



Economische waarde
Themajaren bieden goede aanknopingspunten om (inter)nationale bezoekers te spreiden door Nederland. Tentoonstellingen en evenementen, passend binnen zo’n themajaar, vormen een aanleiding voor bezoekers om ook de minder bekende plekken en regio’s van ons land te bekijken. Na het succesvolle Mondriaan tot Dutch Design jaar, lanceert NBTC Holland Marketing in samenwerking met musea en andere partners komend jaar het nieuwe thema: Rembrandt & de Gouden Eeuw.
Een mooie gelegenheid om het rijke erfgoed van de Nederlandse gouden eeuw aan de hand van tentoonstellingen die in dat jaar worden georganiseerd, bekend te maken bij buitenlandse bezoekers. Behalve het spreiden van bezoekers, wordt er ook ingezet op segmenten met een bovengemiddeld bestedingspatroon zoals cultuurtoerisme. De cultuurtoerist besteedt gemiddeld zo’n 850 euro per persoon per verblijf tegenover zo’n 470 euro die een gemiddelde toerist uitgeeft per verblijf.
Overzicht Rembrandt en de Gouden Eeuw tentoonstellingen
Amsterdam
Delft
Dordrecht
Haarlem
Hoorn & Enkhuizen
Leiden
Leeuwarden
Middelburg
Den Haag
Kraaien (merels?). Elli Slegten. Nu te zien in Huis der Provincie, Arnhem. Foto Carla Oldenburger
Enige tijd geleden maakte ik kennis met Marten Hendriks en Elli Slegten, een kunstenaarsechtpaar uit Doesburg. Marten heeft nu (t/m 13 januari 2019) een uitgebreide tentoonstelling in Museum Boymans, ‘Time Slip’, werk van zijn hand ontstaan in de afgelopen 55 jaar.
Afgelopen week zag ik op de tentoonstelling ‘Familieportret’ werk van het hele gezin Hendriks, vader Marten, moeder Elli, dochter Rosemin en zoon Lieven. Stuk voor stuk bijzondere werken. Marten’s werken probeer je meteen te analyseren (complex en subtiel), Elli sprak mij aan vanwege haar botanische onderwerpen, Rosemin’s (zelf)portretten waren fors en krachtig en detaillistisch tegelijk en Lieven’s doeken waren echt ongelooflijk subtiel. Opgeteld hadden ze alle iets verfijnds en natuurlijks, zonder een zoetige of romantische bijsmaak op te roepen.
Met de tentoonstelling Familieportret viert het Huis der Provincie de band met de familie Hendriks; Elli Slegten, Marten Hendriks, Rosemin Hendriks en Lieven Hendriks. Eind jaren zeventig kocht de Provincie een werk van Marten Hendriks voor de kunstcollectie. Sindsdien zijn daar werken van alle kunstenaars uit de familie aan toegevoegd. Een selectie van de aangekochte werken is te zien, aangevuld met werk van de kunstenaars uit eigen bezit.
Openingstijden:
maandag t/m donderdag 7.30 – 18.00 uur
vrijdag 7.30 – 17.00 uur
Gesloten tussen kerst en oud en nieuw
Hermann Wentzel werd in 1851 als jonge Berlijnse architect naar Nederland gehaald door Prins Frederik. Onder zijn leiding liet de prins het Hollands Buiten De Paauw verbouwen tot een Pruisisch paleis. Wentzel was tevens verantwoordelijk voor de aankleding van Frederiks parkenroute.
De tot voor kort gangbare beschrijving van de bouwfases van De Paauw met de uitbreidingen hoort toch anders te zijn. Nu blijkt dat het anders zit. Dit is afgelopen zomer ontdekt bij de restauratie aan de achterzijde. Het metselwerk aan de voorzijde bevestigt deze waarnemingen.
Het metselwerk dat in het zicht kwam, laat zien dat de vermeende Zochervleugel en de balzaal, de huidige raadzaal, van Wentzel in feite in één keer zijn gebouwd. Rond 1859 heeft deze grote verbouwing plaatsgevonden. In die periode is ook de inmiddels weer gesloopte logeervleugel gebouwd.
