Post 65 groene Monumenten: Broken Circle / Spiral Hill en de Ecokathedraal

 

Robert Smithson. Project ‘Broken Circle/Spiral Hill’, 1971.  Tekening. Coll Kröller Müller Museum
Ecokathedraal Mildam (Heerenveen). Foto Wikipedia

(Tekst gedeeltelijk overgenomen van RCE):

Onlangs zijn een reeks Post 65 monumenten aangewezen, waaronder twee zogenaamde groene monumenten.

In Emmerschans (Emmen) het Landart Project Broken Circle / Spiral Hill van de Amerikaanse kunstenaar Robert Smithson (1938-1973); in Mildam (Heerenveen) de Ecokathedraal van Louis Le Roy (1924-2012).

Broken Circle/Spiral Hill (1971)

Met de groeiende zorg over de vervuiling van de aarde ontstond eind jaren zestig de milieubeweging. Kunstenaars engageerden zich met deze problematiek en creëerden werk met milieu-activistische motieven. In de beeldende kunst ontstond een nieuwe stroming: Land Art. In 1971 stelde curator Wim Beeren onder de titel Sonsbeek buiten de perken de zesde editie van de tentoonstellingsreeks in het Arnhemse Sonsbeekpark samen. Beeren brak met de traditie door de buitententoonstelling niet te beperken tot het park, maar in heel Nederland conceptuele en landschapskunstwerken te presenteren. Geïnspireerd door beelden van de watersnoodramp van 1953 creëerde de Amerikaanse kunstenaar Robert Smithson in en langs een met groenblauw water gevulde zandafgraving in Emmen het landschapskunstwerk Broken Circle/Spiral Hill. Het kunstwerk omvat een schiereiland van geel zand in de vorm van een halve cirkel met in het midden een zwerfkei en op de aangrenzende kust een kegelvormige heuvel van zwarte aarde met een spiraalvormig pad van wit zand. Het is het enige werk van Smithson in Europa en hoewel het als tijdelijk project bedoeld was, werd het in 1972, 1987 en 2010 gerestaureerd.

Ecokathedraal Mildam (1964)

In 1964 verwierf kunstenaar en ecotect/bioloog Louis le Roy een stuk land van 3 hectare nabij Mildam (gemeente Heerenveen). In de eerste jaren plantte hij bomen langs de randen van het perceel en zaaide hij verschillende plantensoorten. Vervolgens liet hij het terrein jarenlang met rust om de ecologische processen te bestuderen. In de jaren ’70 begon hij met het aanbrengen van hoogteverschillen door lage muurtjes van gestapelde stenen. Uit die tijd stamt ook het door hemzelf gebouwde atelier op het terrein. Het droog stapelen van bouw- en puinmateriaal groeide uit tot de aanleg van de Ecokathedraal. Le Roy ging ervan uit dat het toevoegen en ordenen van stenen en puin het proces naar een hogere ecologische complexiteit zou versnellen. Hiervoor liet hij vrachtwagens vol puin storten, die hij vervolgens op gestructureerde wijze stapelde. Onder het gebruikte materiaal bevinden zich onder meer de restanten van de 17e-eeuwse gevangenis Crackstate in Heerenveen, die tijdens de Tweede Wereldoorlog dienst deed als gevangenis voor vermeende collaborateurs.

Louis G. Le Roy zag problemen op ons afkomen door het op grote schaal gebruiken van water, fossiele brandstoffen en gif­stoffen. Hij kocht het weiland aan en liet vrachtwagens met bouwpuin komen, en legde daar muurtjes, toren- en poortachtige bouwwerken, plateaus en kronkelende paden mee aan. De huidige bouwsels mogen de fundamenten worden voor volgende bouwsels, mits er met de hand gestapeld wordt, zonder cement en zonder haast, maar met creativiteit en zelfexpressie.

Villa De Bijenschans (Hilversum) tot gemeentelijk monument aangewezen.

