De Engelse zinsnede “My home is my castle” was ongeveer het eerste Engels wat ik leerde. Ik kreeg deze zin altijd thuis te horen, als ik ontevreden was en blij moest zijn met wat ik had. Dat voorgaande werkelijk de oorspronkelijke betekenis van deze woorden was is niet juist, maar ik heb het zinnetje altijd goed onthouden; de gevleugelde woorden zijn van een beroemde advocaat, Sir Edward Coke (1552-1634).
Kasteel Levendaal. Tekening van Louis Philip Serrurier, naar een tekening van Cornelis Pronk uit 1729.
Vandaag (i.e. het Pinkster weekend) is het Kastelendag en denk ik aan het meest nabije kasteel dat dichtbij mijn ‘home’ heeft gestaan. Ik woon langs de Levendaalse weg en het gaat om Kasteel Laar of Kasteel Levendaal te Rhenen / Achterberg, dat heeft gestaan op de plaats van een tegenwoordige boerderij, op de overgang van de Levendaalse weg naar de Levendaalse laan, ook herkenbaar aan de hele oude linde die daar al zo’n 600 jaar staat. Het kasteel zelf werd omstreeks 1820 afgebroken, maar de linde staat er nog, hoewel deze steeds meer uit elkaar begint te vallen. De Bomenstichting zorgt er goed en deskundig voor, maar hoe lang nog?
Wat heeft Carl Eduard Adolf Petzold (1815-1891 ) voor Twickel betekend?
Op Linkedin stond vandaag (2 juni 2025) te lezen:
“De vereniging Vakgroep Groen Erfgoed houdt op 10 oktober op Landgoed Twickel in Twente een studiedag over het werk van de befaamde Duitse tuin- en landschapsarchitect Eduard Petzold . Zijn landschapsparken behoren tot de fraaiste van Nederland.
Maar nu deze zo’n 150 jaar oud zijn, beginnen de bomen van de eerste aanleg af te takelen en moet dringend gewerkt gaan worden aan herstel. Het is daarom volgens de Vakgroep Groen Erfgoed (VGE) het goede moment om deze parken aandacht te geven wat betreft beleid en beheer.
In de vakgroep zijn professionele onderzoekers en planvormers op het gebied van groen erfgoed verenigd. De VGE staat voor kwaliteit van onderzoek en planvorming en tracht dat te bevorderen door uitwisseling van kennis en kunde”..
De aankondiging is vandaag ruim van te voren ‘verstuurd’. Tijd dus om tussen vakantie en zonnige stranden door wat te lezen over Petzold en zijn werk in Nederland. Vooral zijn handboek is nuttig om eens door te snuffelen omdat daarin zijn ideeën scherp worden verwoord. De tijd dat Petzold op Twickel werkte (1885-1891) viel samen met de voorbereingstijd tot de publicatie van het Handboek. Mogelijk heeft zijn ervaring op Twickel geleid tot aanbevelingen in zijn Handboek en kunnen we deze nu als beheer-adviezen van Petzold beschouwen.
Geschriften door Michael Rohde geschreven (1990-1998):
Die Tätigkeit von E. Petzold in Dieren. Hannover, (Scriptie) 1990.
Michael Rohde. Eduard Petzold : Weg und Werk eines deutschen Gartenkünstlers im 19. Jahrhundert. Dissertatie, (Scriptie), 1998.
Michael Rohde. Von Muskau bis Konstantinopel: Eduard Petzold, ein europäischer Gartenkünstler, 1815-1891. Dresden, 1998.
Petzold’s Handboek (1862; 1888 2de druk) en ‘logboek. (1890)’:
C.E.A. Petzold. Die Landschafts-Gaertnerei : ein Handbuch fuer Gaertner, Architekten, Gutsbesitzer und Freunde der Gartenkunst. Leipzig, 1862, met tabel van bomen. Tweede druk 1888, opgedragen aan Sophie prinses der Nederlanden, dochter van Koning Willem II. Vermeerderd en verbeterd met uitvoerige behandeling van alle onderdelen van het landschapspark, zoals rotsen, wegen, beplantingen, water, weiden etc. Ook de betekenis van kleur van bomen en struiken wordt in dit boek uitvoerig behandeld. Abbildungen … von Friedrich Preller.
C.E.A.Petzold. Erinnerungen aus meinen Leben. Leipzig, 1890. Bevat 2 portr. van C.F.C. Petzold en 1 portr. van C.E.A. Petzold.
Zijn bekendste ontwerpen staan hieronder vermeld (minder bekende in artikel hierboven genoemd).
Landgoed De Horsten, Wassenaar (exclusief de bekende Seringenberg die al van eerdere datum dateert), 1854,
Landgoed De Paauw, Wassenaar, 1854,
Landgoed De Raephorst, 1854,
Landgoed Eikenhorst, 1854,
Zypendaal Arnhem 1863,
Huis Rhederoord, De Steeg 1868,
Bingerden, Angerlo 1869,
Hof te Dieren, Dieren 1870,
Gulden Bodem Arnhem 1872,
Wielbergen Angerlo 1872,
Buitenplaats Oud-Wassenaar Wassenaar 1877,
Kasteel Middachten, De Steeg 1878,
Landgoed Elswout Overveen 1882 (niet uitgevoerd),
Landgoed Duinlust Overveen 1882,
Kasteel Twickel Delden 1885-1891,
Landgoed Cingendael te Wassenaar 1888 (Park uitgevoerd door L.A. Springer en Rosarium niet gerealiseerd).
Uit bovenstaande valt op dat De Horsten en de Paauw (alle te Wassenaar) Petzold’s eerste Nederlandse projecten waren (alle 1854) en dat hij in zijn nadagen pas op Twickel kwam te werken.
Foto: Zicht op kasteel en park Twickel met Eduard Petzold. Bron: Gelders Archief
Over Nationale Parken wordt dezer dagen anno 2025 veel geschreven en gediscussieerd vanwege geplande bezuinigingen. Maar als je aan een willekeurige parkbezoeker vraagt wat eigenlijk de term Nationaal park inhoudt, staat men met een mond vol tanden.
Zicht in Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug. Ingesteld 2003/2013. 10000ha. Foto Wikipedia
Op Wikipedia staat de volgende definitie: Een nationaal park is een aaneengesloten natuurgebied van ten minste 1000 hectare, bestaande uit natuurterreinen, wateren en/of bossen, met een bijzonder landschappelijke gesteldheid en planten- en dierleven, waar tevens goede mogelijkheden zijn voor recreatief medegebruik.
KAART NATIONALE PARKEN IN NEDERLAND
Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug. In het uiterste zuidelijke puntje op bovenstaande kaart is het Utrechtse deel van bureau B&B gevestigd.
Overzichtstabel Nationale Parken in Nederland en het Caraibisch gebied
16 MEI 2025. Nationale parken verdienen na brede steun geen bezuiniging. Op 14 april 2025 ondertekenden provincies en partners een breed manifest om samen gebiedsgerichte parels te versterken. Nog diezelfde week werd het bijbehorende budget in de voorjaarsnota vrijwel volledig geschrapt. De natuur van Nederland hangt aan een zijden draadje.
Juliet en Walther zijn op vakantie in Siciliē en hebben vandaag (11 mei 2025) de botanische tuin (Orto Batanico di Palermo) bezocht. Het is een grote tuin, verspreid over 10 hectare en huisvest een indrukwekkende collectie van meer dan 12.000 verschillende plantensoorten. Deze planten komen niet alleen uit het Middellandse Zeegebied, maar ook uit tropische en subtropische regio’s, waardoor de tuinen een belangrijke bron van biodiversiteit vormen. Oorspronkelijk vinden we deze soort aan de oostkust van Australiē en was het doel van de tuin natuurlijk, net als alle andere botanische tuinen, een plantenverzameling voor medische doeleinden.
Een van de opvallende kenmerken van de tuin is de opmerkelijke verzameling palmbomen, die dankzij het warme mediterrane klimaat daar goed gedijen. Bezoekers kunnen ook een grote variëteit aan geneeskrachtige planten, orchideeën, vetplanten en cactussen tegenkomen. De meest opvallende boom is de Ficus (Vijg) macrophylla ssp. columinaris. De boom is meerstammig (let ook op de luchtwortels) en door de ouderdom en zijtakken vele meters omvattend. Op de website van ‘Monumentale Bomen’ staat dat de tuin is aangelegd in 1789 en dat de boom is geplant omstreeks 1816 en dus nu ongeveer 209 jaar oud zal zijn.
In de tweede helft van de 19de eeuw waren collectie-tuinen in opkomst. Tegenwoordig is er minder belangstelling voor, maar mooie Rozentuinen (Rosarium) , of Iristuinen (Iridarium), of Arboreta en Pineta, daar is men nog wel voor warm te krijgen. En wat te denken van Rotstuinen (ook genoemd Alpiene tuinen), Stinzenplantentuinen of Grassentuinen? Onlangs kwamen we in de vakliteratuur de term heidetuin tegen. Wat is nu precies een heidetuin? Logisch zou je zeggen, een tuin beplant met vele soorten heide (Calluna en Erica), maar we lazen op Internet ook een uitgebreidere nauwkeuriger definitie “een heidetuin is een natuurtuin waarin allerlei soorten heide- èn zuurminnende siergewassen zijn geplant”. Het gaat dus niet alleen over een tuin beplant met heidesoorten, maar ook zuurminnenden siergewassen zijn in een heidetuin te vinden. Waar moeten we dan aan denken? Natuurlijk allereerst aan Struikheide en Dopheide – soorten maar daarnaast ook aan andere zuurminnende planten uit de heidestruikfamilie (Ericaceae), zoals de meest bekende genera Vaccinium (Bosbes), Pernettya (Z. Am. ingevoerd 1828 in Eng.), Gaultheria (meeste soorten uit China en Japan), Andromeda (N. Amerika), Kalmia of Lepelboom (N. Amerika, in 18de eeuw ingevoerd in Eng.) en vele soorten Rhododendron (ponticum uit Z.Europa en Kl. Azië). De conclusie van het bovenstaande leidt tot een wat bredere definitie van het woord heidetuin, namelijk een tuin beplant met Ericaceae en misschien met nog enkele andere zuurminnende soorten buiten de struikheidefamilie, zoals de Schijnhazelaar (Corylopsis pauciflora), de Sneeuwklokjesboom (Halesia carolina), de Toverhazelaar (Hamamelis). Zie lijst Tuincentrum Gigant voor een lange lijst zuurminnende planten.
De Vereniging vrienden van de Amsterdamse Binnenstad / VVAB heeft ter gelegenheid van haar 50-jarig bestaan een boek uitgegeven over de geschiedenis van het behoud en herstel van de binnenstad in de periode 1975-2025.
Het boek werd gepresenteerd op de jubileumbijeenkomst in kerkgebouw De Duif aan de Prinsengracht waar honderden feestgangers bijeen waren gekomen om naar verschillende lezingen (en muziek van Reinier Sijpkens van het Muziekbootje) te luisteren. Vandaag lag het boek in mijn brievenbus. Het is een prachtig en zeer interessant overzicht over wat deze vereniging in 50 jaar heeft gepresteerd. Veel interessante artikelen. Het boek bestaat uit 3 delen. Deel 1 gaat over de geschiedenis van de VVAB; deel 2 geeft enkele ‘dossiers nader bekeken’ en deel 3 bevat een aantal overdrukken van artikelen uit Binnenstad, het tijdschrift van de VVAB.
Titel: Een halve eeuw strijd tegen de waan van de dag
“Het boek bestaat uit 112 pagina’s, waarvan 70 een bloemlezing bevat van artikelen uit het blad Binnenstad.
Uitgave van de Vereniging Vrienden van de Amsterdamse Binnenstad, Amsterdam 2025
Het boek is te bestellenvoor € 20,- incl. verzendkosten.
Op 6 maart 1975 werd in een zaaltje van Hotel Krasnapolsky de Vereniging Vrienden van de Amsterdamse Binnenstad opgericht. De afkorting VVAB ontstond pas rond 2000, destijds sprak men over ‘de Vrienden’. De vereniging moest de liefhebbers van de historische architectuur en stedenbouw, degenen die “daarmee een emotionele band voelen” verenigen en “uitgroeien tot een organisatie met de kracht en het gezag van de Vereniging tot behoud van de Waddenzee”.
Het ontstaan van de vereniging kan niet los worden gezien van de vele initiatieven van haar oprichter Geurt Brinkgreve (1917-2005). Toen deze beeldhouwer in 1944 in Amsterdam kwam wonen, verkeerde de binnenstad in deplorabele staat – honderden panden waren afgebroken of stonden in stutten. In de Jordaan was zelfs een kwart van de bebouwing al verdwenen. De Vereniging Vrienden werd opgericht om particuliere woonhuiseigenaren te stimuleren de restauratie van hun bezit ter hand te nemen en om onafhankelijk actie te kunnen voeren voor het behoud en herstel van de historische binnenstad.