Het van oorsprong gemetselde hoofdhuis is aan beide zijden uitgebreid met stenen zijvleugels door prins Frederik en prinses Louise in 1858. De houten Zochervleugels uit 1838 lieten zij slopen.
Een krantenbericht uit 1859 onderschrijft de omvangrijke verbouwing door Wentzel. Hierin lezen we dat de vleugels van Zocher uit hout bestonden en door Wentzel zijn vervangen in steen.
Deze belangrijke ontdekking is in belangrijke mate toe te schrijven aan de inspanningen van Dominique Vermeulen van bureau Wevers & Van Luipen uit Utrecht.”
Dit bericht verandert tot heden niets aan de werkzaamheden voor het park achter en rond Huis De Paauw waarvan wordt aangenomen dat die oorspronkelijk door Jan David Zocher zijn ontworpen. Bronnen die dit ondersteunen zijn:
Collegereeks bij de tentoonstelling ‘200 soorten groen’ het mooiste van Franz & Ferdiand Bauer. Zes woensdagmiddagen van 20 maart t/m 24 april 2019 in de Gehoorzaal Teylers Museum
(Overgenomen van DE TUIN IN VIER SEIZOENEN ((aankondiging op LinkedIn, 26 november 2018).
Van 2 februari tot en met 12 mei 2019 organiseert Teylers Museum een overzichtstentoonstelling van de botanische kunstenaars Franz en Ferdinand Bauer. De tekeningen van beide broers behoren tot de uitzonderlijkste botanische kunstwerken ooit gemaakt. De tentoonstelling volgt hun zoektocht naar nieuwe kennis over planten tijdens de gouden eeuw van de botanische kunst rond 1800. Bij de tentoonstelling wordt een collegereeks georganiseerd waarin verschillende specialisten het werk van de gebroeders Bauer plaatsen in de geschiedenis van de botanische ontdekkingsreizen.
Vanaf de 16de eeuw werden de Europese kunst en wetenschap ongekend gestimuleerd door de reizen van kooplieden en militairen. Meereizende kunstenaars en geleerden brachten tot dan onbekende culturen, landschappen, dieren en planten in kaart in woord en beeld. In de botanische wetenschap kwam alles samen: tijdens expedities werd gezocht naar nuttige grondstoffen voor medicijnen, voedsel en industriële producten, maar steeds meer werd ook het puur beschrijven van alle soorten een kunst op zich.
De resultaten van deze zoektochten in de 18e en 19e eeuw vormen het onderwerp van de colleges, met bijzondere aandacht voor botanische kunst en de wetenschappen, de botanische werken in de collectie van Teylers Museum en de unieke kwaliteit van het werk van de gebroeders Bauer.
Na het vorige bericht over Kasteel Ruurlo en het ontwerp van J.D. Zocher en zijn zoon Louis voor het voorplein van dit kasteel, nu een bericht over een van de schilderijen uit de collectie Carel Willink, die hangen in dit kasteel en de relatie met de tuin van het Rijksmuseum. Carel Willink. Landschap met zeven beelden, 1941. Coll. Museum More in Kasteel Ruurlo.
De tuinbeelden op het schilderij heeft hij volgens de bezoekersgids van het museum (geen vermelding van auteur) eerst gefotografeerd in de tuin van het Neues Palast te Potsdam en in de tuin van het Rijksmuseum. In de verte, iets rechts van het midden zien we (helaas niet al te scherp) de twee torens van de Mozes en Aäronkerk bij het Waterlooplein in Amsterdam. Dat Willink daadwerkelijk enkele tuinbeelden in de Rijksmuseumtuin fotografeerde is bekend omdat zich in de fotocollectie van het Rijksmuseum foto’s en voorstudies van hem bevinden, zoals foto’s van Flora en Hercules. Volgens Frank van der Ploeg, de auteur van het boekje Kasteel Ruurlo/Huis voor Willink (Ruurlo, 2017), vervangen de beelden in Willink’s werk de levende mens. Willink zelf noemde dit schilderij een van zijn beste werken. Het schilderij stamt uit 1941, vandaar misschien de dreiging die er van uitgaat.