Villa De Bijenschans. Foto Nederlandse TuinenstichtingHistorische interieurs in het Gooi; De

N.a.v. een monumentenaanvraag van de NTs / Nederlandse Tuinenstichting voor de tuin van villa  ‘De Bijenschans’ in Hilversum, is onlangs de tuin (en ook de villa) tot gemeetelijk monument verklaard, op grond van de waardestelling (nov. 2023) die ons bureau voor de tuin maakte en op grond van de waardestelling van de architectuur van het huis, opgemaakt door Barbara Laan.
Ook werd een aanvraag bij de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed ingediend die nog loopt.
Na een lange ingewikkelde procedure zijn we erg blij dat het karakteristieke huis (ontwerp 1918, A. H. Wegerif) en de bijbehorende typische Tersteeg-tuin (ontwerp 1918, D.F. Tersteeg) niet worden gesloopt t.b.v. een geheel nieuw te bouwen villa.

De waardestelling voor de tuin is bij ons in te zien. Contact Carla Oldenburger.

Het bezoeken waard: Jardin du Plessis Sasnières en La Possonnière

In Bericht dd. 3 september beloofde ik nog wat aandacht te schenken aan enige bijzondere tuinen, waar we toevallig langs reden tijdens een vakantiereisje naar Frankrijk / Dept. Loir-et-Cher.  Het landschap is er heuvelachtig, uitgestrekt, leeg en rustig. Al toerend kom je overal de rivier Le Loir (nb. ik bedoel niet La Loire!)  tegen, waarlangs in de Middeleeuwen kleine dorpjes zijn gebouwd. De kastelen Chaumont, Chambord en Blois (alle aan La Loire) zijn bekende bezienswaardigheden met tuinen, die we al kenden.

Nu bezochten we Jardin du Plessis Sasnières in Sasnières en La Possonnière in Couture-sur-Loir.

Van de eerste tuin is een uitgebreide beschrijving te vinden op Internet. Op de plattegrond is duidelijk te zien dat de tuin is aangelegd rondom een grote vijver en langs een beek (La Fontaine de Sasnières). De tuin is vanaf 1975 vorm gegeven in landschapsstijl door Mme Rosamée Henrion, die vanaf 1960 op La Possonnière kwam wonen. Zij was een groot liefhebster van bomen en struiken, zodat de tuin ook wel als een landschappelijk arboretum is te beschouwen. Ten zuidoosten van de vijver ligt een formele tuin met berceau, die grenst aan een uitgebreide moestuin. Ten (zuid)westen van het huis loopt een lange rechte laan, de Magnolia-laan, onderdeel uitmakend van een schaduwrijk lanenstelsel. Het restaurant ten zuiden van het huis (in de voormalige stallen en oranjerie?) is ons zeer goed bevallen.

Plattegrond van Jardin du Plessis Sasnières, zoals ontvangen aan de desk bij binnenkomst. Foto Carla Oldenburger

Een tweede tuin die we bezochten was de tuin achter Chateau  de la Possonnière. Dit is het geboortehuis van de beroemde Franse dichter en humanist Pierre de Ronsard (*1524-1585)), le prince des poètes.

Plattegrond van Jardin Ronsard bij Manoir de la Possonnière, zoals ontvangen aan de desk bij binnenkomst. Foto Carla Oldenburger

Deze tuin is in 2004 in Renaissance-stijl aangelegd, om bezoekers te laten zien hoe de tuin er mogelijk in de tijd van Pierre de Ronsard zou hebben uitgezien. De ontwerper is de rozenkweker André Eve (*1932-2015), die hier ondermeer een rozentuin  (nr. 14) heeft gerealiseerd met meer dan twee honderd variëteiten rozen (oude en nieuwe soorten).

In het kasteel is een interessante tentoonstelling te bezichtigen over het leven van Pierre de Ronsard. Wist u dat Franse schoolkinderen nog steeds zijn gedichten leren: “Mignonne, allons voir si la rose…” (Darling, let’s go see if the rose…) en zijn odes gewijd aan Cassandre, Marie, Hélène?

Conferentie: De kunst van het steden bouwen

(overgenomen van de Nieuwsbrief VVAB 12 sept. 2025)

Conferentie VVAB en INTBAU

De Kunst van het Steden Bouwen: Terug naar de menselijke maat

Hoe bouwen wij vandaag de stad van morgen?

Ter gelegenheid van het 750-jarige bestaan van Amsterdam organiseert de Vereniging Vrienden van de Amsterdamse Binnenstad (VVAB) samen met het International Network for Traditional Building, Architecture and Urbanism (INTBAU) een internationale conferentie over de historische stad als inspiratiebron voor vernieuwing in de stedenbouw.

Juliet heeft als medewerker van de VVAB een groot aandeel gehad bij de totstandkoming van deze dag.

Waar vroeger met behulp van grote plannen – de Grachtengordel, Plan Zuid of het Algemeen Uitbreidingsplan (AUP) – een gestructureerde en humane omgeving tot stand is gekomen, ontstaat nu een bonte lappendeken van los van elkaar staande gebouwen. In de snel groeiende woonwijken van Amsterdam-Noord bijvoorbeeld dreigt de stad haar samenhang te verliezen en iets vergelijkbaars zien we momenteel overal elders in Nederland. De nieuwe wijken volgen het wegenpatroon van de voormalige haventerreinen en worden kavelgewijs ontwikkeld. Het havenlandschap is nooit als verblijfsruimte bedoeld; de plattegrond hiervan levert niet vanzelf een prettige stadswijk op. Maar ook de stedenbowkundige regie is minimaal. De kwaliteit van de gebouwen en openbare ruimte staat op gespannen voet met privacywensen, duurzaam materiaalgebruik en wooncomfort.

Is dit de onvermijdelijke uitkomst van onze tijd of kunnen we in dit opzicht iets leren van de ‘Europese stad’


Onder de titel ‘De Kunst van Steden Bouwen – terug naar de menselijke maat’ bespreken architecten, architectuurcritici en stedenbouwkundigen de kwaliteit en richting van de huidige stadsontwikkeling. Architect Hans van der Heijden heeft hiervoor uit heel Europa ontwerpers en onderzoekers uitgenodigd. Twee internationaal vermaarde keynote-sprekers presenteren een alternatief: Aan de hand van zijn uitgebreide studie naar de traditie van de Europese stad vertelt de Milanese architect prof. Vittorio Magnago Lampugnani over zijn stedenbouwkundige ontwerppraktijk. De Londense architect Stephen Taylor legt het accent juist op de architectuur waarin hij in zijn onderzoek, onderwijs en ontwerppraktijk aansluiting zoekt bij historische stadsbeelden.

Na hun lezingen gaan zij in gesprek met vakgenoten en nieuwe stemmen uit binnen- en buitenland.

De conferentie vindt plaats op donderdag 18 september in de Keizersgrachtkerk, Keizersgracht 566, Amsterdam. De voertaal is Engels.

Vragen? Mail ons via vvab@amsterdamsebinnenstad.nl

Program

Date: Thursday September 18th, 2025
Location: Keizersgrachtkerk, Keizersgracht 566, Amsterdam

Reception
9:30 Doors open
10:00 Welcome: Chair VVAB
10:05 Introduction: Hans van der Heijden, Amsterdam

The critical reconstruction of the city
10:15 Keynote Prof. Vittorio Magnago Lampugnani, Milan
10:45 Report from practice: Richard Lavington, London / Matthias Haber, Berlin / Like Bijlsma, Rotterdam
11:45 Discussion: Ellis Woodman with Sjoerd Soeters and Endry van Velzen

Break

Old-new architecture
14:00 Keynote Stephen Taylor, London
14:30 Report from practice: Timothy Smith, London / Alexander Pols, The Hague / Silvia Malcovati, Berlin
15:40 Discussion: Ellis Woodman with Peter Drijver and Bernard Hulsman

Break

Observations and conclusions
16:30 Discussion: Ellis Woodman with Guy Courtois, Paris
17:30 Closure: Chair INTBAU

