ca. 1870, schat ik. Ik vind dit zo mooi en verfijnd dat ik het graag aan onze lezers laat zien. Tot heden is de schilder onbekend, zo ook de geportretteerde vrouw. Ik denk dat ook dit schilderij, dat misschien al bijna 100 jaar in onze familie is, afkomstig is van een veiling in Amsterdam.
Schilder onbekend. Vrouwenportret van onbekende dame. Ca. 1870. Part. Collectie. Foto Carla Oldenburger
De derde tentoonstelling die ik bezocht en die op zeer bijzondere wijze gekoppeld was aan de “Vrouwenportretten’, was ‘The White Blouse’. Bij het bewonderen van de ‘Vrouwenportretten’ zag ik al vanuit mijn ooghoeken het schilderij ‘Symphony in White’ / The girl in the Muslin Dress’ (ca. 1870) in de volgende zaal hangen. Dit schilderij van James McNeil Whistler (1834-1903) was in 1956 aan Singer Laren geschonken door Anna Singer-Brugh. Het was lang in het depot bewaard totdat enkele jaren geleden het ‘opnieuw ontdekt’ werd als een echte Whistler. Nu heeft dit schilderij uit ca, 1870 een centrale plaats gekregen temidden van 26 gefotografeerde dames en heren, alle kunstwerken van de fotografe Marie-Jeanne van Hövell tot Westerflier.
James McNeil Whistler. ‘Symphony in White’ / The girl in the Muslin Dress’ (ca. 1870). Singer Museum, Laren. Foto Carla Oldenburger
Zij fotografeerde sinds ca. 2010 dames (en later ook enkele heren en kinderen, o.a. Jenny Arean, Alexandra Radius en Toer van Schayk en onze eigen Juliet Oldenburger) in de witte kanten blouse (uit ca. 1920) van haar oudtante. De directeur van het Singer Museum selecteerde 26 foto’s uit een serie van 75, alle dames en heren in deze blouse. Het zijn zeer fijnzinnige portretten, die op onnavolgbare wijze eenvoud, rust en geluk uitstralen. Wilt u meer weten over deze gepassioneerde fotografe? Zie Agenda van Singer Laren en onze eigen aankondiging van tentoonstelling en bijbehorend boek met tekst van Titus M. Eliëns en foto’s van Marie-Jeanne van Hövell tot Westerflier, fotografe met een schildersziel (ook engelse tekst).
In dit Rembrandtjaar 2019 zijn ook in Rhenen de schijnwerpers gericht op Rembrandt. Het splinternieuwe Stadsmuseum kon daar niet omheen. Maar hoe Rembrandt te eren? Er zijn zes tekeningen van Rembrandt hand van Rhenen bekend, maar die zijn geen eigendom van dit museum en musea in het algemeen staan nu niet in de rij om Rembrandt tekeningen uit te lenen. Eerst maar eens kijken om welke tekeningen het dan gaat.
Rhenen. Rembrandt. Gezicht op Rhenen. 1649? Museum Bredius Den Haag
Rhenen. Rembrandt. Westpport vanuit de stad gezien. Ca. 1649. Coll. Teylers Museum Haarlem
Rhenen, De voorpoort van de Middeleeuwse Wespoort van Rhenen. Ca. 1649. Coll. Musée Bonnat, Bayonne, France.
Rhenen, Rembrandt. Rijn- of Westpoort, ca. 1652/1653. Coll. Musée Louvre, Paris.
Rhenen, Rembrandt Rijn- of Westpoort, 1652-1654. Coll. British Museum
Alle boven afgebeelde tekeningen bevinden zich in collecties van vooraanstaande musea. Zij stelden hun tekeningen begrijpelijk niet beschikbaar aan het nieuwe Stadsmuseum Rhenen omdat dit nog niet beschikt over de juiste klimaatvoorzieningen. Wel stelden zij hun digitale bestanden ter beschikking. Rembrandts werk wordt nu in print getoond, vaak op groot formaat.
De tentoonstelling is te bezoeken elke di.wo.do.vr.za. 10.00 – 16.00 uur en elke zondag t/m 15 sept. 10.00-16.00 uur. Adres Markt 20 (ingang Kerkstraat), 3011 LJ Rhenen.