Het opkomen voor het behoud en herstel betekende in de praktijk meestal dat de vereniging in het geweer kwam tegen de sloop van monumenten en tegen nieuwbouwplannen die zij qua schaal of vormgeving niet in de binnenstad vond passen. Terugkijkend op de afgelopen halve eeuw kan worden vastgesteld dat de VVAB veel heeft weten te bereiken.”
Onlangs opende een grote Jan Mankes tentoonstelling in Museum Arnhem èn Museum Belvedère in Oranjewoud bij Heerenveen. Ik moet er nog heen, dus hier geen bespreking van de tentoonstelling, maar meer een opwarmertje.
Jan Mankes. Bomenrij. Museum Arnhem
Zijn vage dromerige en verstilde beelden doen me altijd denken aan de verstilling bij Matthijs Maris, maar ook de bomen langs de Waal en de Linge brengen die verstilling die Jan Mankes schilderde.
Het jaar 2024 is weer bijna voorbij en we willen even stil staan bij dat jaar en ons afvragen wat 2024 voor Oldenburgers Binnenstad & Buitenleven heeft betekend. Maar eerst wensen wij al onze vrienden en relaties een vredig en creatief 2025 toe.
Het nieuwe jaar vraagt nieuwe geestdrift. De mens roept om duurzaamheid en natuurinclusiviteit op alle fronten en de natuur roept om actie. Dankzij het vele onderzoek op allerlei plaatsen verspreid over de hele wereld, zullen er nieuwe wegen worden ingeslagen, die leiden naar een gezonder evenwicht tussen natuur en cultuur. Overal protesteren mensen tegen de verwoesting van de natuur, wij geloven nog in herstel, maar daar is heel wat creativiteit voor nodig.
Biodiversiteit
Doen we al mee in dat proces en hebben wij ook al nieuwe wegen ingeslagen, die tot nieuwe actie en inzichten kunnen leiden en passen in een nieuwe groene wereld. Ik denk aan een van onze eerste artikeltjes uit 2021 (Duurzaamheid voorop) over hoe wij aan duurzaamheid werken en het artikel Voedselbos staat vol exoten; ik denk aan de Natuurherstelwet, aangenomen door het Europees parlement (2023) en ook aan de poster die onze jonge ‘vrijwillig medewerker’ Lune Moonen en enkele van haar mede-studenten samenstelden in opdracht van Aeres Hogeschool Almere en Kon. GinkelGroep, waaruit blijkt dat insectenbestuivers eerder en vaker wilde bloemen dan gecultiveerde bloemen bezoeken.
De poster die Lune maakte van haar onderzoek op de daktuin van de Aeres Hogeschool Almere geeft blijk van een nieuw élan, zoals vergroenen van stad en land en bestuderen van biodiversiteit, de samenleving en relatie van mens, plant en dier in verleden, heden en toekomst.
Lune op daktuin Aeres University-
Hieronder volgt een overzichtje van langdurende projecten, die in 2024 zijn gestart.
Adviezen
eerste verkenning buitenplaats Weeresteyn langs de Vecht. Rondwandelingen met opdrachtgever in verband met achterstallig onderhoud en wensen opdrachtgever beoordelen. De door ons verzamelde tekeningen en prenten van de tuin worden verwerkt tot artikel of bericht.
eerste verkenning cottage garden Vredespaleis (ernsig achterstallig onderhoud) en wensen opdrachtgever beoordelen. Het gaat deze keer specifiek om de cottage garden als onderdeel van de totale tuin. De vraag is: gaan we terug naar de originele cottage garden van Mawson? Zie eerst ons rapport De tuinen van het Vredespaleis.
Er bestaan plannen in Warffum om een nieuw park aan te leggen, dat op zijn toekomst is voorbereid, dwz gedacht wordt aan een beplanting met toekomstbomen, die opgewassen zijn tegen natte en hete zomers, maar geen invasief karakter hebben. We zien de advisering over de beplanting als een experimentele oefening voor de aanplant van nieuwe boomsoorten.
Onder de knop website-Berichten zijn o.a. project- en studie-voorstellen te vinden.