Lune en het jachtgedrag van buizerden in de leefgebieden van de wilde hamster

Cricetus cricetus. Wilde Hamster of Korenwolf.
Foto De Zoogdierenvereniging
Op 9 september 2025 kreeg ik (Lune Moonen, student Toegepaste Biologie 2023, Aeres Hogeschool Almere) de kans om een eerste versie van mijn onderzoek te presenteren op een research meeting van de Radboud University.
Afgelopen maanden heb ik voor mijn stage hard gewerkt aan een onderzoek naar het jachtgedrag van buizerden in de leefgebieden van de wilde hamster (Cricetus cricetus), om uiteindelijk het hamsterbeheer te kunnen verbeteren, en daarmee de bedreigde wilde hamster nog beter te kunnen beschermen.
Het was een leerzame ervaring om dit onderzoek nu te kunnen presenteren voor medewerkers en studenten van de afdeling Ecologie. Vooral het feit dat het in het Engels moest en het feit dat de resultaten nog niet helemaal waren wat ik had gewild, gaven de dagen vooraf wat stress… Maar het is gelukt, en ik kreeg interessante vragen en fijne feedback waar ik weer mee verder kan. Nu nog even verder puzzelen met de resultaten (die keer op keer ingewikkelder blijken te zijn dan eerst het geval leek…) en dan mag ik eind september dit onderzoek nog een keer presenteren op de International Hamster Workgroup Meeting in Leipzig!
Ik wil mijn begeleiders Andrea Kölzsch en Gerard Müskens alvast hartelijk bedanken voor al hun hulp afgelopen tijd.
Zie ook het Linkedin Bericht: https://www.linkedin.com/in/lune-moonen-1636182a1/   en   ‘connectie maken‘ (op LinkedIn-profiel Lune Moonen) of ‘reactie geven’ mag natuurlijk ook altijd.
Geen ALT-tekst opgegeven voor deze afbeelding

Vacantie: Romaanse kerkjes en middeleeuwse muurschilderingen

Peintures murales en Vendômois.
Half augustus maakte ik een tourtje naar Midden-Frankrijk Dept. Cher-et-Loir. Ons doel was in deze streek enige Romaanse kerkjes en onbekende kasteeltuinen te bezoeken. Tot onze grote verrassing waren in deze kerkjes langs de rivier Le Loir (NB. niet La Loire, dat is de grote rivier die we allemaal kennen) prachtige muurschilderingen te bewonderen. . De oudste waren uit de 11-de en 12-de eeuw. Om enige namen van de kerken en de plaatsen te noemen: de Eglise abbatiale in Vendôme (de wonderbaarlijke visvangst); de Eglise St. Genest in Lavardin; de St. Jacques des Guérets; de Chapelle St. Gilles in Montoire.
Maar er zijn er veel meer en al zwervend door het prachtige landschap kom je vanzelf ook kastelen en tuinen tegen, ga eens op ontdekking. Zeer de moeite waard. Een volgende Bericht zal ik wijden aan de tuin van Ronsard en over le Jardin du Plessis Sasnières.

Frederikshof: van moestuin naar siertuin en van siertuin naar Festivalterrein

De tuin Frederikshof bij Kasteel Keukenhof twintig jaar geleden.
Foto’s (2006) van Walther Schoonenberg van de tuin van Frederikshof (ontwerp Oldenburgers Binnenstad & Buitenleven, op de voormalige moestuin van het kasteel).
– een vroeg-17de eeuwse tuin beplant met vruchtbomen en Fritillaria’s;
– een 18de eeuwse tuin met gebogen paden en een bergje;
– een kassentuin met planten in potten langs de paden;
– een 20ste eeuwse border rond een gazon.
Een heerlijke tuin om in te verdwalen. En nu? Google Earth geeft een kale grasvlakte in gebruik als festivalterrein voor kleinere festiviteiten.
Jammer, wij worden er verdrietig van, alhoewel we begrijpen dat de stichting ook deze buitenplaats draaiende moet houden.