Rhenen. Oude raadhuis. Tuin aangetast door buxusmot. 2019. Foto Carla Oldenburger
Rhenen. Oude Raadhuis. Nieuwe invulling museumtuin, 2019. De fontein in het midden moet nog worden geïnstalleerd. Foto Carla Oldenburger
Dan nog een groen bericht over de museumtuin. Na de droge zomer van 2018 en de schade die de buxusmot had aangericht in de tuin van het stadsmuseum (oorspronkelijk oude middeleeuwse raadhuis, met nog aanwezige vierschaar, gelegen achter de Cunerakerk) heeft men er snel een nieuwe tuin gerealiseerd. Het tuintje (of plaatsje) bestond waarschijnlijk al in de tijd van Frederik van de Palts. De museumstaf heeft besloten, voorzover ik begrijp, de tuin niet weer het slachtoffer te laten worden van de buxusmot, en een eigentijdse oplossing verzonnen. De klinkerrandjes die de buxus begeleidden, zijn onaangetast gebleven, en daarbinnen heeft men de perkjes opgevuld met bloemenrandjes, zoals dat ook wel in de tijd van Frederik van de Palts gebeurde. Misschien moet de keuze van de bloemensoorten nog wat worden aangepast naar soorten die gebruikt werden in de 17de of 18de eeuw, maar de tuin ziet er nu in ieder geval weer fleurig en verantwoord uit. Een kunstwerk van Henk van de Vis zal er blijvend worden opgesteld.
Rhenen, augustus 2019. Tuinbeeld van Henk van de Vis, ter definitieve plaatsing in de museumtuin.
Marie-Jeanne van Hövell tot Westerflier wordt in aankondigingen van haar tentoonstellingen vaak een fotografe met een schildersziel genoemd. Haar verstilde portretten, mysterieuze interieurfoto’s, bijzondere stillevens en Amsterdamse wintergezichten (je denkt gauw aan Jacob Olie) trekken de aandacht van musea en galerieën. Haar analoge Hasselblad camera speelt de hoofdrol. Kunstlicht is uit den boze.
“Net als de zeventiende-eeuwse portretschilders speelt Marie-Jeanne met het zonlicht, dat door een raam op de geportretteerde neervalt. De pure eenvoud en eerlijkheid van de foto’s van Marie-Jeanne zijn een verademing binnen de wereld van de ‘kunstfotografie’. Gelijk haar leermeester Koos Breukel beheerst zij de kunst om het wezen van de geportretteerde bloot te leggen.” Jan Rudolph de Lorm, museumdirecteur.
Tentoonstelling The White Blouse in het Singer Museum Laren, 3 september 2019 t/m 5 januari 2020 Marie-Jeanne maakte de afgelopen jaren een serie van 75 portretten van vrouwen en mannen, volwassenen en kinderen, bekenden en onbekenden, allen gekleed in of met de ruim honderd jaar oude kanten blouse van haar oudtante. Voor de tentoonstelling in Singer heeft Jan-Rudolph de Lorm, directeur van het Singer Museum, 26 portretten van deze serie uitgekozen. Zij gaan een dialoog aan met het in 2015 hergewaardeerde schilderij van de Amerikaanse kunstschilder James McNeill Whistler Symphony in White. The Girl in the muslin Dress, uit ca. 1870. Natuurlijk, de techniek verschilt, de blouse uit 1870 is niet de blouse uit ca. 1920, natuurlijk is iedere uitdrukking op elk gezicht anders, maar het gevoel dat de foto’s bij u oproepen is misschien wel hetzelfde gevoel dat het schilderij bij u doet of juist helemaal niet?
Boek: The White Blouse Gelijktijdig met de tentoonstelling verschijnt bij uitgeverij Waanders & de Kunst het rijk geïllustreerde boek The White Blouse, met teksten van T.M. Eliëns. Selectie van portretten door Jan-Rudolph de Lorm. Dit prachtige fotoboek is vanaf 15 september verkrijgbaar in de boekwinkel en in de Singer Shop (ISBN 978 94 6262 247 0).
Hoewel ik het boek nog niet heb gezien, scheppen de foto’s op Internet hoge verwachtingen. En waarom een aankondiging op onze website? Omdat ik so wie so een fan ben van (bijna) alle tentoonstellingen die Singer maakt en bovendien omdat Juliet een van de 75 in het boek opgenomen geportretteerden is.