Het eerste beeld links op het schilderij stelt voor ‘Hercules vechtend met Kakus’ , een beeld van J.P. von Baurscheit (op foto beneden het rechter beeld in de tuin). Verder zijn beelden van Venus of Flora (eerste rechts op het schilderij) en Hercules (tweede rechts) te onderscheiden.
Twee beelden in de rijksmuseumtuin. Links Hercules, rechts Hercules vechtend met Kakus.
Beeld van Melpomene in de tuin van het Rijksmuseum, toegeschreven aan de beeldhouwer Rombout Verhulst
Tuin Rijksmuseum in zomerpracht met centraal een beeld van Joan Miro
Tuin van Rijksmuseum met beelden van Jean Dubuffet
Ieder jaar is er aandacht voor een beeldhouwer in de museumtuin, zoals er waren tentoonstellingen met beelden van Henry Moore, Jean Dubuffet, Alexander Calder, Joan Miro, Giuseppe Penone en als laatste (2018) Eduardo Chilida.
Het plan voor 2019 ken ik nog niet. Maar het zal ongetwijfeld weer de moeite waard zijn. En u weet nu, ga vooral ook eens naar de oude beelden kijken en maak een mooie foto zoals ook Willink deed als voorstudie voor zijn schilderijen.
Vorige week Kasteel Ruurlo bezocht. Ik was daar natuurlijk vroeger wel eens geweest, maar had toch niet goed in mijn hoofd hoe de geschiedenis van Park Ruurlo precies in elkaar zat. Dus nader onderzoek op dit gebied en een bezoek aan het kasteel waar nu Museum MORE / Collectie Willink is gevestigd, lokte ons wel.
Eerst maar eens gekeken naar het Zocher-ontwerp (J.D. Zocher en L.P. Zocher, 1868) en dat vergeleken met de huidige situatie.
Ontwerp voorterrein van J.D. en L.P. Zocher, 1868. Slechts zeer gedeeltelijk uitgevoerd. Plaats van oranjerie waarschijnlijk wel door Zocher bepaald. Waterloop in typische Zocherstijl nooit gerealiseerd
Voorplein kasteel Ruurlo met grasparterre en Venus van Ruurlo. Toegangsbrug over de slotgracht
Voorplein met rechts de toegang tot het overzetpontje. Het voorplein met middenperk en het pontje zijn niet op het ontwerp van de Zochers en evenmin op de ontwerpen van de Duitse landschapsarchitect C.E.A. Petzold terug te vinden
Na vergelijking met topografische kaarten uit dezelfde tijd als de ontwerpen, blijkt dat het ontwerp van de Zochers nauwelijks is uitgevoerd. De vormen van de waterpartijen blijken afkomstig te zijn van de tuinarchitect J.P. Posth (ontwerp 1801).
De bijdrage van de Duitse tuinarchitect C.E.A. Petzold (1879 e.v.) bestaat voor een groot deel uit parkaanleg langs de hoofdlaan van het huis en in het gebied ten zuiden van de Vordense Beek.
Zie voor een uitgebreide geschiedenis en analyse van het park, Landgoed Ruurlo, cultuurhistorische beschrijving, beheervisie en maatregelenplan
We gaan nu de beschrijving van het park van Ruurlo op ‘Zocher online’ door de Zochers, getiteld ‘Groenprojecten van de Zochers in perspectief. Landschapsarchitectuur in 19de-eeuws Nederland’ afmaken en preciseren.
Met veel plezier deden we redactiewerk voor de publicatie van Bureau Verbeek (Maastricht) in opdracht van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, getiteld: Kijk op de ruimtelijke kwaliteit van kanalen.
M. Blaas, J. Verbeek, R. Zwiers ; Bureau Verbeek. Redactiewerk Juliet en Carla Oldenburger. Kijk op de ruimtelijke kwaliteit van kanalen: Handreiking bij het herkennen van de kernkwaliteiten en de inpassingsopgaven van kanalen. Rapport Ministerie I. en W, 2018. 169 p.