20ste eeuwse bloemenborders

OLDENBURGERS BINNENSTAD & BUITENLEVEN. 25-jarig bestaan en 50 jaar ervaring

OLDENBURGERS BINNENSTAD & BUITENLEVEN. 25-JARIG BESTAAN EN 50 JAAR ERVARING

Precies vandaag 25 jaar geleden, 1 augustus 2000, zijn wij Carla en Juliet Oldenburger begonnen met ons advies- en ontwerpbureau BINNENSTAD & BUITENLEVEN.

Aanvankelijk lag ons accent op de geschiedenis van historische tuinen, parken, buitenplaatsen en landschappen. Carla had al vanaf 1975, in het voetspoor van Cocki Cremers en Henri van der Wyck, op de universiteiten van Utrecht en Wageningen projecten begeleid en ontwikkeld, o.a. als raadgever voor de provincie NH betreffende de tuinen van Beeckestijn (1975-1995) en als lid van de Werkgroep Tuinaanleg van de Restauratie-commissie Paleis Het Loo (1975-1984). Daarnaast was veel praktische ervaring opgedaan als (bestuurs)lid van o.a. Raad voor Cultuur/Cie. Buitenplaatsen (1978-1996); Nederlandse Tuinenstichting (1993-2002); St. Geldersch Landschap en Kasteelen / BAC (1994-2009); Begeleidingscie. landgoederen Clingendael en Oosterbeek (2001-2014).

Vanaf 2000 startte onze samenwerking, eerst nog gefocussed op historische tuinen, parken en buitenplaatsen, maar vanaf 2016 werd het werkterrein verbreed tot architectuur en landschap, met drie specialisaties groen erfgoed, kleurgebruik in de architectuur en architectuurtheorie.  

We zijn een klein bureau met de langste ervaring op het specialistische terrein van groen erfgoed.

Onze expertise ligt niet alleen op onderzoek, begeleiding en ontwerp, ook begeleidende publicaties (boeken, rapporten en artikelen) vinden wij belangrijk. Zie de knop ‘Publicaties‘ op deze website. Carla schreef haar eerste artikel over historische planten in 1975 (Ornamental Plants in 16th and 17th century gardens) en ca. 200 publicaties volgden. Juliet maakte tuininventarisaties voor de eerste uitgave waaraan zij meewerkte in 2000 (Amsterdamse Grachtentuinen – Prinsengracht) en hierna zijn bijna 100 publicaties gevolgd. Samen hebben we dus 50 jaar ervaring. Ons voorlopig laatste rapport verscheen deze zomer en betrof het parkdeel ten oosten van de rozentuin van het Vredespaleis: Heidetuin of Woodland Garden?

Onvermoeid gaan we door,  alles ter glorie van het groene erfgoed.

Een vroeg ontwerpje in Schalkwijk van K.G. Zocher (1832)

Het loont altijd de moeite door Linkedin te struinen, want naast alle reclame (soms verpakt in goed bedoelde felicitaties en advertenties) zijn  er zo af en toe toch gelukkig ook nog inhoudelijke nieuwtjes te vinden. Zo kwam ik vorig jaar een schetsontwerpje tegen van K.G. Zocher van een tuin in Schalkwijk.

K.G. Zocher. Schetsontwerp van tuin rond het Lekdijkhuis te Schalkwijk. dd. 1830. Bron zie tekst.

De eer komt toe aan Sander van Scherpenzeel die een bezoek bracht aan het Regionaal Historisch Centrum Rijnstreek en Lopikerwaard in Woerden om in de archieven te kijken wat er van zijn gading bij was. Hij eelde zijn vondst met Linkedin. Het betrof de archieven van het Hoogheemraadschap De Lekdijk Bovendams, de voorloper het huidige Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden. Hij vond hier een dossier met diverse aan- en verkoopakten, van de buitenplaats Bagatelle. Deze buitenplaats stond op de plaats van het huidige Lekdijkhuis in Schalkwijk, was ca. een halve morgen groot en werd 22 november 1820 gekocht door Andries Snoek, een bekende Nederlander zouden wij nu zeggen, want hij was begin negentiende eeuw  een van de belangrijkste tragediespelers in Europa. Ook was hij de stichter van de Amsterdamse Stadsschouwburg. Hij overleed in september 1829, waarna de buitenplaats in 1830 verkocht werd aan het Hoogheemraadschap  De Lekdijk Bovendams. Het Waterschap gaf K.G. Zocher (1797-1868) de opdracht een tuin te ontwerpen rond het huis. De tuin is gelegen op de hoek van de Zuwedijk en de Provincialeweg te Schalkwijk.

De waarde van deze vondst ligt hem in het feit dat we van K.G. Zocher geen ouder ontwerp kennen. Dit ontwerp, ook al is het maar een schets, is dus tot heden de oudste tuintekening van zijn hand. Hij ontwierp in het algemeen in de gardeneske landschapsstijl en ook aan dit ontwerp is dat duidelijk te zien. Gardenesk betekent ‘als in een tuin met veel bloeiende planten’, d.w.z. in dit geval met veel bloeiende heesterpartijen in een ruime kring rond het huis, een rond bloemenperk vóór het huis en clusters coniferen langs de weg. Dit alles  in tegenstelling tot een ruime open landschappelijke aanleg zonder veel bloemen en kleur.

Met dank aan Sander van Scherpenzeel, voorzitter Stichting Houtense Hodoniemen.

Het huis is een rijksmonument en is in verband met de verkoop uitvoerig beschreven, inclusief het erf, maar helaas komt K.G. Zocher niet in de beschrijving voor. Na de verkoop zal deze beschrijving wel verdwijnen vermoed ik.

 

De parkaanleg rond Huis Scherpenzeel van Hendrik van Lunteren

In aansluiting op het Bericht ‘Huis Scherpenzeel op Kadasterkaart 1826’volgt nu een nieuw Bericht over de aanleg van het park rond Huis Scherpenzeel. Deze aanleg is getuige een brief van Petrus Johannes van Naamen, heer van Scherpenzeel (1774-1854) aan zijn neef Johannes Sebastiaan van Naamen, ambachtsheer van de beide Eemnessen (1795-1848). ontworpen door Hendrik van Lunteren, al wordt zijn naam niet genoemd. Zijn zoon Samuel van Lunteren (1813-1877) reorganiseerde het werk van zijn vader later in 1859.

Hendrik van Lunteren. Mminiatuur op ivoor.
Coll. Centraal Museum Utrecht

De brief is gedateerd Amsterdam 27 januari 1832. Wat stond er in de brief?  Eerste alinea; neef J.S. van Naamen had overhaast moeten vertrekken omdat zijn zwager zwaar ziek was geworden. P.J. van Naamen vervolgt:” Ter gemoetkoming van deze onverwachte teleurstelling hopen wij het genoegen te hebben Ued met uw vrouw en kind des Zoomers eens te Scherpenzeel te zien, en het zal mij alsdan aangenaam zijn uwe gedachten te vernemen, omtrent de plaats hebbende verandering voor het Huis onder directie van Van Lunteren, welke zich echter tot het terrein, hetgeen gij kent, heeft moeten bepalen.”

De verandering van het terrein vond dus plaats in 1832 en het ontwerp dateerde misschien van een jaar eerder. Aangezien zoon Samuel geboren is 17 mei 1813 was hij in 1832 nog maar 19 jaar oud; het ontwerp moet dus op naam van zijn vader worden geschreven, alhoewel hij zijn vader mogelijk wel heeft geassisteerd.

Bron: gemeentearchief Nijkerk/Familiearchief Van Haersma de With.  nr. 3, in het bijzonder stukken betreffende de familie Van Naamen (zowel van de takken Van Eemnes als Van Scherpenzeel), benevens het gastenboek van de buitenplaats Zandhove bij Zwolle.

Met dank aan Joan Patijn, die deze brief tijdens een onderzoek tegenkwam.