Canon van Nederland bijgesteld.

(263) Zomer 2020 werd bekend gemaakt dat de Canon van Nederland is bijgesteld. Wat mij het eerst opviel was dat er meer aandacht wordt gevraagd voor kolonialisme, slavernij en racisme en dat de grachtengordel van Amsterdam (Werelderfgoed) en daarmee samenhangend de aandacht voor Nederlandse buitenplaatsen is komen te vervallen. Ik ben het geheel eens met deze nieuwe invulling, ook al zou men dat van mij niet verwachten, omdat ons bureau zich juist bezig houdt met architectuur van de stad Amsterdam en de buitenplaatsen van gefortuneerde stadsbewoners in de tijd van de Gouden Eeuw tot aan de afschaffing van de slavernij.

Anton de Kom (Paramaribo 1898 – Neuengamme 1945)

De Surinaamse auteur Anton de Kom en zijn boek Wij slaven van Suriname (eerste druk 1934) is als studie-object echter vele malen belangrijker dan de grachtenhuizen van rijke Amsterdammers en hun buitenplaatsen. Wat Anton de Kom beschrijft over de autochtone bevolking van Suriname, hoe zij door de Nederlanders is uitgezogen en vermoord, doet het plaatsen van prachtige kostbare grachtenpanden en buitenhuizen op de lijst van Canon-onderwerpen verbleken. Vele witte Nederlanders zullen nooit van Anton de Kom hebben gehoord; weet dat hij het is geweest die de geschiedenis van de slavernij in Suriname aan de kaak heeft gesteld. Ik vergelijk hem graag met Max Havelaar, de man die ageert tegen het koloniale regeringssysteem van Nederland in Nederlands Indië.

Anton de Kom. Wij slaven van Suriname. 192. p. Vanaf de tweede druk (Amsterdam, 1971) staat deze schreeuw om recht, waarheid en begrip al in onze boekenkast.

Waar schrijft hij nu zoal over? Voornamelijk over de verschrikkingen der slavernij, vanaf de eerste nederzettingen in de eerste helft van de 17de eeuw. Enkele personen en gebeurtenissen komen ons, geïnteresseerd in de geschiedenis van buitenplaatsen en Amsterdamse stadshuizen en Surinaamse botanie bekend voor, zoals de persoon Cornelis van Aerssen van Sommelsdijk (gouverneur 1683-1688), die binnen korte tijd op bepaald niet zachtzinnige wijze in Suriname orde op zaken wist te stellen. Hij werd opgevoed aan het hof van prins Willem II en was het speel-kameraadje van de jonge prins Willem III. Hij had zich evenals drie van zijn zusters aangesloten bij de sekte der Labadisten, waar ook Maria Sibylla Merian toebehoorde. Zij woonden aanvankelijk gezamenlijk in een klooster te Wiewerd (FR) en later rond 1700 in Suriname waar Maria de ‘Verandering der rupsen’ bestudeerde. In 1683 kocht Van Aerssen een derde deel van de kolonie Suriname. Hij vormde toen samen met de stad Amsterdam en de West Indische Compagnie de zogenaamde Geoctroyeerde Sociëteit van Suriname, die verantwoordelijk was voor het beheer van dit gebeid (1683-1795). Onder leiding van de Sociëteit groeit het aantal plantages van 50 in 1683 tot meer dan 400 in 1730. Suiker en koffie zijn de belangrijkste plantagegoederen.

Huis Spijk, gelegen aan de Zuiderlingedijk te Spijk in de gemeente West-Betuwe. In de 17de eeuw eigendom van de rijke familie van Aerssen van Sommelsdijk.

Van Aerssen van Sommelsdijk was op enig moment de rijkste man van Nederland en eigenaar van het kasteel Spijk langs de Linge (nu gemeente West-Betuwe). Toevallig heeft mijn man zich vanaf 1967 tot zijn dood met de natuur en cultuur van Suriname bezig gehouden en toevallig heeft ons gezin 20 jaar gewoond langs dezelfde Zuiderlingedijk in Spijk al waar Van Aerssen woonde.

Zie ook het bericht over het huis van Anton de Kom in Paramaribo.

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *