Categoriearchief: Tuinarchitectuur

Carl Eduard Adolf Petzold (1815-1891) en zijn Handbuch

Wat heeft Carl Eduard Adolf Petzold (1815-1891 ) voor Twickel betekend?

 

Op Linkedin stond vandaag (2 juni 2025) te lezen:

“De vereniging Vakgroep Groen Erfgoed houdt op 10 oktober op Landgoed Twickel in Twente een studiedag over het werk van de befaamde Duitse tuin- en landschapsarchitect Eduard Petzold . Zijn landschapsparken behoren tot de fraaiste van Nederland.

Maar nu deze zo’n 150 jaar oud zijn, beginnen de bomen van de eerste aanleg af te takelen en moet dringend gewerkt gaan worden aan herstel. Het is daarom volgens de Vakgroep Groen Erfgoed (VGE) het goede moment om deze parken aandacht te geven wat betreft beleid en beheer.

In de vakgroep zijn professionele onderzoekers en planvormers op het gebied van groen erfgoed verenigd. De VGE staat voor kwaliteit van onderzoek en planvorming en tracht dat te bevorderen door uitwisseling van kennis en kunde”..

De aankondiging is vandaag ruim van te voren ‘verstuurd’. Tijd dus om tussen vakantie en zonnige stranden door wat te lezen over Petzold en zijn werk in Nederland. Vooral zijn handboek is nuttig om eens door te snuffelen omdat daarin zijn ideeën scherp worden verwoord. De tijd dat Petzold op Twickel werkte (1885-1891) viel samen met de voorbereingstijd tot de publicatie van het Handboek. Mogelijk heeft zijn ervaring op Twickel geleid tot aanbevelingen in zijn Handboek en kunnen we deze nu als beheer-adviezen van Petzold beschouwen.

Geschriften door Michael Rohde geschreven (1990-1998):

  • Die Tätigkeit von E. Petzold in Dieren. Hannover, (Scriptie) 1990. 
  • Michael Rohde. Eduard Petzold : Weg und Werk eines deutschen Gartenkünstlers im 19. Jahrhundert. Dissertatie, (Scriptie), 1998.
  • Michael Rohde. Von Muskau bis Konstantinopel: Eduard Petzold, ein europäischer Gartenkünstler, 1815-1891. Dresden, 1998.

Petzold’s Handboek (1862; 1888 2de druk) en ‘logboek. (1890)’:

  • C.E.A. Petzold. Die Landschafts-Gaertnerei : ein Handbuch fuer Gaertner, Architekten, Gutsbesitzer und Freunde der Gartenkunst. Leipzig, 1862, met tabel van bomen. Tweede druk 1888, opgedragen aan Sophie prinses der Nederlanden, dochter van Koning Willem II. Vermeerderd en verbeterd met uitvoerige behandeling van alle onderdelen van het landschapspark, zoals rotsen, wegen, beplantingen, water, weiden etc. Ook de betekenis van kleur van bomen en struiken wordt in dit boek uitvoerig behandeld. Abbildungen … von Friedrich Preller.
  • C.E.A.Petzold. Erinnerungen aus meinen Leben. Leipzig, 1890. Bevat 2 portr. van C.F.C. Petzold en 1 portr. van C.E.A. Petzold.

Artikel van Carla Oldenburger (1986):

Zijn bekendste ontwerpen staan hieronder vermeld (minder bekende in artikel hierboven genoemd).

  • Landgoed De Horsten, Wassenaar (exclusief de bekende Seringenberg die al van eerdere datum dateert), 1854, 
  • Landgoed De Paauw, Wassenaar, 1854, 
  • Landgoed De Raephorst, 1854, 
  • Landgoed Eikenhorst, 1854, 
  • Zypendaal Arnhem 1863, 
  • Huis Rhederoord, De Steeg 1868, 
  • Bingerden, Angerlo 1869, 
  • Hof te Dieren, Dieren 1870, 
  • Gulden Bodem Arnhem 1872, 
  • Wielbergen Angerlo 1872, 
  • Buitenplaats Oud-Wassenaar Wassenaar 1877, 
  • Kasteel Middachten, De Steeg 1878,
  • Landgoed Elswout Overveen 1882 (niet uitgevoerd), 
  • Landgoed Duinlust Overveen 1882, 
  • Kasteel Twickel Delden 1885-1891,
  • Landgoed Cingendael te Wassenaar 1888 (Park uitgevoerd door L.A. Springer en Rosarium niet gerealiseerd). 