In de berichten van 1 en 7 oktober jl., wordt heel kort Andreas Sibren Groustra aan de lezer voorgesteld. Eigenlijk waren zijn gegevens in het bericht van 7 oktober het enige wat we over dit familielid wisten. Maar zoals wel vaker gebeurt, hoe meer je weet over iemand of over een bepaalde gebeurtenis, hoe meer je de persoon of de situatie gaat begrijpen, en zo kwam het dat we na de publicatie van het bericht toch nog een familiefoto opdiepten waar Andreas opstond met zijn ouders en broers en zusters (zie eerste en laatste foto) en vonden we een prachtige serie briefkaarten in het familie-archief, die zeker van Andreas Groustra afkomstig zijn.
V.l.n.r. vader Harmannus Groustra, Andreas S. Groustra, zuster Ronesca E. Groustra (schoonmoeder/grootmoeder van Carla/Juliet)
De briefkaarten (kartoe pos) zijn uitgegeven door NV-vh. H. van Ingen te Soerabaja (ca. 1900-1920, gedeeltelijk naar foto’s van het bekende Foto-Atelier Kurkdjian en waarschijnlijk door Andreas als souvenir aangeschaft, tijdens of na zijn opleiding aan de Zeevaartschool in Soerabaja .
Hier volgen nu de briefkaarten; de locaties zijn duidelijk op die kaarten aangegeven; de foto’s dateren alle van het begin der twintigste eeuw en -in ieder geval enkele, maar misschien alle- zijn gemaakt door Atelier Kurkdjian in Soerabaja.
Willemskade Soerabaja met gebouw van ‘De Algemeene’, ontworpen door H.P.Berlage, ca. 1900 (midden-rechts met dakkapel en boven op het dak reclame van de verzekeringsmaatschappij)
Goenoeng Sarie is de naam van een buitenplaats in Batavia en zal hier in Soerabaja waarschijnlijk de naam van een buurtschap zijn
Ossenkarren bij de Groote Boom (Douanekantoor), Soerabaja. Foto: Atelier Kurkdjian, ca. 1900
Kramat Gantoeng is de naam van deze straat. Foto: Atelier Kurkdjian, ca. 1900
De straat die we hier zien heet Kembang Djepoon, dat Japans is voor Japanse bloesem. Kaart ca. 1900
De Werfstraat (nu Jl. Kasuaris) was genoemd naar de werven aan de oostzijde van de straat, langs de rivier Kali Mas (zie hieronder); nu is de straat genoemd naar de vogelsoort casuarius. Na de onafhankelijkheid werd de naam van de Werfstraat eerst veranderd in Djalan (Jalan) Pendjaqra oftewel Gevangenisstraat, naar de voormalige ’s Lands Gevangenis aan de westzijde van de straat — de Jalan Kasuari omvat ook de voormalige Bankstraat)
Willemskade en Kampong Baroe langs de Kali Mas (Grote rivier) te Soerabaja, ca.1900
Sluizen van Goebeng, Soerabaja. Ca. 1900
In de vorige Berichten van 1 en 7 oktober werden al enige belangrijke data van het gezin waar Andreas toebehoorde genoemd. In verband met de familiefoto, nu ook toegevoegd, voorzover bekend, de geboorte- en overlijdensjaren van de leden van het gezin Groustra.
Vader Harmannus Groustra (1861-1944) huwde met moeder Alida van der Schaaf [1861-1952). Hun kinderen waren:
1. Gezina A.E.R. Groustra (1888-1980 ); 2. Gellaart Jan Groustra (1889-? ); 3. Alida Catharina (1891-1952); 4. Andreas Sibren (1893-1919); 5. Albert Nicolaas (1896- ca. 1966 ); 6. Ronesca Elisabeth (1901-1969).
In de tuin in Slochteren, staand v.l.n.r: Albert, Gezina, vader Harmannus, Andreas, Ronesca, Gellaart. Zittend links moeder Alida, zittend rechts Alida
We laten de familie Groustra weer even rusten. U kunt indien gewenst meer lezen over vader Harmannus Groustra op Biografisch Portaal, op de website van de Geschiedenis van het Humanitarisme in Nederland, en in het (bovenstaande boek van Christianne Smit, De volksverheffers: sociaal hervormers in Nederland en de wereld. 1870-1914. Hilversum, 2015.