Ieder Bericht/Advies op de website wordt doorgestuurd naar Linkedin. Halverwege 2024 werd het 400-ste Bericht (sinds 2016) gepubliceerd. Op Linkedin heeft dat tot 1800 volgers geleid.
In 2025 zullen lijsten geschikt voor bepaalde locaties en voor bepaalde milieus worden opgesteld.
Lijsten met planten en bomen die het nieuwe klimaat kunnen trotseren zijn in ontwikkeling, zoals:
Lijst van liefst historische in Nederland toegepaste boomsoorten die droogte en hitte kunnen verdragen, zoals bijv. wintereik en winterlinde die diep wortelen.
Lijst van bomen die in de volle zon kunnen staan.
Lijst van bomen die insecten trekken zoals voorbeelden van bijenbomen.
Lijst van liefst historische in Nederland toegepaste boomsoorten die tegen wateroverlast zijn opgewassen.
Juliet doet ervaring op in de tuin van het Aalsmeerder Veerhuis. 2024. Foto Walther Schoonenberg
Juliet was in 2024 lid / adviseur voor diverse gremia;
Verder werden ook veel adviezen als Berichten gepubliceerd, Deze fungeren soms als adviezen van algemeen belang en soms ter illustratie van ons werk.
Artikelen (gepubliceerd en in voorbereiding):
Carla Oldenburger. Begraafplaats Te Vraag: verwildering en menselijk ingrijpen gaan hand in hand. (Tekst voor Jaarboek Cuypersgenootschap. Album Amicorum Jenny Bierenbroodspot). Verschijning 2025.
Carla Oldenburger. Adriaan Johan van Laren (Tekst voor boek 100 jaar BNT van Uitgeverij Blauwdruk). Verschijning 2025.
Carla Oldenburger.. Artikeltje ‘Een onbekend portret van Freule Daisy’. Wijkblad Benoordenhout 2024, nr. 5.
Juliet Oldenburger. Kleuropdracht van Stichting Diogenes voor het trappenhuis van Oudezijds Achterburgwal 79, op de hoek van de in 1899 Gedempte Huidenvetterssloot.
Juliet doet kleuronderzoek en maakt een kleurtrapje. 2024. Foto Walther Schoonenberg.
De trap was oorspronkelijk gehout in verschillende donkere houtkleuren (eiken), vervolgens in verschillende lichte houtkleuren, dan in verschillende tinten die hout moeten imiteren – een soort roodachtige okers, dan gele okers en vervolgens verschillende kleuren groen. We gaan nu twee okerkleuren terugbrengen. Al het houtwerk in het trappenhuis (trap, deuren, etc.) wordt dus okergeel.
Nawoord. Is dit een duurzame tuin?
Frieda Hunziker. Een boerentuin in Heerlen. 1943? Frieda schilderde Zuid-Limburgse taferelen tijdens de Tweede Wereldoorlog, als ze als koerierster oo weg was met Joodse kinderen naar onderduikadressen. Mogelijk was het huisje op bovenstaande schildering een adres waar ze kindren afleverde. Nieuwe aanwinst 2024. Part. collectie. Foto Galerie Simonis en Buunk
Het verleden leert en inspireert ons naar de toekomst te kijken. In de boerentuin van Frieda (1943) is alles te vinden wat mensen op deze aarde gelukkig kan maken: zon, een huis, bomen, voedsel in de vorm van een groenten- en kruidentuin en een kleine siertuin. De insecten, vlinders, bijen en hommels zijn jammergenoeg niet geschilderd, maar gezien de rijkdom van de tuin, vast en zeker vaste gasten. Het schilderij spoort ons aan om op de ingeslagen weg van duurzaamheid, biodiversiteit en natuurinclusiviteit verder te gaan.
De hortus in de Plantage in Amsterdam is ook dit jaar in de kerstperiode weer verlicht en ’s avonds geopend, en wel van 19 t/m 23 december, 27 t/m 30 december & 1 t/m 8 januari, van 17:00 tot 22:00 uur.
Palmenkas Amsterdam Plantage. Foto Jan Jaap Hubeek
Een bezoekje aan de palmenkas heeft onze speciale belangstelling en omdat deze in de uiterste hoek van de hortus is te vinden, maak je tegelijkertijd een hele rondwandeling door de tuin. De kas is een beschermd monument en een prominent onderdeel van het Hortuserfgoed. Hij werd in 1911 ontworpen door de architect Johan Melchior van der Mey (1878-1949) in opdracht van hoogleraar Hugo de Vries. In de winter huisvest de kas een collectie palmen, palmvarens (Cycadeeën) en kuipplanten.