Uit bovenstaande valt op dat De Horsten en de Paauw (alle te Wassenaar) Petzold’s eerste Nederlandse projecten waren (alle 1854) en dat hij in zijn nadagen pas op Twickel kwam te werken.

Foto: Zicht op kasteel en park Twickel met  Eduard Petzold. Bron: Gelders Archief

NIOD en de tabaksplant als tuinmotief

 

Jacob Nienhuys, eerste tabaksplanter op Sumatra en mede-oprichter van de Deli-Maatschappij, geschilderd door Willem Maris.Foto Wikipedia

Vandaag, 8 mei 2025, las ik een bericht in de krant over het NIOD dat 80 jaar bestaat. Logisch want het  Instituut voor Ooorlogs-, Holocaust- en Genocide Studies (vroegere naam Rijksbureau voor Oorlogsdocumentatie) is opgericht direct na het einde van de Tweede Wereldoorlog.

Het instituut huist aan de Herengracht en werd in 1890 gebouwd naar ontwerp van de architect Abraham Salm, voor de tabaksplanter Jacob Nienhuys (1836-1928). Het wordt wel een Amsterdams grachtenkasteel genoemd, vanwege de zeer rijke Renaissance -gevel en de interieurs die in elke kamer anders gedecoreerd werden. Een zeer uitgebreide beschrijving van de gevel etc. is te vinden op de website Amsterdam Monumentenstad.

 

Tuin mozaieken Hrengracht 380 (NIOD), Ontwerp Leonard Springer, 1890. Voorgesteld Nicotiana tabacum, tabaksplant. Speciale Collecties BWUR

Ook de tuin, die tegenwoordig is volgebouwd, had iets speciaals, namelijk een link naar de tabaksindustrie. Het ontwerp is van de hand van Leonard Springer en stelt twee ronde bloemmozaïeken voor, voorstellende bladeren en bloemen van de tabaksplant.

Jan Holwerda winnaar Carla S. Oldenburger-Ebbers Penning voor Tuinhistorisch Onderzoek

Johan Carel Bierens de Haan leest het juryrapport voor. Foto Karen Veenland-Heineman

Ruin 3 weken geleden al weer werd op de Cascade Ronde Tafel Conferentie op Sonsbeek (zie vorig Bericht)  de Carla S. Oldenburger-Ebbers penning 2025 uitgereikt. Wel een beetje vreemd om een penning-uitreiking met je eigen naam op je eigen website te vermelden,  maar toch wil ik andere onderzoekers opmerkzaam op de penning maken en naar de Cascade website verwijzen waar doelstelling en reglement zijn te vinden.

Foto van winnaar en naamgever Cascade-penning, Jan Holwerda (rechts) en Carla Oldenburger (links). Foto Karen Veenland-Heineman

Ik zelf was enorm verrast dat de onafhankelijke jury dit jaar heeft besloten de penning uit te reiken aan een onderzoeker die al ruim twintig jaar andere onderzoekers weet te stimuleren, te activeren en te assisteren op het gebied van wetenschappelijk tuinhistorisch onderzoek, en bovendien zelf al zovele zeer doorwrochte interessante artikelen op historisch en monumentaal groengebied heeft geschreven, namelijk aan JAN HOLWERDA.

Hartelijk Gefeliciteerd Jan. We kwamen elkaar 20 jaar geleden tegen en dat durf ik nu best een historische ontmoeting te noemen. Jij als toehoorder bij een van mijn lezingen en ik als spreker. In de pauze vuurde je wat vragen op mij af en ik nodigde je uit om eens nader te komen kennis maken met Cascade. Dat is gelukt en meteen stelde je voor een website te maken en een weblog te beginnen.  Samen hebben we besproken wat er dan op die website zou moeten komen te staan. Jouw voorstel behelsde een weblog, een manier om anderen bij het onderzoek en bij de stichting Cascade te betrekken.  Het lijkt alsof je die weblogs even uit je mouw schiet -het zijn er welgeteld 1868 tot vandaag- maar iedere weblog berust wel op een onderzoekje en als je die allemaal aan elkaar zou breien hoeft de Algemene Nederlandse Tuingeschiedenis niet meer geschreven te worden. Alleen die Cascade-weblogs zijn al een levenswerk en samen met artikelen geschreven in het kader van je eigen bureau maakt het dat levenswerk nog vele malen interessanter.

Ik durf te stellen dat je de ontwikkeling van ons geliefde vakgebied een grote stap vooruit hebt gebracht.

Collectie-tuinen / Heidetuinen

In de tweede helft van de 19de eeuw waren collectie-tuinen in opkomst. Tegenwoordig is er minder belangstelling voor,  maar mooie Rozentuinen (Rosarium) , of Iristuinen (Iridarium), of Arboreta en Pineta, daar is men nog wel voor warm te krijgen. En wat te denken van Rotstuinen (ook genoemd Alpiene tuinen),  Stinzenplantentuinen of Grassentuinen? Onlangs kwamen we in de vakliteratuur de term heidetuin tegen. Wat is nu precies een heidetuin? Logisch zou je zeggen,  een tuin beplant met vele soorten heide (Calluna en Erica), maar we lazen op Internet ook een uitgebreidere nauwkeuriger definitie “een heidetuin is een natuurtuin waarin allerlei soorten heide- èn zuurminnende siergewassen zijn geplant”. Het gaat dus niet alleen over een tuin beplant met heidesoorten, maar ook zuurminnenden siergewassen zijn in een heidetuin te vinden. Waar moeten we dan aan denken? Natuurlijk allereerst  aan Struikheide en Dopheide – soorten maar daarnaast ook aan andere zuurminnende planten uit de heidestruikfamilie (Ericaceae), zoals de meest bekende genera Vaccinium (Bosbes), Pernettya (Z. Am. ingevoerd 1828 in Eng.), Gaultheria (meeste soorten uit China en Japan), Andromeda (N. Amerika), Kalmia of Lepelboom (N. Amerika, in 18de eeuw ingevoerd in Eng.) en vele soorten Rhododendron (ponticum uit Z.Europa en Kl. Azië). De conclusie van het bovenstaande leidt tot een wat bredere definitie van het woord heidetuin, namelijk een tuin beplant met Ericaceae en misschien met nog enkele andere zuurminnende soorten buiten de struikheidefamilie, zoals de Schijnhazelaar (Corylopsis pauciflora), de Sneeuwklokjesboom (Halesia carolina), de Toverhazelaar (Hamamelis). Zie lijst Tuincentrum Gigant  voor een lange lijst zuurminnende planten.

Heidetuin Driebergen-Rijsenburg. Eigenaar Utrechts Landschap

EEN VREDIG EN CREATIEF 2025 GEWENST

Het jaar 2024 is weer bijna voorbij en we willen even stil staan bij dat jaar en ons afvragen wat 2024 voor Oldenburgers Binnenstad & Buitenleven heeft betekend. Maar eerst wensen wij al onze vrienden en relaties een vredig en creatief 2025 toe.

Het nieuwe jaar vraagt nieuwe geestdrift. De mens roept om duurzaamheid en natuurinclusiviteit op alle fronten en de natuur roept om actie. Dankzij het vele onderzoek op allerlei plaatsen verspreid over de hele wereld, zullen er nieuwe wegen worden ingeslagen, die leiden naar een gezonder evenwicht tussen natuur en cultuur.  Overal protesteren  mensen tegen de verwoesting van de natuur, wij geloven nog in herstel, maar daar is heel wat creativiteit voor nodig.