Naast deze tentoonstelling van The White Blouse-foto’s van Marie-Jeanne zijn er nog twee andere tentoonstellingen vanaf 3 september in het Singer Museum te bewonderen:
Weer en Wind. Avercamp tot Willink, over vier eeuwen extreem weer. Met publicatie Weer & Wind: 100 gedichten en 100 gezichten / Nicolaas Matsier, Helmi Goudswaard en Boudewijn Bakker. Hilversum, 2019.
Vrouwenportretten. Geen verdere details tot heden bekend, maar het onderwerp past natuurlijk wonderwel bij The White Blouse Portretten. Nadere gegevens volgen.
Anthonie van Borssom. (Amsterdam 1630/31 – Amsterdam 1677). Tafelberg bij Rhenen. Gewassen pentekening. Coll. Met. Museum New York.
Het woord Tafelberg doet mij direct denken aan Zuid-Afrika, maar in geval van bovenstaande tekening gaat het om de Tafelberg in Rhenen, mijn woonplaats, welke locatie in Rhenen bekend staat als de Koningstafel. De locatie is wat onherkenbaar voor de tegenwoordige inwoners van Rhenen, omdat de berg hier onbegroeid is, terwijl de plek juist tamelijk donker is en zeer bomenrijk. Wel zien we de rivier de Rijn beneden aan de berg stromen, gestoffeerd met enige zeilboten en het uiterwaarden-landschap tegenover Rhenen. De berg werd pas halverwege de 19de eeuw met bomen beplant en voor die tijd moet het er dan ook ongeveer zo hebben uitgezien als op de tekeningen van Van Borssom (boven, omstreeks 1660) en Van Liender (hieronder, 1789).
Paulus van Liender (Utrecht 1731-Haaarlem 1797). Tafelberg Rhenen. 1789. Tekening pen en penseel. Coll. Teylers Museum Haarlem
In Rhenen bestaan er verschillende theoriën over wat er nu met de Tafelberg of Koningstafel wordt bedoeld. Gaat het nu om het boswachtershuis dat tot 1991 als zodanig dienst heeft gedaan, waarvan door sommigen beweerd wordt dat het mogelijk is gebouwd op de fundamenten van het jachthuis van Frederik van de Pfaltz (die in 1620 vanuit Bohemen naar Nederland vluchtte) of gaat het om de oriëntatietafel daar vlakbij, die ongeveer op dezelfde plaats staat als de stenen tafel op de tekening van Van Borssom en verwijst naar verschillende herkenbare punten in de omgeving?
Onder het geboomte de oriëntatietafel die uitzicht biedt op de Rijn en de Betuwe
Na bewoning door de laatste boswachter is het boswachtershuis verlaten, verwaarloosd en niet meer hersteld.
Op route.you vind ik een verhelderende tekst over de Koningstafel: “Aan de rand van het open veld staat het restant van een gebouw dat door de vorm en kantelen op een fort lijkt. Een deken van groen woekert over de achterzijde van de ruïne. Navraag bij terreinbeheerder het Utrechts Landschap leert dat het een voormalige boswachterswoning is. Op de plek van deze oude boswachterswoning stond vanaf de 17e eeuw een achtzijdige, hardstenen zerk op een voetstuk: de Koningstafel. Deze is neergezet door de Boheemse koning Frederik V van de Palts (1596-1632). Rond 1840 is de Koningstafel vernield en in 1847 werd hier de boswachterswoning gebouwd.” Einde citaat.
Dat de Koningstafel dus van origine een oriëntatietafel was, zoals op de tekening van Van Borssom (hier zeshoekig i.p.v. achthoekig, maar wie daar oplet…), en niet een jachthuis, lijkt heel waarschijnlijk. Te meer daar men weet dat het huis is gebouwd in 1847, een tijdperk waarin men graag bouwde in neogotische stijl (met kantelen).
De voormalige boswachterswoning. Let op de neogotische bouw met kantelen.
Het huis staat niet op de gemeentelijke of rijksmonumentenlijst. Tot slot een topografische kaart waarop de Koningstafel staat aangegeven (na zoomen wordt het woord Koningstafel duidelijk op de grens van bos en het water van de Blauwe Kamer, ongeveer in het midden van de kaart).