Het Paradijs van de Arbeider: Tuindorpen en Tuinsteden
[Persbericht overgenomen]
Groen, gezond en sociaal wonen: tentoonstelling ‘Het Paradijs van de Arbeider’ in Museum Het Schip
Van 11 oktober 2024 t/m 27 juli 2025 presenteert Museum Het Schip in Amsterdam de tentoonstelling Het Paradijs van de Arbeider: Tuindorpen en Tuinsteden. Met een kleurrijke verzameling films, tekeningen en objecten biedt de tentoonstelling een internationaal perspectief op de impact van groene stadsplanning, en op de kunstzinnige en architecturale pracht die de tuinstadbeweging voortbracht.
De druk op steden neemt wereldwijd toe en thema’s als woningnood, vergroening en sociale cohesie worden steeds urgenter. Het Paradijs van de Arbeider toont hoe het tuinstadideaal, eind negentiende eeuw ontstaan als antwoord op de vervuiling en overbevolking van industriële steden, nog altijd relevant is in het licht van de huidige wooncrisis en de dringende noodzaak om groener en toekomstbestendiger te bouwen. Bezoekers ontdekken de oorsprong van de tuinstadbeweging en wat we hiervan kunnen leren bij het bouwen aan de stad van de toekomst.
Tuindorp Oostzaan . Wikipedia.
Van vervuilde industriesteden naar groene paradijzen
In 1924 vond in Amsterdam het Internationaal Stedenbouwkundig Congres plaats, waar experts als Wibaut en Berlage discussieerden over de toekomst van de volkshuisvesting. Die moest gezonder, socialer, groener én mooier worden. Honderd jaar na de bloei van de baanbrekende tuinstadbeweging neemt de tentoonstelling in Museum Het Schip bezoekers mee op een inspirerende, internationale reis door de tijd. Met foto- en videomateriaal, fantasievolle tekeningen en schilderijen, historische publicaties, maquettes, objecten en ansichtkaarten uit alle windstreken – van Engeland en Frankrijk tot Brazilië en Japan – komt de tuinstadgedachte voor je ogen tot leven. Van vervuilde industriesteden naar groene paradijzen, idyllische oases en verticale tuinsteden; de tentoonstelling biedt een interessant inkijkje in verleden, heden en toekomst. Een glansrol is daarbij weggelegd voor de artistieke schoonheid van Nederlandse tuindorpen – waarvan een aantal is ontworpen door architecten van de Amsterdamse School.
Trots op de tuindorpen
Door heel Nederland vinden we nog altijd meer dan honderd prachtige en bij bewoners geliefde tuindorpen. Velen daarvan zijn, dankzij de bijzondere bouw en artistieke schoonheid, zelfs bestempeld tot monument of beschermd dorpsgezicht.
Tuindorp Nieuwendam. Wikipedia
Zo werd Tuindorp Nieuwendam in Amsterdam-Noord ooit bekroond als het mooiste tuindorp van Europa – een toonbeeld van hoe natuur, wonen en sociale samenhang hand in hand kunnen gaan. Hilversum werd zelfs de grootste vooroorlogse tuinstad van Nederland, met daarin veel invloeden van de Amsterdamse School. Dat bewoners nog altijd trots op hun tuindorpen zijn, blijkt uit de film die ter gelegenheid van de tentoonstelling werd gemaakt.
Levend erfgoed en inspirerende activiteiten
Naast de tentoonstelling organiseert Museum Het Schip een reeks activiteiten die dit erfgoed tot leven brengen. Bezoekers kunnen deelnemen aan lezingen, fietstochten en workshops die hen meenemen naar de mooiste tuindorpen van Nederland. Voor wie de smaak te pakken heeft, biedt het platform World Garden Cities een online gemeenschap waar liefhebbers van over de hele wereld hun ervaringen en kennis kunnen delen. Daarnaast verschijnt bij de tentoonstelling het boek Het Paradijs van de Arbeider: Tuindorpen en Tuinsteden, een rijk geïllustreerd werk dat de verhalen van deze bijzondere woonvormen tot leven brengt.