Biodiversiteit

Doen we al mee in dat proces en hebben wij ook al nieuwe wegen ingeslagen, die tot nieuwe actie en inzichten kunnen leiden en passen in een nieuwe groene wereld. Ik denk aan een van onze eerste artikeltjes uit 2021 (Duurzaamheid voorop) over hoe wij aan duurzaamheid werken en het artikel Voedselbos staat vol exoten; ik denk aan de Natuurherstelwet, aangenomen door het Europees parlement (2023) en ook aan de poster die onze jonge ‘vrijwillig medewerker’ Lune Moonen en enkele van haar mede-studenten samenstelden in opdracht van Aeres Hogeschool Almere en Kon. GinkelGroep, waaruit blijkt dat insectenbestuivers eerder en vaker wilde bloemen dan gecultiveerde bloemen bezoeken.

Lune Moonen. Onderzoek Bestuivers op daktuin Aeres Hogeschool Almere. 2024. Foto Lune Moonen

De poster die Lune maakte van haar onderzoek op de daktuin van de Aeres Hogeschool Almere geeft blijk van een nieuw élan, zoals vergroenen van stad en land en bestuderen van biodiversiteit, de samenleving en relatie van mens, plant en dier in verleden, heden  en  toekomst.

Lune op daktuin Aeres University-

Hieronder volgt een overzichtje van langdurende projecten, die in 2024 zijn gestart.

Adviezen 

  • eerste verkenning buitenplaats Weeresteyn langs de Vecht. Rondwandelingen met opdrachtgever in verband met achterstallig onderhoud en wensen opdrachtgever beoordelen. De door ons verzamelde  tekeningen en prenten van de tuin worden verwerkt tot artikel of bericht.
  • eerste verkenning cottage garden Vredespaleis (ernsig achterstallig onderhoud) en wensen opdrachtgever beoordelen. Het gaat deze keer specifiek om de cottage garden als onderdeel van de totale tuin. De vraag is: gaan we terug naar de originele cottage garden van Mawson? Zie eerst ons rapport De tuinen van het Vredespaleis.
  • Er bestaan plannen in Warffum om een nieuw park aan te leggen, dat op zijn toekomst is voorbereid, dwz gedacht wordt aan een beplanting met toekomstbomen, die opgewassen zijn tegen natte en hete zomers, maar geen invasief karakter hebben. We zien de advisering over de beplanting als een experimentele oefening voor de aanplant van nieuwe boomsoorten.

Onder de knop  website-Berichten zijn o.a. project- en studie-voorstellen te vinden.  

Ieder Bericht/Advies op de website wordt doorgestuurd naar Linkedin. Halverwege 2024 werd het 400-ste Bericht (sinds 2016) gepubliceerd. Op Linkedin heeft dat tot 1800 volgers geleid.

Wim Pijbes heeft een pleidooi gehouden voor het vergroenen van De Dam in Amsterdam, in verband met hete zomers en bezoekers die De Dam daarom zullen gaan mijden. Ons artikel over de geschiedenis van het Damplantsoen kan een steuntje in de rug zijn.

In 2025 zullen lijsten geschikt voor bepaalde locaties en voor bepaalde milieus worden opgesteld.

Lijsten met planten en bomen die het nieuwe klimaat kunnen trotseren zijn in ontwikkeling, zoals:

Lijst van liefst historische in Nederland toegepaste boomsoorten die droogte en hitte kunnen verdragen, zoals bijv. wintereik en winterlinde die diep wortelen.

Lijst van bomen die in de volle zon kunnen staan.

Lijst van bomen die insecten trekken zoals voorbeelden van bijenbomen.

Lijst van liefst historische in Nederland toegepaste boomsoorten die tegen wateroverlast zijn opgewassen.

Juliet doet ervaring op in de tuin van het Aalsmeerder Veerhuis. 2024. Foto Walther Schoonenberg

Juliet was in 2024 lid / adviseur voor diverse gremia;

Verder werden ook veel adviezen als Berichten gepubliceerd, Deze fungeren soms als adviezen van algemeen belang en soms ter illustratie van ons werk.

Artikelen (gepubliceerd en in voorbereiding):

  • Carla Oldenburger. Begraafplaats Te Vraag: verwildering en menselijk ingrijpen gaan hand in hand. (Tekst voor Jaarboek Cuypersgenootschap. Album Amicorum Jenny Bierenbroodspot). Verschijning 2025.
  • Carla Oldenburger. Adriaan Johan van Laren (Tekst voor boek 100 jaar BNT van Uitgeverij Blauwdruk). Verschijning 2025.
  • Carla Oldenburger.. Artikeltje ‘Een onbekend portret van Freule Daisy’. Wijkblad Benoordenhout 2024, nr. 5.
  • Juliet Oldenburger en Walther Schoonenberg. Interview met Sjoerd Soeters: pleidooi voor een humane stad. Binnenstad Jg. 57, nr. 312 (december 2023). p. xxx

Kleuropdrachten

Juliet Oldenburger. Kleuropdracht van Stichting Diogenes voor het trappenhuis van Oudezijds Achterburgwal 79, op de hoek van de in 1899 Gedempte Huidenvetterssloot.

Juliet doet kleuronderzoek en maakt een kleurtrapje. 2024. Foto Walther Schoonenberg.

De trap was oorspronkelijk gehout in verschillende donkere houtkleuren (eiken), vervolgens in verschillende lichte houtkleuren, dan in verschillende tinten die hout moeten imiteren – een soort roodachtige okers, dan gele okers en vervolgens verschillende kleuren groen. We gaan nu twee okerkleuren terugbrengen. Al het houtwerk in het trappenhuis (trap, deuren,  etc.) wordt dus okergeel.

Nawoord. Is dit een duurzame tuin?

Frieda Hunziker. Een boerentuin in Heerlen. 1943?  Frieda schilderde Zuid-Limburgse taferelen tijdens de Tweede Wereldoorlog, als ze als koerierster oo weg was met Joodse kinderen naar onderduikadressen. Mogelijk was het huisje op bovenstaande schildering een adres waar ze kindren afleverde. Nieuwe aanwinst 2024. Part. collectie. Foto Galerie Simonis en Buunk

Het verleden leert en inspireert ons naar de toekomst te kijken. In de boerentuin van Frieda (1943) is alles te vinden wat mensen op deze aarde gelukkig kan maken: zon, een huis, bomen,  voedsel in de vorm van een groenten- en kruidentuin en een kleine siertuin. De insecten, vlinders, bijen en hommels zijn jammergenoeg niet geschilderd, maar gezien de rijkdom van de tuin, vast en zeker vaste gasten. Het schilderij spoort ons aan om op de ingeslagen weg van duurzaamheid, biodiversiteit en natuurinclusiviteit verder te gaan.

Tuindorpen en Tuinsteden. Tentoonstelling.

 Het Paradijs van de Arbeider: Tuindorpen en Tuinsteden

Het Paradijs van de Arbeider: Tuindorpen en Tuinsteden

[Persbericht overgenomen]

Groen, gezond en sociaal wonen: tentoonstelling ‘Het Paradijs van de Arbeider’ in Museum Het Schip

Van 11 oktober 2024 t/m 27 juli 2025 presenteert Museum Het Schip in Amsterdam de tentoonstelling Het Paradijs van de Arbeider: Tuindorpen en Tuinsteden. Met een kleurrijke verzameling films, tekeningen en objecten biedt de tentoonstelling een internationaal perspectief op de impact van groene stadsplanning, en op de kunstzinnige en architecturale pracht die de tuinstadbeweging voortbracht.

De druk op steden neemt wereldwijd toe en thema’s als woningnood, vergroening en sociale cohesie worden steeds urgenter. Het Paradijs van de Arbeider toont hoe het tuinstadideaal, eind negentiende eeuw ontstaan als antwoord op de vervuiling en overbevolking van industriële steden, nog altijd relevant is in het licht van de huidige wooncrisis en de dringende noodzaak om groener en toekomstbestendiger te bouwen. Bezoekers ontdekken de oorsprong van de tuinstadbeweging en wat we hiervan kunnen leren bij het bouwen aan de stad van de toekomst.

Tuindorp Oostzaan . Wikipedia.

Van vervuilde industriesteden naar groene paradijzen

In 1924 vond in Amsterdam het Internationaal Stedenbouwkundig Congres plaats, waar experts als Wibaut en Berlage discussieerden over de toekomst van de volkshuisvesting. Die moest gezonder, socialer, groener én mooier worden. Honderd jaar na de bloei van de baanbrekende tuinstadbeweging neemt de tentoonstelling in Museum Het Schip bezoekers mee op een inspirerende, internationale reis door de tijd. Met foto- en videomateriaal, fantasievolle tekeningen en schilderijen, historische publicaties, maquettes, objecten en ansichtkaarten uit alle windstreken – van Engeland en Frankrijk tot Brazilië en Japan – komt de tuinstadgedachte voor je ogen tot leven. Van vervuilde industriesteden naar groene paradijzen, idyllische oases en verticale tuinsteden; de tentoonstelling biedt een interessant inkijkje in verleden, heden en toekomst. Een glansrol is daarbij weggelegd voor de artistieke schoonheid van Nederlandse tuindorpen – waarvan een aantal is ontworpen door architecten van de Amsterdamse School.

Trots op de tuindorpen

Door heel Nederland vinden we nog altijd meer dan honderd prachtige en bij bewoners geliefde tuindorpen. Velen daarvan zijn, dankzij de bijzondere bouw en artistieke schoonheid, zelfs bestempeld tot monument of beschermd dorpsgezicht.

Tuindorp Nieuwendam. Wikipedia

Zo werd Tuindorp Nieuwendam in Amsterdam-Noord ooit bekroond als het mooiste tuindorp van Europa – een toonbeeld van hoe natuur, wonen en sociale samenhang hand in hand kunnen gaan. Hilversum werd zelfs de grootste vooroorlogse tuinstad van Nederland, met daarin veel invloeden van de Amsterdamse School. Dat bewoners nog altijd trots op hun tuindorpen zijn, blijkt uit de film die ter gelegenheid van de tentoonstelling werd gemaakt.

Levend erfgoed en inspirerende activiteiten

Naast de tentoonstelling organiseert Museum Het Schip een reeks activiteiten die dit erfgoed tot leven brengen. Bezoekers kunnen deelnemen aan lezingen, fietstochten en workshops die hen meenemen naar de mooiste tuindorpen van Nederland. Voor wie de smaak te pakken heeft, biedt het platform World Garden Cities een online gemeenschap waar liefhebbers van over de hele wereld hun ervaringen en kennis kunnen delen. Daarnaast verschijnt bij de tentoonstelling het boek Het Paradijs van de Arbeider: Tuindorpen en Tuinsteden, een rijk geïllustreerd werk dat de verhalen van deze bijzondere woonvormen tot leven brengt.

Museum Het Schip, Oostzaanstraat 45, Amsterdam.

De tuinarchitecten D. Wattez en P.H. Wattez, eerste orientatie uit 1985.

 

Op Linkedin las ik vandaag (dinsdag 19 november 2024) een Bijdrage van Martijn Horst (Landschap  Overijssel) over de vondst van de hutkoffer van de vroeger bekende tuinarchitect Pieter Hermannus Wattez, Daarbij werd verwezen naar auteurs die in voorgaande jaren over hem en zijn vader Dirk Wattez geschreven hadden en onderzoek naar hun werken  hadden gedaan.

Volkspark / D. Wattez, 1872. Foto Wikipedia

Mijn naam en ons bureau werden niet genoemd, terwijl wij in 1985 al de eerste onderzoeksresultaten hebben gepubliceerd over hen en hun werk. De uitkomst van het eerste orienterende onderzoek verscheen in 1985 in het vakblad GROEN. en werd vorig jaar op Internet (groene letters) geplaatst, zodat het nu voor iedereen makkelijk te vinden en te lezen is.

Niek Oosterbaan heeft in 2022 zijn Masterscriptie gewijd aan vader en zoon Wattez en hun werk in de provincie Overijssel. Deze scriptie zal later in boekvorm verschijnen.

Zwaluwenburg 18-de eeuwse buitenplaats. Is tuin uit 1919 nog te herstellen?

 

Huis Zwaluwenberg met voorplein en een van de bouwhuizen. Foto Geldersch Landschap en Kasteelen

Het landhuis Zwaluwenburg en de acht, oorspronkelijk bijbehorende, boerderijen met weiden en akkers liggen te midden van loof- en naaldhoutbossen. Het huis ligt op een rechthoekig omgracht terrein en werd in 1782 door de familie van Haersolte gebouwd op de plaats van het voormalige kasteel Wijnbergen. Volgens opmetingen van de bekende landmeter M.J. de Man was er in 1811 sprake van een aanleg in Hollands-classicistische stijl. Ook nu nog is deze structuur van fraaie, rechte lanen goed herkenbaar op het landgoed. Zie ook Google Maps.

Ontwerp tuin bij huis Zwaluwenburg door D. F. Tersteeg, 1919. Coll. Bibliotheek WUR

De aanleg op het omgrachte terrein achter het huis werd in de negentiende eeuw omgevormd in landschapsstijl.                                     De tuinarchitecten Dirk F. Tersteeg (1919) en Hugo Poortman (1921) zorgden voor een ontwerp voor het voorterrein bij het huis, die bestond uit een geometrische tuin met borders van bloemen en vaste planten.

Het landgoed is een bezitting van de St. Geldersch Landschap en Kastelen.

Zie ook: Het huis Zwaluwenburg door Ro van Oven in Buiten, 6 september (1924) p. 412-426

Kasteel Rechteren, het water en de ontwerpen van Leonard Springer

Het hoge water heeft de aanleg van de tuinen bij Kasteel Rechteren altijd parten gespeeld.

Topografische Kaart Nederland.  Linker kaart detail Rechteren 1896;                                                     Rechter kaart detail Rechteren op zelfde schaal 2023

Kasteel Rechteren met zijn ronde veertiende-eeuwse toren, is het meest indrukwekkende bouwwerk van de omgeving. Op het gebied van tuinarchitectuur is Rechteren echter altijd karig bedeeld gebleven. Mogelijk is het vroeger regelmatig onderlopende rivierenlandschap hier de oorzaak van.

Abraham de Haan, 1729. Achterzijde Kasteel Rechteren. Het kasteelterrein is ommuurd en omgracht. Foto Wikipedia
Kasteel Rechteren ligt eigenlijk op een eiland,  in een landschappelijk gestileerde waterpartij, aan een dode arm van de Overijsselse Vecht. Deze aanleg bestaat deels uit een vergraving van de oorpronkelijke omgrachting van het slot, deels uit de vroegere stromende Vecht en moet omstreeks het begin van de negentiende eeuw gerealiseerd zijn. Voor het eerst te zien op de Top. Militaire Kaart 1850.
De ronde toren dateert uit 1320 en ook de woonvleugel stamt nog uit de middeleeuwen.
Tuinen vóór en opzij (NO_zijde) van Kasteel Rechteren. Ontwerp Leonard Springer, 1911. Collectie Speciale Collecties WUR
Het huis werd vele malen verbouwd en had in de negentiende eeuw de allure van een landpaleis. Van 1909 tot 1919 heeft de tuinarchitect L.A. Springer hier voor het huis en opzij van het huis neo-barokke parterres ontworpen en aangelegd, zowel een cirkelvormige op het voorplein als rijk gedecoreerde sierperken binnen de omgrachting aan de NO-kant van het kasteel.
Hoe lang deze decoratieve parterres zijn gehandhaafd is onduidelijk. Toen Springer in 1935 de opdracht kreeg de randbeplanting langs het water nabij het kasteel te veranderen, tekende hij zelf een bloementuin in een andere vorm dan in 1911 en noteert hij het gedeelte achter de oostelijke zijvleugel, als rozentuin. Op onderstaande foto is ook al duidelijk dat de siertuin vereenvoudigd is. We zien alleen enkele vormbomen en gras. Achter de siertuin heeft altijd de moestuin gelegen. Op bovenstaande recher kaart uit 2023 is de plaats van de moestuin nog duidelijk te herkennen aan de rode lijnen (moestuinmuren) binnen de omgrachting. In de nieuwste plannen werd een boomgaard op die plaats getekend.
Kasteel Rechteren te Dalfsen. Met ronde parterre van Leonard Springer op het voorplein (1911).  Het lijkt of de p`rterre achter het kasteel al sterk vereenvoudigd is. Luchtfoto 1928. Foto Website Kasteel Rechteren
Het landgoed (1225 ha.) heeft een agrarisch karakter met zeer oude boerderijen. Vanaf de weg is het kasteel te zien, maar de omgeving rondom is niet toegankelijk. In de omliggende rivierduinbossen is wandelen toegestaan.
staat een uitgebreide fotoreportage uit 1909 afgebeeld.  Wel veel foto’s van de rijke interieurs, maar geen foto’s van de neo-barokke parterretuin ten noordoosten van het kasteel. Maar waarschijnlijk was die net nog niet gerealiseerd. Eén foto is afgebeeld van de cirkelvormige bloementuin die voor het huis was gelegen en tegenwoordig ook vereenvoudigd is tot een grascirkel.
Deze beschrijving is deels overgenomen uit de Gids voor de Nederlandse Tuinarchitectuur, deel 1 (1995). Auteurs: Carla Oldenburger-Ebbers, Anne Mieke Backer en Eric Blok.

“NAAR BUITEN” Thema Dag van het Kasteel 2025.

‘Naar Buiten!’ thema Dag van het Kasteel

De traditie is dat de Dag van het Kasteel gevierd wordt tijdens  het Pinksterweekend, in 2025 is dat  za. 7 en zo. 8 juni. De kastelen,  buitenplaatsen en landhuizen zullen dan hun tuinen en parken openstellen voor geïnteresseerden in deze vormen van tuinkunst.

Kasteel Staverden. Ontwerp tuin Juliet Oldenburger, 2008. Foto Geldersch Landschap en Kasteelen

Bezoekers zullen dan kennis kunnen maken met tuinen die ontstaan zijn in de 17-de, 18-de, 19-de en 20-ste eeuw en natuurlijk ook met nieuwe tuinen, wel of niet gebaseerd op de oude historische voorgangers.

Als u de komende herfst en winterperiode zich al wil verdiepen in deze vormen van tuinarchitectuur, raad ik iedereen aan de ‘Gids voor de Nederlandse Tuin- en landschapsarchitectuur’ (door Carla S. Oldenburger, Annemieke Backer en Eric Blok) weer eens open te slaan en te bekijken welke kasteeltuinen en -parken in zijn of haar omgeving te vinden zijn. De Gids bestaat uit 4 delen Noord (1995), Oost 1996), West(1998) en Zuid(2000) en deze delen zijn onafhankelijk nog wel te koop bij de bekende Internet-Boekwinkeltjes. Verder is misschien een aanrader, als u naar meer kennis snakt en doorverwijzingen zoekt, de Wikipedia-pagina Geschiedenis van de Nederlandse Tuinarchitectuur.

Veel plezier in de voorbereidingstijd en natuurlijk komende Pinkster, maar dat is nog heel ver weg.