Hendrik Keun (1738-1787) schilderde in 1772 een prachtige grachtentuin, achter pand Keizersgracht 524, te Amsterdam. Juliet wijdde al eens een kort artikeltje aan dit schilderij, getiteld ‘De tuin van Nicolaas Doekscheer, Keizersgracht 524’ in: Binnenstad 187 (mrt 2001), p. 38.
Grachtentuin Herengracht 524 Amsterdam, door hendrik Keun. Coll. Rijksmuseum
Deze schildering heeft al heel lang mijn interesse, en nu kom ik er eindelijk eens toe om meer gegevens over deze van geboorte Haarlemse schilder te verzamelen. O.a. op Wikipedia valt te lezen dat Keun meer Amsterdamse (grachten)-scènes schilderde, van de Herengracht (1774), de Leliegracht, de Keizersgracht, het Singel, de Houtmarkt en van stadspoorten, waaronder de ingezakte Muiderpoort (1769). Ook tekende hij een reeks interieurs van Amsterdamse kerken. Ik zocht natuurlijk naar meer tuinen en stadsgroen, maar tevergeefs. Wel leverde een zoektocht nog schilderijen en tekeningen op van stadsgezichten in Haarlem, Utrecht en Amersfoort en riviergezichten van het Spaarne, de Vecht en de Vliet (zie RKDImages).
Totdat ik een in Nederland tamelijk onbekend schilderij vond (Collectie Metropolitan Museum New York) van de nieuwe Muiderpoort (gebouwd in 1770, naar ontwerp van Cornelis Rauws), gezien vanaf de kant van enkele buitenplaatsjes die later zijn samengevoegd tot de dierentuin Artis, met zicht op de Lijnbaansgracht en de Plantage. De brug ligt tussen de Plantage Middenlaan en de Muiderpoort.
De Muiderpoort, Amsterdam, gezien vanaf de Plantage (rechts). Tekening, 1771. Coll. Metropolitan Museum New York.
Een ander beeld van de Muiderpoort in het verlengde van de Plantage Middenlaan geeft het schilderij getiteld ‘Gezicht op de Plantage Middenlaan, Amsterdam, met de buitenplaats Vlietsorg links en de Muiderpoort in de verte’. 1776.
Gezicht op de Plantage Middenlaan, Amsterdam, met de buitenplaats Vlietsorg links en de Muiderpoort in de verte. 1776. Christie’s Amsterdam, 2014.
Naar aanleiding van dit laatste beeld vragen wij ons nu wel af, wat is eigenlijk een plantage in 18de eeuwse betekenis. De moeite waard om dat eens precies te gaan uitzoeken.
De Belvedère in het wandelbos Groenendaal (vm. buitenplaats, rijksmonument) stond in het noordelijke deel van het bos op een kunstmatig verhoogd duin en bestond uit een stenen uitzichttoren met omlopende achthoekige veranda. In het centrum van de toren liep een gietijzeren wenteltrap. Het gebouwtje was ontworpen door de Nederlandse architect John Thomas Hitchcock (1812-1844), in opdracht van eigenaar Henry Philip Hope (1812-1839). De bouw dateert van 1838/1839. Overigens opmerkelijk dat Hope niet J.D. Zocher jr. in de arm heeft genomen. Waarschijnlijk is dit terug te voeren op hun beider Engelse betrekkingen.
Ons bureau is gevraagd door KPG-architecten uit Heemstede om mee te werken aan hun inzending / ontwerp voor ‘herbouw’ van de koepel (zie hierover verder). Wij zullen uiteraard de relatie tussen de belvedère en het omliggende groen, inclusief de heropening van de zichtlijnen naar beste weten begeleiden.
Doorsnede Belvedère Groenendaal. Ontwerp J. Th. Hitchcock
Tijdens de laatste buitenplaats-periode, voordat Groenendaal in 1913 naar de gemeente Heemstede overging, verkocht een pachter toegangskaartjes voor de belvedère, en ansichtkaarten en consumpties, een poging om het onderhoud te ondersteunen. Dit werd op den duur echter toch te kostbaar en in 1965 werd besloten de toren af te breken.
Zichten vanaf de Belvedère richting Lelievijver (NO), richting molentje (O) en richting kleine waterkom (ZW).
27 nov. 2018 besloot de gemeente Heemstede (gemeente Heemstede Collegebesluit), na aanvaarding van een schenking van een half miljoen euro, tot herbouw van de Belvedère Groenendaal. Deze voorgenomen herbouw past in het meerjaren Beheerplan Wandelbos Groenendaal 2015-2032, waarin staat vermeld dat er rekening is gehouden met het herstellen van twee van de drie historische zichtlijnen. Vanaf de Belvédere lopen deze 1) over de Lelievijver naar de Vrijheidsdreef (in NO-richting); 2) over het Seringendal naar het Molentje van Groenendaal aan de Van Merlenvaart (in Oostelijke richting) en 3) naar de kleine waterkom richting de Adriënnelaan (in westelijke richting). Het tweede zicht zal moeilijk te herstellen zijn, omdat dit zicht volledig is dichtgegroeid en (te) veel bomenkap zal vergen.
De Heemsteedse Courant schreef 23 juli jl. het volgende bericht, waaruit duidelijk de kritische opstelling van de Historische Vereniging Heemstede-Bennebroek (HvHB) naar voren komt.
Kasteel Amerongen. Zwaan en fazant op tafel l in eetzaal Kasteel Amerongen. Foto Carla Oldenburger
Vandaag (11 juli 2019) heb ik een bezoek gebracht aan de tentoonstelling ‘Deftige Dieren’ op Kasteel Amerongen. Ook wilde ik even de buxus-figuren en buxus-randen in de tuin inspecteren, omdat de buxus zoals bekend op vele plaatsen in Nederland is aangetast door de Buxusmot. De tentoonstelling biedt een zicht op vele adellijke dieren zoals paarden, (jacht)honden, poezen, wild, herten, vogels, gevogelte op tafel, konijnen, etc. etc. en dit alles op schilderijen, pastels, tekeningen en gravures, wandtapijten, in stucwerk, houtsnijwerk, zilverwerk, ingelegde kasten, en nog veel meer.
Het bezoek aan de tentoonstelling is alleen mogelijk met een rondleiding, misschien wat minder vrij, maar aan de andere kant hoor en zie je bij rondleidingen misschien toch weer dingen die je nog niet wist. Dat was inderdaad het geval voor mij wat betreft de wandtapijten. In de ‘gobelin’-kamer, die volgens de gids niet zo mag heten want de wandtapijten in deze kamer zijn geen echte gobelins, d.w.z. niet gemaakt in de ‘Manufacture des Gobelins’ in Parijs. Deze kamer is in opdracht van Godard Graaf van Aldenburg Bentinck door architect Pierre Cuypers heringericht en misschien zijn de wandtapijten ook wel door hem naar Amerongen gehaald, maar ze dateren niet uit de tijd van Cuypers, maar volgens de gids vermoedelijk uit het eind van de 17de eeuw. Opmerkelijk is dat de kleuren voor 17de eeuwse tapijten heel erg helder zijn gebleven. De ‘Engelen’ van Kasteel Amerongen hebben met hun bekende ‘engelengeduld’ hier heel lang met heel veel zorg en toewijding aan gewerkt. Dat verdient alle lof!
“Gobelinkamer’ van Kasteel Amerongen. Foto Carla Oldenburger
Tenslotte nog een paar plaatjes van het prachtige 17de eeuwse stucwerk in de Grote zaal (Tuinzaal) en van het bruggen-restauratie-project.
Stucwerk in de Grote Zaal van Kasteel Amerongen. Foto Carla OldenburgerMan op vlot bezig aan onderhoud van een van de bruggen over de kasteelgracht van kasteel Amerongen. Foto Carla Oldenburger
Ik kan iedereen aanraden de tentoonstelling en het kasteel te bezoeken. En misschien na afloop ook nog een kijkje in de stallen te nemen, waar de paarden werden verzorgd en hun eigen plekje hadden. Nu is het hier heerlijk om een glaasje of iets anders te nuttigen. Als u ook in de tuinen geïnteresseerd bent, dan is het aan te raden dit bezoek te combineren met de paarden- en hondengraven (aangegeven op de plattegrond).